Ontwrichtend gedrag in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Mariet Clerkx november 2009
VG en OG? Beperkte uitingsmogelijkheden geringe frustratietolerantie Organische beschadigingen Beperkte uitingsmogelijkheden geringe frustratietolerantie problematische agressieregulatie Pedagogisch onmachtige ouders etc november 2009
Wie vertoont dat ontwrichtend gedrag nu eigenlijk? Maar toch: Wie vertoont dat ontwrichtend gedrag nu eigenlijk? november 2009
november 2009
november 2009
november 2009
november 2009
november 2009
november 2009
november 2009
november 2009
november 2009
Buurt in actie tegen komst gehandicapten november 2009
november 2009
november 2009
Ontwrichten: *Uit zijn verband rukken *Krachteloos maken *Desorganiseren *Verlammen *Ontredderen november 2009
Dus: Individu ↓↑ omgeving november 2009
november 2009
Bij beoordelen gedragsproblemen 4 aandachtsgebieden : 1 *De biotoop Invloed van omgevingsfactoren, huiscultuur en milieu november 2009
2 De somatiek Aanwezigheid van lichamelijke ziekten, klachten en gebreken, en reacties daarop. november 2009
3 De verstandelijke handicap Persoonskenmerken van de cliënt: cliënteigen baseline. Overvraging of ondervraging? november 2009
4 De psychiatrische ziekte Niet het gedrag op zichzelf, maar de afwijking van de cliënt-gebonden baseline vormt de aanwijzing voor de stoornis. november 2009
Ad 3: Verstandelijke handicap a. Beperkingen in intellectueel functioneren b. Beperkingen in adaptieve vaardigheden c. Vanaf geboorte of ontstaan in de jeugd november 2009
a. Intellectueel functioneren *In maatschappelijke context kenmerkend voor cultuur en leeftijd *Indeling in niveaus (volgens DSM IV) Diep: IQ<20-25 Ernstig: IQ 20-25 tot 35-40 Matig: IQ 35-40 tot 50-55 Licht : IQ 50-55 tot 70 Zwakbegaafd (zeer licht): IQ >70 november 2009
b. Adaptieve vaardigheden Conceptueel: omgang met taal, overzicht, plannen Sociaal: omgang met anderen, sociale weerbaarheid, normen en waarden Praktisch: ADL, vervoer, voorkomen gevaarlijke situaties november 2009
c. Vanaf jonge jaren Te onderscheiden van *Verworven hersenletsel *Later ontstane cognitieve defecten (psychosen, dementie, middelengebruik) november 2009
Risicofactoren voor ontwikkelen van psychiatrische stoornis a. biologisch b. psychologisch c. sociaal november 2009
Hersenafwijkingen (bijv. geboortetrauma) schildklierafwijkingen a. Biologisch Genetisch Hersenafwijkingen (bijv. geboortetrauma) Epilepsie schildklierafwijkingen november 2009
b. Psychologisch Beperkt overzicht Geringe stresstolerantie Geheugenproblemen Oordeels- en kritiekstoornissen Onrijpe afweermechanismen Laag zelfbeeld Beperkt abstract denken Beperkte copingstrategieën november 2009
c. Sociaal Gebrek aan ondersteuning en bescherming Onder- of overstimulering Problemen met vinden van werk Misbruik Rouw Gebrekkige integratie Problemen met opbouwen van netwerk Veranderingen of stress in directe omgeving november 2009
Psychiatrische stoornissen bij verstandelijk gehandicapten Gecompliceerd door: Zeer heterogene groep Beperkte communicatiemogelijkheden Veel somatische problemen (blindheid, doofheid) Atypische beelden Weinig screeninginstrumenten Wat is verstandelijke beperking, wat psychiatrie? november 2009
Psychiatrische beoordeling Familie-anamnese (familiaire belasting) Ontwikkelingsanamnese Somatiek (oorzaak handicap, ziektes, mobiliteit, zintuiglijke beperkingen) Sociale anamnese (relaties, school, werk) Psychiatrische voorgeschiedenis (beeldomschrijving) Medicatie, drugs Actuele klachten november 2009
Bij onderzoek zorgen voor *Zo veilig mogelijke omgeving *Eventueel aanwezigheid van vertrouwde anderen *Ontspannen, vriendelijke houding *‘het ijs breken’ *Nadenken over wel (vaak) of niet tutoyeren *Niet te lang:liever meerdere korte gesprekken *Oppassen voor sturende vragen *Veel info verzamelen (begeleidingsplan, vroeger *psychologisch onderzoek, heteroanamnese etc) *Indien nodig: gebruik visuele hulpmiddelen november 2009
Verwarring mogelijk rond: Symptomen die bij de ontwikkelingsfase passen: praten met fantasievriendjes symptomen die passen bij een beperkt begrip: geen waan maar onbegrip ook bij niet psychotische VG ontstaat snel cognitieve desorganisatie bij stress grote rol van taal(begrip): moeilijk diagnose te stellen bij lagere niveaus november 2009
Aspecten van de behandeling Voorlichting (psycho-educatie) Begeleiding Medicatie Psychotherapie cognitieve gedragstherapie november 2009
Crisis… en dan? Voorkomen is beter dan genezen (een crisis is vaak niet de eerste) Smeed het ijzer als het koud is: *Crisisbeleid binnen de instelling *Afspraken met psychiatrische instellingen in de omgeving. *Attent zijn op wat beleidswijzigingen betekenen voor individuele personen november 2009
Er moet nu wat gebeuren!!! Wie vertoont het ontwrichtend gedrag? (kijk verder dan de eerste indruk) Benoem ethische dilemma's bijvoorbeeld bijvoorbeeld rondom medicatie. Kondig de tijdelijk ervan meteen aan. Let op staken ervan. Zoek de krachten binnen het systeem op en zet die in. ‘Beheersing’ biedt meestal geen blijvende oplossing!! november 2009
Doorbreken van ontwrichting vraagt ‘behandelattitude’ Verwondering Onderzoekend Open, nieuwsgierig Sterk vermogen tot mentaliseren ‘meteen reageren’ kunnen beheersen Niet te bang Geldt voor individuele werker, team én leidinggevenden november 2009