Het kapitalisme in crisis? David Para Marxistische zomeruniversiteit 22 augustus 2008.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H3 Wat doe je met je geld Onderscheid tussen verschillende soorten uitgaven, om een goede begroting te kunnen maken Verschillende vormen van sparen en.
Advertisements

H 11: Eigen vermogen 11.1: aandelenvermogen 11.2: emissie van aandelen
Impact van fusies en overnames op de bedrijfscultuur
SIER-spel Doelen: Leren hoe in een markteconomie de verbanden kunnen liggen tussen een aantal kern-concepten uit de algemene economie; Leren dat het moeilijk.
Van zeepbel tot zeepbel David Para Marxistische zomeruniversiteit 22 augustus 2008.
H 22: Kosten van een duurzaam produktiemiddel (dpm)
Handel en marketing hoofdstuk 9
Kiezen voor een economische studierichting: ECA of ECB  Belangstelling kunnen opbrengen voor (actuele) economisch - maatschappelijke problemen  Aanleg.
Overgang van handelskapitalisme naar Industrieel kapitalisme
H3 Industralisatie en Ismen.
Elimineer het dollarrisico uit uw portefeuille
Oerproducent (bijv. de veehouder)
Protectionisme versus Internationale samenwerking
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Onderwerpen vandaag Geld en de overheid Geld in een open economie
Schaalvoordelen & internationale handel
Welvaartsverlies Pareto-efficiëntie.
6.1 Wat wordt de prijs? Winkeliers mogen zelf weten voor welke prijs ze hun producten verkopen. Hoe berekenen ze die prijs? Wat hebben vraag en aanbod.
Winstmaximalisatie monopolist
Open up een spel over openheid en rentmeesterschap beschikbaar onder de gnu public license dinsdagavond 14 sept 2004 jeroen j van beele versie 1.0.
In de vaart der volkeren
Hoofdstuk 17 De Geldmarkt
In het jaar 2007 kon je dit kopen voor €100: In het jaar 2012 kon je dit kopen voor €100: Koopkracht = Het geld wordt minder waard.
Internationale handel
Randstad Werkmonitor state of mind arbeidsmarkt (werknemer perspectief) juli – augustus 2007 B
Herhaling Examenstof M&O
INVESTERINGSPROJECTEN
Modellen VWO 6.
Niet-commerciële organisaties
Agenda  Les 15  wkn 14 2e  hs 2.6 winst & verlies
Jullie hebben lef... .
Inflatie oftewel stijging van het algemeen prijspeil
Herhaling Examenstof M&O
Onderwerp: De verschillende economische sectoren opsommen, met voorbeelden illustreren, hun relatief belang inschatten.
Jezelf bewegen…… De ander bewegen……
Hfst 5: De open economie met overheid
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Goede tijden, slechte tijden
Begrippen kennen Collectieve sector = publieke sector
OORLOG IN VIETNAM. ACHTERGROND Het midden van de 20e eeuw stond in het teken van de opkomst van grote mogendheden: de Verenigde Staten en de Sovjet Unie.
Get 5 Get Rich Get 5 Rich. © 2001 Goovaerts & Menick Wat Zou u Doen of Kopen Als u Zoveel Geld Zou Hebben en Niet Op De Prijzen Zou Hoeven Letten?
Oefening 17 p. 97 – les 5.
EU Uitbreiding Emeriti Forum Reflecties op presentatie van Minister Dehaene.
Antwoorden herhalingsopgaven
Basisboek Marketing Hoofdstuk 10 Inkomenselasticiteit.
H o o f d s t u k 3 H e t W e l v a a r t s p e i l § 3.1 Werken en waar? Drie bestaansmiddelen of economische sectoren Primaire, secundaire en tertiaire.
1. globalisering. 1 Weg uit Nederland a Daar zijn de lonen lager. Daar is de productie dus goedkoper. Tot 1989 bestond het IJzeren Gordijn nog. De uitwisseling.
PW Wisselkoersen Vraag 1: De uitvoer van Zwitserland naar de EU steeg, maar minder snel dan de invoer uit de EU-landen (= de uitvoer van de EU naar Zwitserland.
De Euro In de Eurozone. De EU bestaat momenteel april 2015 uit 28 landen.
Hoofdstuk 6 Productie.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
Antwoorden hoofdstuk 8. Antwoorden 8.3 a Toename van het aantal faillissementen. b 1700 / 95 x 100 = 1789 c Van de bedrijven die failliet gingen, waren.
Financieel Plan deel.
NEDERLAND HANDELSLAND
Vraag en Aanbod van financiële middelen & nominale en reële rente
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
Welkom VWO 5..
3.1 PRODUCTIE.
Toelichting jaarrekening 2016
Welkom VWO 5..
Welkom Havo 5..
Beste ath 4..
1. Wat is economische groei?
Beste ath 4..
Welkom Havo 5..
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
Economische kringloop
Maatschappelijke geldhoeveelheid
Centrale bank (ecb / dnb)
Maatschappelijke geldhoeveelheid
Transcript van de presentatie:

Het kapitalisme in crisis? David Para Marxistische zomeruniversiteit 22 augustus 2008

De monopolistische fase Rond bereikt het kapitalisme in haar vrije marktstructuur een hoogtepunt. Tussen 1870 en 1900 voltrekt zich de overgang naar het kapitalisme in een monopolistische marktstructuur. Werkdefinitie monopolie: zeer grote ondernemingen Oorzaak overgang: concentratie van kapitaal doorheen de opeenvolgende crisissen

De vrije concurrentie Kapitalist gaat lopen met de meerwaarde. Transfer van meerwaarde uit arbeidsintensieve sectoren naar kapitaalintensieve sectoren. Egalisatie van de winstvoet.

Transfer van meerwaarde in vrije concurrentie

De monopolistische fase _______________________________________ De tendens tot egalisatie van de winstvoet en de transfer van kapitalen tussen sectoren bestaat nog steeds. Maar deze tendens botst tegen de werking van de economische grondwet van het kapitalisme in haar monopolistische fase: de wet van de maximale winst

De monopolistische fase _______________________________________ Hoe eigenen de monopolies zich deze maximale winst toe? Door hun goederen te verkopen aan een prijs die hoger ligt dan de productieprijs: de monopolieprijs. Herinner: productieprijs = C + V + gemiddelde winstvoet

De monopolistische fase _______________________________________ Bijgevolg komt de prijs in de niet monopolistische sectoren vaak onder de productieprijs te liggen. De winstvoet in deze sectoren is dus lager dan de gemiddelde winstvoet. Er is dus transfer van meerwaarde van de niet-monopolitische sectoren naar de monopolistische sectoren.

De monopolistische fase _______________________________________ Opgelet: de overheersing van de monopolies belet noch de anarchie van de productie, de crisissen en de concurrentie. De concurrentie duurt voort: -tussen de monopolies -tussen de monopolies en de niet gemonopoliseerde ondernemingen

De monopolistische fase _______________________________________ Zodoende accentueert de overheersing van de monopolies de tegenstellingen binnen het kapitalisme en de uitbuiting van de arbeidersklasse tot in het extreme. Deze verhoogde uitbuiting in de loop van de productie wordt bovendien nog verhoogd door het feit dat de arbeiders als consument een hogere prijs moeten betalen aan de monopolist voor de geproduceerde goederen.

De monopolistische fase Kwalitatieve verandering = Uitschakeling markt en spel van vraag en aanbod, door: -de staat te betrekken (EU tegen China, USA tegen Irak, …) -de concurrentie op alle vlakken (politiek, ideologisch, …) -de samensmelting van bankkapitaal met industrieel kapitaal → ontstaan van de financiersoligarchie

Ontstaan van het financierskapitaal 1.Ontstaan van het financierskapitaal 2.De beurskapitalisatie 3.De fusies-opkopingen 4.De geldspeculatie 5.Het fictief kapitaal

Ontstaan van het financierskapitaal Het begin van het kapitalisme betekent de triomf van het industriële kapitaal. De overheersende vorm is dus: G - W... P... W’ - G’ Men moet meerwaarde creëren opdat het kapitalisme zich kan ontwikkelen. Het financiële kapitaal is secundair in deze fase. Het dient hoofdzakelijk voor de verschaffing op korte termijn van geld kapitaal, nodig voor het accumulatieproces.

Ontstaan van het financierskapitaal Dit verloopt voornamelijk via de disconto. Bijvoorbeeld, een staalbedrijf koopt steenkool van een steenkoolmijn. Maar, aangezien het nog geen staal verkocht heeft beschikt het nog niet over de nodige middelen om deze steenkool te kopen. De steenkoolmijn schrijft een wisselbrief uit en laat deze ondertekenen door het staalbedrijf. De wisselbrief kan worden gezien als een soort van lening op korte termijn. Zodra het staalbedrijf staal verkoopt kan het deze lening terugbetalen, met daarbovenop een bepaalde intrest.

Ontstaan van het financierskapitaal Maar ook de steenkoolmijn moet haar eigen leveranciers, arbeiders, … betalen. Hij brengt zijn wissel naar de bank die hem deze wissel reeds uitbetaalt (verdisconteert) met afhouding van een bepaald bedrag, de disconto. Zodoende wordt een deel van de meerwaarde, gecreëerd door de staalarbeiders, overgedragen naar de bank. Zodoende is tevens de steenkoolmijn niet gedwongen om grote hoeveelheden kapitaal te immobiliseren en kan deze de rotatiesnelheid van het kapitaal opvoeren, waarbij telkens meerwaarde wordt gecreëerd.

Ontstaan van het financierskapitaal Het financieel kapitaal dient op deze wijze de noden van het industrieel kapitaal en haar winst komt voor een deel uit doorgegeven meerwaarde. De bank kan in geval van nood aan liquiditeiten de wissel herverdisconteren bij de centrale bank. Op haar beurt rekent de centrale bank hiervoor een kost aan, de herdisconto.

Ontstaan van het financierskapitaal De herdiscontovoet die de centrale bank aanrekent is essentieel. 93% van de geldcreatie vindt plaats via privé banken (onder de vorm van leningen) (giraal geld genaamd). Slechts 7% van de geldhoeveelheid bestaat uit munten en biljetten (chartaal geld). Door de vaststelling van de herdisconterings- voet, bevordert of beperkt de centrale bank de geldcreatie in de economie (en daarmee de economische activiteit).

Ontstaan van het financierskapitaal Staalbedrijf Steenkoolmijn steenkool wissel Bank Centrale bank Lener in laatste instantie herdisconteringsvoet

Ontstaan van het financierskapitaal Langzaam aan overstijgt het financieel kapitaal haar rol als steunpunt (geld kapitaal) voor het industrieel kapitaal. De strijd voor de accumulatie tussen bedrijven maakt de verwerving van geld kapitaal essentieel. De bedrijven, die geen voldoende winst kunnen realiseren, zijn gehouden om een beroep te doen op de banken, teneinde in de running te kunnen blijven.

Ontstaan van het financierskapitaal De bank, die quasi over een exlusief monopolie over het geld kapitaal beschikt, wint aan belang en invloed. Terzelfdertijd kent de bank de situatie van de bedrijven en van de concurrentie. Indien de bedrijven niet zouden kunnen terugbetalen, kunnen de banken hun leningen omvormen in participaties en eigenaar worden van de bedrijven.

Ontstaan van het financierskapitaal Dit is wat er gebeurd is met la Société Générale de Belgique in Haar agentschap in Mons verleende een groot aantal leningen aan de steenkoolmijnen uit de streek. Deze mijnen konden, wegens de crisis van 1835 en de concurrentie met Engeland, deze leningen niet terugbetalen. De Generale beschikte over 2 mogelijkheden: de uitbetaling eisen en het faillissement vorderen van haar schuldenaars (en dus haar geld verliezen); de leningen omvormen in aandelen. Zij opteert voor de laatste optie en wordt de eerste gemengde bank uit de geschiedenis.

Ontstaan van het financierskapitaal De Generale is tegelijkertijd deposito bank en investeringsbank: gemengde bank. Zij verwerft deelnemingen in de steenkool, de staalnijverheid en de spoorwegen (toen nog privé). Zij behoudt deze aandelen gedurende de hele XIX de eeuw. Zij dient als model voor de grote Duitse banken, zoals de Deutsche Bank.

Ontstaan van het financierskapitaal Vandaar stelt Lenin in « Het Imperialisme »: « Concentratie van de productie, het daaruit onstaan van monopolies, het samensmelten of vergroeien van de banken met de industrie - ziedaar de wordingsgeschiedenis van het financierskapitaal en de inhoud van dit begrip » Lenin, Het imperialisme als hoogste stadium van het kapitalisme, Pegasus, 4de druk, p.59.

De beurskapitalisatie 1.Ontstaan van het financierskapitaal 2.De beurskapitalisatie 3.De fusies-opkopingen 4.De geldspeculatie 5.Het fictief kapitaal

De beurskapitalisatie De beurskapitalisatie is gelijk aan de optelsom van de beurskoersen van alle beursgenoteerde bedrijven vermenigvuldigd met het aantal aandelen van elk bedrijf. Bijv.: indien bedrijf A is samengesteld uit aandelen en elk van hen is euro waard, dan is haar beurskapitaal gelijk aan 1,2 miljoen euro. Indien bedrijf B aandelen heeft en elk aandeel is 700 euro waard, dan is haar beurskapitaal gelijk aan 1,4 miljoen euro.

De beurskapitalisatie Door de beurswaarde van alle bedrijven op te tellen, komen we aan het totale beurskapitaal. De stijging van het beurskapitaal komt voort uit 2 bronnen: - de intrede van nieuwe beursgenoteerde vennootschappen of de kapitaalsverhoging van de reeds genoteerde vennootschappen; - stijging van de beurskoersen.

De beurskapitalisatie Gemiddelde jaarlijkse verhoging kapitaal ,8 BBP ,3 Verhouding41,260,3101,670,9105,2 Evolutie van het beurskapitaal t.a.v. het wereld BBP tussen (in miljoenen dollars) Bron: World Federation of Exchanges: et FMI.

De beurskapitalisatie Gemiddelde jaarlijkse stijging kapitaal ,4 BBP ,8 Verhouding52, ,9105,6147,8 Evolutie van het beurskapitaal vergeleken met het BBP van de VS tussen (in miljoenen dollars) Bron: World Federation of Exchanges: et FMI.

De beurskapitalisatie Sinds 1990 is de groeivoet van het beurskapitaal gemiddeld 5,8% per jaar in de wereld en 8,4% in de VS. Dat is meer dan de groeivoet van het BBP. Bijgevolg wordt er meer geld gecreëerd op de beurs dan dat er toegevoegde waarde wordt gecreëerd

De fusies-opkopingen 1.Ontstaan van het financierskapitaal 2.De beurskapitalisatie 3.De fusies-opkopingen 4.De geldspeculatie 5.Het fictief kapitaal

De fusies-opkopingen De fusies en opkopingen zijn investerings- operaties die niet gericht zijn op de creatie van bijkomende productiecapaciteit, maar op het opkopen of samenbrengen van bestaande productie-eenheden. Hun toename wijst op een intense concurrentiestrijd tussen de productiereuzen.

De fusies-opkopingen Wereld68,945,774,7 Imperialistische landen 78,062,592,1 Derde Wereld 22,916,832,7 Deel van fusies & opkopingen in de directe investeringen in het buitenland (in %) Bron : berekend o.g.v. UNCTAD gegevens, World Investment Report.

De fusies-opkopingen Meer en meer beperken de investeringen van bedrijven zich tot het opkopen en fusioneren met andere bedrijven (en niet tot de creatie van nieuwe productiecapaciteit). In de « rijke » landen gaat 92% van de investeringen in het buitenland enkel naar mergers & acquistions. Dit neemt nog toe tijdens de periode tussen In 2001 een korte pauze met de beurs crash. Sinds 2004 hernomen in nog grotere omvang.

De geldspeculatie 1.Ontstaan van het financierskapitaal 2.De beurskapitalisatie 3.De fusies-opkopingen 4.De geldspeculatie 5.Het fictief kapitaal

De geldspeculatie Voor 1971 was de ruil tussen verschillende munteenheden zeer beperkt, aangezien de wisselvoeten min of meer vast stonden. De speculatie betrof enkel de marges en eventuele devaluaties. Dit wijzigt met de invoer van flexible wisselvoeten.

De geldspeculatie Begin avr-89avr-98avr-01avr-04 Dagelijks Bedrag Jaarlijks Bedrag Handel (jaarlijks) Verhouding H/JB7,04%5,26%2,02%1,52%2,08%1,97% Evolutie van de ruil van geld vergeleken met de internationale handel in de wereld tussen (in miljarden dollars) Bron: BRI, diverse rapporten, et WTO voor de handel.

De geldspeculatie De ruil van valuta explodeert. Zij stijgt tot ongeveer miljard dollar per dag (er vond een daling plaats in 2001 door de invoering van de euro). Deze ruil is slechts voor 2% te wijten aan koop en verkoop van goederen. Een belangrijk deel van deze ruil wordt tot stand gebracht door banken (die kapitaal aan elkaar uitlenen).

De geldspeculatie Maar daarnaast is er ook het beheer van de vreemde valuta stand van elke multinational. Elke multinational die wereldwijd opereert versluist dagelijks enorme geldhoeveelheden. Deze bedragen worden zeer nauwgezet beheerd, enerzijds om de onafhankelijkheid van bepaalde munteenheden te vrijwaren en anderzijds voor speculatieve doeleinden.

De geldspeculatie Volgens de meest recente schattingen zou de valutaruil in de wereld ongeveer miljard dollar per dag bedragen. De centrale banken in de wereld hebben reserves ten bedrage van miljard dollar, zijnde ongeveer een bedrag dat overeenstemt met 2 dagen monetaire transacties.

Het fictief kapitaal 1.Ontstaan van het financierskapitaal 2.De beurskapitalisatie 3.De fusies-opkopingen 4.De geldspeculatie 5.Het fictief kapitaal

Het fictief kapitaal Marx definieert het fictief kapitaal als kapitaal dat niet voortkomt uit de reële productie: bijv. beursstijgingen die niet voortkomen uit een stijging van de winsten (en dus van de door arbeid gecreëerde meerwaarde). Dit kapitaal is fictief, want op een bepaald ogenblik zal het verdwijnen in een crash.

Het fictief kapitaal Om het initiële kapitaal te compenseren, moet des te meer winst gemaakt worden. Dit terwijl de initiële winstprognoses vaak totaal irrealistisch zijn. Dat zorgt voor een verhoging van de druk op de bedrijven (en dus op de werknemers) om de resultaten te doen stijgen teneinde de beurskoersen te kunnen doen toenemen.

Besluiten « Het imperialisme of de heerschappij van het financierskapitaal is de hoogste ontwikkelingstrap van het kapitalisme, waarop deze scheiding een enorme omvang aanneemt. Het overwicht van het financierskapitaal op alle overige kapitaalsvormen betekent dat de rentenier en de financiersoligarchie een dominerende positie innemen; het betekent dat een gering aantal staten die over de financiële ‘macht’ beschikken, zich van de andere afzonderen.» Lenin, Het imperialisme als hoogste stadium, Pegasus, Amst., 4de uitgave, p.73