Taken, functie en beroep (hfdst.8) Een beroep: een herkenbare categorie van verwante functies (sociaal werker, jeugdwerker, …) Functie: een concrete invulling van een bepaald beroep “Gevraagd: een teamleider binnen de jeugdzorg” Taken: een nader omschreven opdracht binnen een bepaalde functie
Taken Voorbeelden: Sleutelvragen: Het voeren van begeleidingsgesprekken Onderhouden van contacten met de gezinnen Sleutelvragen: Zijn we het wel eens over de kerntaken? Wat is écht belangrijk? Zijn we het eens over de invulling van taken (Wat betekent het om begeleidingsgesprekken te voeren?)
Functie en functie-omschrijving Voorbeelden: Coördinator in de bijzondere jeugdzorg, vorminswerker, team-leider, beleidsmedewerker Sleutelvragen (voor de ‘autonome professional’): Hoe zie ik zelf mijn functie (eigen visie) en hoe ziet mijn opdrachtgever die? Mogelijke basis voor onderhandeling over middelen (tijd, geld, informatie, eigen opleiding, …) Leidraad bij functioneringsgesprekken Wat zijn bijbehorende competenties en functie-eisen?
Beroep en beroepsprofiel (1) Beroep verwijst naar een vak, specialiteit, een eigen kunde en kennis … die maatschappelijk erkend is en (meestal) ondersteund wordt door een beroepsopleiding Functie verwijst naar een concrete job binnen een bepaald kader Vage grenzen, veranderlijkheid en inwisselbaarheid: is ‘jongerenwerker’ een functie of een duidelijk afgebakend beroep?
Beroep en beroepsprofiel (2) Sleutelvragen: Waar zijn wij specifiek ‘beter’ in dan andere beroepsgroepen? Hoe breed leiden we op gezien trends in maatschappij en arbeidsmarkt? Wat is de perceptie en (h)erkenning van onze professionaliteit door de maatschappij en wat doen we hier zelf aan?
Profilering: beroepscode, ethiek en belangenverdediging Beroepscode: een geheel van waarden en normen, regels en voorschriften met betrekking tot de uitoefening van het beroep (cfr.p.119-121) Beroepsorganisaties: gericht op de kwaliteitsbewaking, bescherming en belangenverdediging van het eigen beroep
Sleutelvragen? Hoe zelf-bewust zijn wij? Wil ik mij engageren voor onze beroepscode? Wat betekent dit dan voor mij? Is het de moeite waard om ons druk te maken over kwaliteitsverschillen in de begeleiding van kwetsbare mensen? Willen wij wegen op het beleid vanuit onze bewogenheid en deskundigheid?
Macht en machtsverhoudingen Macht is een relationeel begrip (2 partijen) ‘Het tot op zekere hoogte bepalen van of richting geven aan het gedrag van anderen; en dit in meerdere mate dan omgekeerd het geval is’ manifest of impliciet potentieel of werkelijk formeel en informeel
Gezag en gezagsverhoudingen Op basis waarvan krijg je respect (= de bereidheid van de ander om met jou rekening te houden) Op basis van positie en manifeste macht (het a priori hebben van gezag ) Op basis van (innerlijke) overtuigingskracht, geloofwaardigheid, ... (gezag ‘krijgen’ van de ander omwille van persoonlijke kwaliteiten) Echt gezag werkt zonder dwang!
Macht en onmacht Macht impliceert onmacht en vice versa Is een (complex) krachtenspel binnen / tussen mensen Er is sprake van de neiging tot compensatie
Het spel van macht en onmacht: de drama-driehoek Rol-wisselingen: redder schiet door in ongeduld/irritatie en grijpt naar dwang/kritiek (wordt ‘dader’) dader voelt zich geviseerd en wordt slachtoffer (‘ik heb het hier altijd gedaan’) redder voelt zich afgewezen en wordt ‘slachtoffer’ (ik doe nog zo m’n best) etc ...