De rol van de internist-oncoloog in netwerken palliatieve zorg Hoofdspeler of bijwagen? C.C.D. van der Rijt
Toegenomen aandacht voor palliatieve zorg Veranderde rol van patiënten Belang dat zorgverleners hechten aan de autonomie van patiënten Aandacht voor kwaliteit van leven in de hedendaagse gezondheidswetenschappen Demografische ontwikkelingen
Demografische achtergrond 1997 totaal aantal overledenen: 145.000 met terminale fase: 55.000 met kanker: 37.000 65% thuis en hospice 28% ziekenhuis 6% verpleeg-/verzorgingshuis
Demografische achtergrond Schatting 2015: totaal aantal overledenen met terminale fase: 66.000 stijging van 20%
Zorgbehoeften terminale patiënten en naasten NIVEL Goede en beschikbare professionele hulp Heldere informatie Begeleiding rond beslissingen rond het levenseinde Zorg zo veel mogelijk thuis Continuïteit en flexibiliteit in de organisatie van de zorg
Stimuleringsprogramma Palliatieve Zorg VWS 6 COPZen PIH Kennisontwikkeling Kennisverspreiding Structuuraanpassing Integratie hospices
COPZen Onderzoek: epidemiologisch, ethisch, inhoudelijk, in relatie tot structuuraanpassing Onderwijsprogramma’s Structuuraanpassing: consultatie, ondersteuning netwerkvorming
Consultatie 20 verschillende teams meerderheid multidisciplinair regionaal vs lokaal
Consultvragen telefonisch %
Consultvragers telefonisch
Doelen netwerkvorming Afstemming zorgaanbod-zorgbehoefte Opzet nieuwe zorgprodukten Uitwisseling van kennis en ervaring Gemeenschappelijke scholing Continuïteit van zorg
Model van een netwerk thuis ziekenhuis hospice verzorgingshuis verpleeghuis
Wat kun je regelen in een netwerk? Casuïstiekbesprekingen Consultatie Beschikbaarheid van bedden voor kort-durend palliatief-terminale zorg (Electronische) communicatie Inzet thuiszorgtechnologie
Standpunt VWS Uitgangspunten Generalistische insteek Stimulering samenhang en samenwerking binnen de reguliere zorg Ondersteuning van de reguliere zorg
Standpunt VWS Organisatie Netwerkvorming op lokaal/regionaal niveau Consultatie regionaal. Mogelijk naast de lokaal georganiseerde consultatie Ondersteuning regionaal georganiseerd via de IKC’s Landelijke marktplaats
Samenwerking VIKC-COPZen Kwaliteitsbeleid Organisatie van de zorg Consultatie Richtlijnvorming
De internist-oncoloog
Raamplan Interne Geneeskunde 2002 Taakafbakening: De internist als coördinator in het ziekenhuis De internist als consulent De internist en de huisarts
Raamplan Interne Geneeskunde 2002 Medische oncologie Palliatieve zorg: Pathofysiologie Klinische presentatie Diagnostiek Therapie Preventie Begeleiding
Wat maakt palliatieve zorg complex? Naderende dood Multi-problematiek Multi-dimensionaliteit Multi-disciplinaire benadering Fluctuerend, moeilijk voorspelbaar ziektebeloop
Symptom prevalence in palliative care Donnelly et al, 1995
Symptom prevalence in palliative care Walsh 2000 % Vaino 1996 % n=1000 n=1640 pain 84 pain 57 fatigue 69 weakness 51 weakness 66 weight loss 39 anorexia 66 anorexia 30 lack of energy 61 constipation 23
symptoom Medicatie Lichamelijke factoren Geloof Angst Stemming Eerdere ervaringen Omgeving Vermoeidheid
Causaal Symptomatisch Behandeling Causaal Symptomatisch Multi-dimensioneel Anticiperend
Inhoudelijk internist-oncoloog goed uitgerust voor palliatieve zorg Conclusie Inhoudelijk internist-oncoloog goed uitgerust voor palliatieve zorg
Ervaring met transmurale zorg o.a. Thuiszorgtechnologie Vervroegd ontslag uit het ziekenhuis Diabeteszorg Electronische communicatie
Knelpunten bij zorgaanbieders Informatie-overdracht tussen de zorgplekken Het herkennen van potentiële problematiek Bereidheid tot het vragen van ondersteuning Wachtlijsten
Uitdaging voor de internist-oncoloog in de praktijk Richting eerste lijn Intramuraal Heldere communicatie Nadrukkelijke aandacht voor palliatieve zorg Anticiperende adviezen
Specifieke rol in de palliatieve zorg Consultatie Richtlijnvorming Casuïstiekbesprekingen
Actieve rol in de netwerkvorming? Kanker de belangrijkste diagnose in de palliatieve zorg Internist-oncoloog best bekend met ziekte-beloop en mogelijkheden Voldoende inhoudelijk toegerust
Actieve rol in de netwerkvorming? JA Medeverantwoordelijkheid in het verspreiden van kennis en bieden van continuïteit van zorg