stijging van het algemeen prijspeil Inflatie stijging van het algemeen prijspeil Leidt tot vermindering van de koopkracht van geld: geldontwaarding
Gevolgen inflatie Van dezelfde hoeveelheid geld kan minder gekocht worden. Nominale waarde € 2. Reële waarde? Hangt af van de prijs van een artikel. De koopkracht (= reëel inkomen) daalt
Rente Je ziet bij een bank staan: rente is 4,6%. Dit is de nominale rente Nominale rente bestaat uit: Vergoeding uitstel consumptie Vergoeding risico dat gelopen wordt Vergoeding voor inflatie De eerste twee punten vormen de reële rente.
Stel: er is inflatie De interne waarde van geld daalt Als de nominale rente constant blijft, dan daalt de reële rente = de koopkracht van geld daalt Als de reële rente constant blijft, dan stijgt de nominale rente centrale bank zal dit bestrijden
Soorten inflatie kosteninflatie bestedingsinflatie Kostenstijging is doorberekend in de prijs voor consumenten Bij overbesteding gaan de prijzen voor de consument stijgen kosteninflatie bestedingsinflatie
redenering Rente stijgt Geld lenen onaantrekkelijker Rentekosten voor bedrijven stijgen Gezinnen minder geld Consumptie daalt Indien doorberekend in prijs Vraag op de goederenmarkt daalt Productie van de bedrijven daalt prijsstijging Overbesteding daalt kosteninflatie Bestedingsinflatie neemt af
Getallenvoorbeelden € 1000 Prijs € 10 (gemiddeld per product) Koopkracht 100 producten Loon stijgt 2,3 % Inflatie 2,7% Nominale rente 4,5% Inflatie 2,5% Reële rente … 104,5 / 102,5 *100 = 101,95 102,3 / 102,7 * 100% = 99,6 Koopkracht van het loon verandert met Geldontwaarding: 100 – 50 / 100 * 100% = 50% Prijs stijgt met 100% Dus: Prijs wordt € 20 Koopkracht 50 producten Reële loon daalt met 0,4% 1,95%
Consumentenprijsindexcijfer De gewichten van het pakket goederen uit het basisjaar vindt het CBS met het Berekenwijze: Gewicht * prijsindexcijfer + gewicht * prijsindexcijfer + enz Net zo vaak als er categorieën zijn. Optellen en dan vind je het CPI. Schrijf daarbij vb 20% van 102 als 0,2 * 102. budgetonderzoek bij gezinnen Om de 5 jaar past het CBS de gewichten aan. Er zijn andere artikelen gekomen of belangrijker geworden. De basis van de reeks wordt dan verlegd: ander jaar als basis
Getallenvoorbeeld Gemiddeld prijsniveau in 2001 is gestegen met 2,5% in vergelijking met het prijsniveau in het basisjaar.
Geïmporteerde inflatie Veroorzaakt doordat de kosten van geïmporteerde goederen in het buitenland gestegen zijn en door Nederlandse bedrijven doorberekend zijn in de prijs. OOK ontstaan door het doorberekenen van een daling van de wisselkoers: geïmporteerde kosteninflatie Veroorzaakt doordat door een stijging van de export de effectieve vraag zo gestegen is dat de productiecapaciteit tekortschiet: geimporteerde bestedingsinflatie
Overheidsbeleid Structuurbeleid bij kosteninflatie: Vormen van subsidies waardoor kosten dalen Belastingmaatregelen waardoor kosten lager worden. Bestedingsinflatie Overheidsbestedingen laten dalen waardoor de effectieve vraag daalt. Belastingen laten stijgen waardoor besteedbaar inkomen en consumptie en effectieve vraag daalt.