ALS JE IN – niet uit – HET LEVEN WIL STAPPEN Over grenzen en goesting: tweesporigheid van de christelijke ethiek Roger Burggraeve ethicus & bijbelfilosoof KU Leuven Dag van Godsdienst 8 februari 2012 Kortrijk (Kulak) A01A4A Christelijke seksualiteits-, huwelijks- en gezinsethiek
Startvraag “Wat jonge mensen vandaag aan christelijke ethische visie meegeven?” Meerdere modellen mogelijk: – bvb. ‘barmhartigheid en rechtvaardigheid’ – Keuze voor één model, vanuit ‘rijke jongeling’.
1. Jongeren geprangd tussen emotie en grens (1) Enerzijds: individualisering, persoonlijke smaak en voorkeur. Bijgevolg sentimentali- sering: veel emotie (goesting) & weinig wet. (2) Anderzijds: Zerotolerantie tegen agressie, misbruik en ‘vuile manieren in de stad’. (3) Dus: goesting en wet lijken onverzoenbaar. (4) Vraag: Hoe goesting en wet positief met elkaar verbinden?
2.“Goede meester, wat moet ik doen…?” ‘Door-denkende’ lezing van verhaal van rijke jongeling (tekst: volgende dia). Betreft een ‘wel-gestelde’, die blijkbaar toch een ‘tekort’ ervaart (stelt vraag). Tekort is (een) oorsprong van begeerte naar het volle leven (cf. ‘jeu de pousse- pousse’).
“Eens kwam iemand [een aanzienlijk man] naar Jezus toe om te vragen: [Goede] Meester, wat [voor goeds] moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?’ Hij zei hem: ‘Waarom wil je van mij weten wat goed is? [Waarom noem je mij goed?] Eén slechts is er goed. Als je het Leven wil binnengaan, onderhoud dan de geboden.’ ‘Welke?’ vroeg hij. Jezus antwoordde: ‘De bekende: Gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult niet stelen, gij zult niet vals getuigen, eer uw vader en uw moeder en gij zult uw naaste beminnen als jezelf’.” (Mt 19,16-19; Lk 18,18-20; Mk. 10,17-19).
Op zoek naar een ‘alwetende, almachtige meester’ (une autorité supposée savoir et pouvoir, Lacan). Actuele terugkoppeling: in waardenplura- lisering op zoek naar ‘guru’. “Eén is er goed”: Jezus weigert zo’n vergoddelijkte guru te zijn (<> idolatrie). Ruimte voor onafhankelijkheid (cf. Gn 1,26- 27: naar Gods beeld, niet naar Gods gelijkenis).
3. “Als je in het leven wilt stappen…” “Houd je aan de geboden” <> Hoe kan een gebod, sterker nog een verbod, de weg naar het volle leven tonen? Verhaal van ‘vijfwegen’ en verbod als aanduiding van ‘doodlopende weg’. Ondergrens > zerotolerantie > Gr-Ov-gedrag. Verboden scheppen ruimte voor ethische en creatieve vrijheid (cf beeld glas, voetbal). Verboden tonen enkel voorwaarden tot liefde (Augustinus).
Keerzijde van verboden: geen geboden maar gezindheden en deugden. Nood aan participatiegemeenschap: esthetiek van de ethiek (> voorbeelden). Voorbij het normatieve naar het trans- normatieve: ‘moral permissions’ (noch verboden noch verplicht – Urmson); ‘supererogation’ (Heyd).
3. Uitwerking: vijf beloftevolle kostbaarheden ‘Niet doden’: eerbied voor het leven & mededogen. ‘Niet liegen’: vertrouwen en betrouwbaar-heid. ‘Niet stelen’: rijkdom van ‘mijn en dijn’. ‘Gij zult geen overspel plegen’: scheppende trouw. ‘Gij zult niet begeren [wat u niet toebehoort]…’: beschaafde goesting. Uitdaging: consistente relationele ethiek. ‘Eer uw vader en uw moeder’: loyaal t.o.v. traditie én ‘zich losmaken’ (Gn 2,24).
Tot slot Het verhaal van de eekhoorn en de krekel (vrij naar Tellegen) Dank u wel!