Over vuur, brandstoffen en alternatieven. Een brandend vuurtje Over vuur, brandstoffen en alternatieven. Lesontwerp voor groep 6 t/m. 8 basisonderwijs
Leerdoelen Leerlingen weten dat vuur warmte en licht geeft, oftewel energie. Leerlingen weten dat voor vuur brandstof, een ontsteking en lucht (met zuurstof) nodig is. Leerlingen ontdekken proefondervindelijk wat ‘brandt’ en wat ‘niet brandt’. Leerlingen weten dat brandstoffen vaak van planten afkomstig zijn: papier, hout, textiel, plastic, kaarsvet, aardolie, wasbenzine. Leerlingen ontdekken dat kaarsvet lang brandt, maar alleen met een lont. Ze ontdekken dat kaarsen gebruikt kunnen worden als lichtbron. Leerlingen ontdekken dat er bij het verbranden van brandstoffen stoffen vrijkomen in de lucht, en dat die vervuilend zijn of klimaatverandering veroorzaken. Leerlingen maken kennis met een lamp die brandt op door de zon oplaadbare batterijen. Leerlingen begrijpen dat dit heel handig is voor gebieden waar ze geen elektriciteit hebben.
Introductie Waar gebruiken we vuur voor? Wat brandt en wat brandt niet. Wat is verbranding? Dia 5 gebruik van vuur Dia 6/7/8 wat brandt en wat brandt niet Dia 9/10 wat is verbranding? Digibord Materialen die kunnen branden of juist niet. Keukenaansteker Pincet Stenen bord Kernles Kaarsen maken Dia 11 (komen nog dia’s bij n.a.v. leskist) Inhoud leskist kaarsen maken Kernles 2 Proef met gloeilamp Proef met staalwol Fossiel of duurzaam Dia 12 Dia 13 Dia 14 Gloeilamp Fitting Elektriciteit uit stopcontact Batterij, staalwol Verwerking Proefjes met zonne-energie Uitproberen waka-waka-lamp Sponsoractie waka-waka lamp. Dia 15 Waka waka-lamp + batterij op zonne-energie.
Vuur! In de Griekse mythologie stal Prometheus het vuur van de goden. De goden waren zo boos dat hij voor opgehangen aan een rots. Elke dag at een roofvogel zijn lever uit zijn lichaam. En elke dag groeide er een nieuwe lever. Waarom waren de goden zo boos? Omdat vuur heel erg bijzonder is en dat je er heel veel mee kan doen. Filmpje: http://youtu.be/hRC_2tOPYKc Of: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20091223_vuurmaken01
Wat heb je aan vuur? Maak een lijst! Vuur geeft warmte. Vuur geeft licht. Vuur geeft energie Je kunt erop koken. Jaagt de wilde dieren weg. Je kunt er wapens mee maken. Je kunt snel bos wegbranden. Etc.
Wat brandt en wat niet? Wat zou wel, en wat zou niet branden? Maak een lijst van materialen die je kunt proberen in de brand te steken. Voorspel of het wel of niet brandt.
Maak een lijst en voorspel of het brandt. Brandt wel Papier Hout Textiel Kaarsvet Gas Olie Plastic Spiritus Brandt niet IJzer Steen Water Lucht
Probeer het uit – centraal door de leerkracht. Verzamel brandbaar- en niet brandbaar materiaal. Zorg dat het veilig is om het te branden. Gebruik een pincet en de keukenaansteker Doe het boven een stenen bord. Zorg dat evt. De rookmelder is uitgeschakeld of probeer het buiten op het schoolplein. Terug in de klas vul je in of je verwachting wel of niet klopte. En hoe kan dat?
Wat heb je nodig om vuur te maken? Brandstof Een ontsteking (lucifer, vonken, wrijving, hoge temperatuur) Lucht
Vuur is een chemische reactie Als je iets verbrandt, verandert de brandstof in iets anders, namelijk in as. Soms verdwijnt de brandstof helemaal. Als je iets verbrandt komen daar andere stoffen bij vrij, zoals gas en roet. Laat het zien door een stukje karton boven een kaars te houden. Die gassen en dat roet zijn ongezond. Kijk naar dit filmpje: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20110601_verbranding01 (beetje moeilijk?)
Kaarsen maken Een bijzonder voordeel van vuur is dat het licht geeft. Je kunt kaarsen gebruiken of olielampjes. In deze les gaan jullie kaarsen maken. Het kaarsvet dat je hier gebruikt komt van bijenwas. Bijen maken het van planten. En planten bestaan uit koolstof. De meeste kaarsen bestaan uit paraffine. Paraffine wordt gemaakt van aardolie. In aardolie zit ook koolstof. Kaarsvet heeft het kenmerk dat het een lont nodig heeft. En dat het langzaam verbrandt. Koolstof is de belangrijkste grondstof voor energie. Het wordt gewonnen als aardolie, aardgas en steenkool: de fossiele brandstoffen!
Een gloeilamp ‘brandt’ ook Doe een proefje met een ‘ouderwetse’ gloeilamp. Zie dat het draadje in de lamp gaat gloeien. De lamp werkt op elektriciteit. Elektriciteit uit het stopcontact komt meestal van fossiele brandstoffen. Laat zien dat het werkt met staalwol en een ouderwetse batterij. De staalwol gaat gloeien. Tegenwoordig heb je spaarlampen en ledlampen. Die werken op een andere manier, maar gebruiken ook elektriciteit.
Fossiel of duurzaam? Fossiele brandstoffen raken op en zorgen voor uitstoot van broeikasgassen (CO2-gas) Energiebronnen die nooit uitgeput raken, is de energie van de zon en van de wind. Voor zonne-energie heb je zonnepanelen nodig. Voor windenergie heb je windmolens nodig. Kun je ook licht maken van zonne-energie?
Waar brandt de zon dan op? De zon is een ster. In een ster vindt geen verbranding plaats. Maar iets dat kernfusie heet. Niet te diep op ingaan! De zon brandt nog miljarden jaren door en kan genoeg energie maken voor ons allemaal. Als we het maar slim kunnen opvangen. Zonne-energie is dus een duurzame energiebron. Hij raakt nooit op!
De waka-waka-lamp Laat het filmpje zien: http://youtu.be/o_MCiT2Cat8 -vertaal het voor de kinderen. De waka-waka-lamp is een Nederlandse uitvinding. Je laadt een batterij op met zonne-energie. De batterij laat ‘s avonds de zuinige ledlamp branden. Dat geeft zelfs meer licht dan een kaarsvlammetje. En je hebt geen uitstoot van broeikasgassen en roet. De waka-waka lamp is gemaakt om in de derde wereld kinderen te kunnen laten studeren bij een goede en gezonde lichtbron! Probeer de waka-waka-lamp uit. Voer een sponsoractie voor de waka-waka lamp (??)
Websites http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/54033-verlichting-door-vuur-in-het-verleden.html http://voordewereldvanmorgen.nl/Nieuws/Eerste_WakaWaka_lamp_overhandigd?gclid=CLLBz5D2lbcCFYRQ3god_CYAmg
Extra?? Vuur maken zonder lucifers Probeer het uit: Met een vuurboog Met magnesiumsticks Met een vergrootglas in de zon Bouw van klein naar groot, ontbrandingsmateriaal: wattenschijfjes, pluis van lisdodde of tonderzwam. Laat deze proefjes door de leerlingen zelf doen op het schoolplein. Op een dag dat het droog is, en niet te hard waait. Wat heb je geleerd: Je hebt een ontsteking nodig Je hebt brandstof nodig Je hebt zuurstof/lucht nodig.