De positie van de taxileraar binnen de organisatie
Positionering Bij positioneren gaat het om het verwezenlijken van een mentale plaats, een zogenaamde breinpositie. Anders gezegd: een plek in het hoofd van mensen. Wat kan je daar bij helpen? Je taak- en functie-omschrijving (je formele positie) Je informele positie Hoe kennen mensen jou? Wat kun je voor mensen betekenen?
Waar zit jij in hoofden van mensen? Wie heb je nodig om met je werk als taxileraar verder te komen? Heb je toegang tot deze mensen? Rechtstreeks? Makkelijk/moeilijk? Schrijf het eens op Geef aan tot wie je makkelijk en tot wie je moeilijk toegang krijgt Hoe ziet jouw ‘krachtenveld’ eruit?
Vergroten van je invloed Hoe doen jullie dat in de praktijk?
Werken aan je positie Informele invloed: in hoofden van mensen Zichtbaarheid (weten mensen wie jij bent; hoe maak je duidelijk wat je doet) Gedrag: initiatief tonen, ‘brutaal’ zijn, luisteren Benut mogelijkheden: werkoverleggen bv. Werk samen: optrekken met leidinggevenden / centralisten-planners; ondernemingsraad Invloedstijlen
Invloed uitoefenen
Basis invloedstijlen Energierichting Stijl Gedragssoorten Duwen Aansporen Normen stellen Beroep doen op autoriteit Oordelen Overtuigen Voorstellen Doen Argumenten Trekken Gemeenschappelijke visie Enthousiasmeren voor een gezamenlijk doel Onderzoeken Vragen stellen Luisteren Persoonlijk beroep doen Coalities sluiten
Duwen Trekken Overtuigen Aansporen Inspireren Onderzoeken Ik stel voor dat…. In de eerste plaats… Anderzijds…. Precies, gearticuleerd, onemotioneel, zonder franje Rustig, op vingers aftellen, afwegende gebaren, niet constant aankijken Zakelijk, koel, rationeel, redelijk, afstandelijk, beheerst Aansporen Ik verwacht van jou Ik waardeer in jou Als jij…., dan zal ik Indringend, staccato, op de voorgrond Stevige houding, indringend aankijken, scherpe gebaren Confronterend, persoonlijk Duwen Inspireren Jij met jouw…en ik met mijn… Waar we het samen…. Denk je eens in hoe geweldig…. Meeslepend, dynamisch, opwindend, vrolijk Dramatiek, wijds, stralend, beweeglijk, iedereen met ogen ‘vangen’ Saamhorigheid, enthousiasme, energiek, tintelend Onderzoeken Wat vind jij van…. Bedoel je te zeggen dat…. Ik voel me op dit moment … Warm, rustig, zachtjes, harmonieus Naar voren gebogen zitten, rustig aankijken, open, uitnodigende houding Open, belangstelling, vertrouwd, ruimte Trekken
Overtuigen Wat is het? Je richt je op de redelijkheid van je toehoorders. Voorstel doen: initiatief hiertoe nemen Argumenten voor je voorstel geven
Aansporen Wat is het ? Je vertrouwt op je wilskracht om iets te bereiken Normen of grenzen stellen; de afspraak is…. Beroep doen op je autoriteit; als taxileraar weet ik… Feedback geven; X vind ik goed, Y kan beter Onderhandelen; geven en nemen
Onderzoeken Wat is het ? Je verplaatst je in de ander en probeert hem vanuit zijn belang naar je toe te trekken Vragen stellen: Met open vragen kun je peilen wat de ander wil Luisteren Je krijgt zicht op het standpunt van de ander Als jij luistert, zal de ander dat ook doen Persoonlijk beroep Je vraagt de steun of instemming van de ander en laat zien dat je de ander nodig hebt Coalities sluiten: Medestanders zoeken; hoe meer invloed hoe beter
Inspireren Wat is het ? Collega’s enthousiast maken Een sfeer neerzetten van “we gaan er voor”
Invloedstijlen Wanneer geschikt? DUWEN OVERTUIGEN INHOUD - RATIO Helder doel voor ogen Bijdrage goed voorbereid Ander open voor zakelijke benadering AANSPOREN STRUCTUUR - NORM Weet wat je wilt Staat iets op het spel Drukmiddel aanwezig TREKKEN ONDERZOEKEN VEILIGHEID -AANSLUITING Bijdrage van de ander is belangrijk Medewerking nodig INSPIREREN DRAAGVLAK VOOR RICHTING Geloof gedeelde toekomst Bereid te investeren
Voorkeursstijl Welke voorkeursstijl heb jij? Er is geen goed/fout!! Wat levert je voorkeursstijl op? Wat neem je mee/wat ga je toepassen ?
Weerstand
Redenen voor weerstand Onzekerheid Moeten aanpassen van gewoonten Moeilijk vinden om het oude los te laten Je beperkt voelen Onderzoeken van weerstand: ‘De vinger op de zere plek leggen’; waar komt de weerstand vandaan?
Omgaan met weerstand Benoemen Zeg hardop dat je de weerstand voelt; de ander kan dan reageren Erkennen Laat weten dat je begrijpt dat de weerstand er is; de ander voelt zich gehoord Bevragen Vraag naar de bezwaren; dan kun je er op in gaan Meebewegen en kantelen Geef de ander gelijk (overdrijving); de ander zal gaan toegeven Vermijden Ga er niet op in; parkeer even Draagvlak creëren Maak de ander bondgenoot Van weerstand profiteren Leer van de bezwaren van anderen
Dank voor de aandacht en succes!