Democratie verkiezingssystemen
verkiezingssystemen Organisatie van verkiezingen heeft grote gevolgen voor de staatsstructuur. Proportionele verkiezingssystemen vs Niet-proportionele verkiezingssystemen Afhankelijk van de mate waarin de zetelverdeling in het parlement overeenstemt met de voorkeursverdeling van de bevolking
verkiezingssystemen Niet-proportioneel: het meerderheidssysteem a.h.v. Brits en Frans verkiezingssysteem GB 650 parlementsleden 650 districten (op basis van hoeveelheid mensen) ‘winner takes all’: enkel de persoon met meeste stemmen is verkozen Uninominaal of eennamig meerderheidsstelsel: 1 zetel toegewezen Relatieve meerderheid is voldoende, absolute niet nodig Verschil tussen relatieve en absolute meerderheid? (Maak oefeningen bij tabellen en grafieken op volgende bladzijden )
verkiezingssystemen Voorbeeld 1: Manchester Central Kiesgerechtigden: 56.446 Deelname aan verkiezingen: 32.120 stemmen (56,9%) Voorbeeld 2: Bath Kiesgerechtigden: 63.689 Deelname aan verkiezingen: 52.571 stemmen (82,5%) Kandidaat Stemmenaantal Percentage Patten (Conservative) 21.950 41,8 Richards (Labour) 4.102 7,8 Foster (Liberal Democrat) 25.718 48,9 McCanlis (Green) 433 0,8 Baker (Liberal Party) 172 0,3 Sked (Anti Federal League) 117 0,2 Rumming (zelfstandig) 79 Kandidaat Stemmenaantal Percentage Davies (Conservative) 5.299 16,5 Litherland (Labour) 23.336 72,7 Clayton (Liberal Democrat) 3.151 9,8 Buchanan (Communist League) 167 0,5 Mitchell (Natural Law Party) Wat kunnen we zeggen over de grote (in percentages) van de overwinning? Kan je verklaren waarom het opkomstpercentage bij de ene zo hoog ligt, en bij de andere zo laag?
verkiezingssystemen Voorbeeld 3: Vale of Glamorgan Kiesgerechtigden: 66.672 Deelname aan verkiezingen: 54.626 stemmen (81,9%) Voorbeeld 4: Western Isles Kiesgerechtigden: 22.983 Deelname aan verkiezingen: 16.106 stemmen (70,08%) Kandidaat Stemmenaantal Percentage Sweeney (Conservative) 24.220 44,3 Smith (Labour) 24.201 Davies (Liberal Democrat) 5.045 9,2 Haswell (Playd Cymru) 1.160 2,1 Kandidaat Stemmenaantal Percentage McGrigor (Conservative) 1.071 6,65 MacDonald (Labour) 8.995 55,60 Mitchison (Liberal Democrat) 495 3,07 Gillies (Scottish National Party) 5.379 33,40 Lionel (Referendum Party) 206 1,28 3. Vergelijk het aantal kiesgerechtigden in voorbeeld 3 en 4 en trek er een conclusie uit. 4. Wat is er zo eigenaardig aan voorbeeld 3?
Verkiezingssystemen Uitslagen verkiezingen Brits Lagerhuis Vergelijk het aantal zetels met het stemmenpercentage? Kan je aan de hand daarvan verklaren waarom er maar 2 grote partijen zijn? Er zijn geen coalities, waarom is dit niet nodig?
Verkiezingssystemen Wie zie je? Wie probeert er op haar hoofd in te hakken? Lukt dat? Wat is een mogelijk nadeel van het Brits verkiezingsstelsel? Wat gebeurde er in 2010 voor de eerste keer sinds 30 jaar?
Verkiezingssystemen Besluit: Het Britse kiessysteem is het éénnamig meerderheidsstelsel met relatieve meerderheid (of met één stembeurt). Éénnamig: Meerderheidsstelsel: Relatieve meerderheid:
VERKIEZINGSSYSTEMEN GB Voordelen en nadelen van Brits éénnamig meerderheidsstelsel met relatieve meerderheid: VOORDELEN: Men heeft een duidelijke keuze tussen links en rechts De regering beschikt over een stevige meerderheid in het parlement Men komt tot een HOMOGENE (één blok) en COHERENTE (duidelijk samenhangende) regering Het programma kan zo goed als volledig uitgevoerd worden (geen compromis) NADELEN: kleine partijen hebben bijna geen zetels (vb. liberalen en groenen halen 10 à 20% maar niet een evenredig aantal zetels) Een meerderheid in het parlement kan een minderheid in het land vertegenwoordigen (veel stemmen gaan verloren)
verkiezingssystemen Een meerderheid in het parlement kan een minderheid in het land vertegenwoordigen vb. 100 stemgerechtigden District 1 District 2 District 3 District 4
verkiezingssystemen FR Het Franse kiesstelsel: Frankrijk kent een éénnamig meerderheidsstelsel met absolute meerderheid (2 stembeurten) Het Franse kiesstelsel: één president mogelijk, dus: Kandidaten die genoeg handtekeningen verzamelen mogen deelnemen aan de eerste ronde. Twee kandidaten die de meeste stemmen hebben gehaald gaan door naar de tweede ronde. De tweede ronde is niet nodig wanneer één van de kandidaten in de eerste ronde reeds meer dan de helft van de stemmen haalt.
verkiezingssystemen FR Voor het parlement geldt bijna hetzelfde systeem als in Groot-Brittannië. Er zijn evenveel kandidaten als er districten zijn. Per district kan maar één kandidaat winnen. Alle kandidaten die meer dan 15% hebben gehaald in de eerste ronde mogen deelnemen aan de tweede ronde. Verdubbeld systeem
verkiezingssystemen FR Duidelijke keuze tussen links en rechts VOORDELEN: Duidelijke keuze tussen links en rechts De regering beschikt over een grote meerderheid in het parlement. Er is dus een stabiele, coherente regering die niet snel zal vallen. Kleinere partijen worden meer betrokken bij de tweede stemronde. NADELEN: De grote partijen worden bevoordeeld. Er gaan veel stemmen verloren Er bestaat een kans op een cohabitation. (systeem van gedeelde regeringsmacht: de president en de eerste minister zijn van een verschillende partij). Als links of rechts verdeeld is, dalen hun kansen om de president (of volksvertegenwoordiger) te leveren.
Verkiezingssystemen Proportionele verkiezingssystemen Proportioneel = meer evenredige verdeling op basis van de stemresultaten NOOIT EENNAMIG Per definitie niet-proportioneel 2 manieren om in meernamige verkiezingssystemen de zetels te verdelen over de deelnemende partijen. QUOTUM DELERREEKS
VERKIEZINGSSYSTEMEN Een quotum is een aantal stemmen dat een partij moet halen om een zetel te veroveren. Het meest eenvoudige quotum is: 100% tot. aantal zetels Vb. Als er 100 zetels zijn in totaal: Om een zetel te krijgen heeft een partij 1% van de stemmen nodig. Dit systeem wordt gebruikt in Nederland. Werk voorbeeld uit op p. 65
Verkiezingssystemen Tweede kamer Nederland: 150 zetels Partij Resultaat in % Resultaat gedeeld door quotum Aantal directe zetels CDA 28,6 28.6 / 0,67 42 PvdA 27,3 VVD 17,9 SP 6,3 LPF 5,7 Groen-Links 5,1 D66 4,1 Christen-unie 2,1 SGP 1,6 TOTAAL Tweede kamer Nederland: 150 zetels Quotum te behalen voor zetel: 0,67% Vul de tabel aan. Hoeveel zetels zijn er nog tekort?
Verkiezingssystemen Het Belgisch verkiezingssysteem maakt gebruikt van een delerreeks. (a.k.a. systeem D’Hondt) De delerreeks is 1, 2, 3, 4, 5, …: uitslag voor iedere partij wordt gedeeld door deze cijfers. Dat levert een heel aantal quotiënten op. Het aantal zetels wordt dan toegewezen in volgorde van de grootte van die quotiënten. Het systeem werkt dus ook met de logica van de grootste gemiddelden.
Verkiezingssystemen Gebeurt in België niet voor alle zetels van Parlement tegelijk. (i.t.t. quotum Nederland) wel per provincie Aantal beschikbare zetels per provincie berekend op basis van inwoneraantal. (vb. Lux = 4, Ant = 24) Werk het voorbeeld uit op p. 66
verkiezingssystemen Delerreeks VLD 30,7% SP.A-spirit 22,1% CD&V 19,1% VB 16,8% Groen! 4,5% N-VA 4,3% 1 30,7 22,1 19,1 16,8 4,5 4,3 2 15,35 11,05 9,55 ,,, 3 4 5 6 7 # zetels
verkiezingssystemen Delerreeks Imperiali (2,3,4,5,…) zou een heel andere oplossing geven. Maak de delerreeks ook voor deze indeling. Welke gevolgen heeft dat? Het Nederlandse systeem is proportioneler dan het Belgische. Waarom? In Nederland worden alle zetels tegelijk verdeeld. In België per provincie. Luxemburg kan met 4 zetels niet volledig proportioneel zijn. Met delerreeks is het moeilijker voor kleine partijen om hun eerste zetel te behalen.
verkiezingssystemen Sinds 2003 geldt in België ook de ‘kiesdrempel’ van 5% per provincie. Welke gevolgen heeft dit voor het systeem D’Hondt? Doel van kiesdrempel = tegengaan versnippering (aantal partijen beperken dat in het parlement mag zetelen) hoe meer partijen, hoe moeilijker het is om een beleid te voeren.
Verkiezingssystemen VOORDELEN van het proportionele systeem: Het systeem is democratischer dan het meerderheidssysteem Kleinere partijen maken ook een kans Er gaan relatief weinig stemmen verloren NADELEN van het proportionele systeem: Er moeten altijd coalities gevormd worden (minieme kans op absolute meerderheid) compromis minder stabiel beleid. De grote representativiteit in Nederland heeft ook als gevolg dat de Nederlanders hun vertegenwoordigers niet echt kennen.