1 VPT okt “Keeping up appearances” Schone schijn. Is het allemaal illusie of is het gewoon harde techniek? Joost Krul MarketQuest International

2 VPT okt Even wat ondertitels:  Schone schijn (wat zit erachter?)  We willen het zo graag!  Schijn bedriegt (is dit zo?)  We vragen om bedrogen te worden!  De wereld wil bedrogen worden (wat is bedrog?)  Het bedrog dat we over ons afroepen omdat we het leuk vinden!

3 VPT okt Het beeld dat een buitenstaander heeft van de theaterwereld en hoe deze hier tegenaan kijkt  Glitter en Glamour  BN’rs ontmoeten en zien  De schijn moet kloppen  Dit is slechts gedeeltelijk waar, want:  De show moet wel lopen  Er zijn “gewoon” mensen bij betrokken  Er dient wel “gewoon” geld te worden verdiend  Kortom geen besef wat er allemaal omgaat!!  Vraag is; is het belangrijk dat het publiek weet wat er omgaat?

4 VPT okt Waar gaan we het over hebben  Positie van de techniek?  Algemene trends en gelden deze ook in de theater (amusement) wereld?  Wat is zakelijk?  Wie is de klant?  Communicatie met de klant?  Hoe dit te verbeteren?

5 VPT okt Positie van de techniek

6 VPT okt Deze kennen we allemaal  De bezoeker die een rit gaat maken beseft niet dat:  het een hoogwaardig technisch apparaat is  het ontwerp veel tijd kost  zo’n apparaat veel geld kost  zo’n apparaat onderhouden moet worden  zo’n apparaat veilig moet zijn  Etc.  Voor de gebruiker telt:  De sensatie die de rit bij teweeg brengt!!!  Of te wel het bedrog van de adrenaline!  Is dit zijn geld waard??????

7 VPT okt Schijn bedriegt  Ja en nee  De klant vindt de schijn noodzakelijk!  Hij wil het zich niet beseffen!  Hij wil genieten van zijn ervaring!  De rest is ondergeschikt heeft geen prioriteit!  Het lot van degenen die er aan werken is  de anonimiteit waar ze in leven

8 VPT okt Criteria voor dit soort attracties  M 2 beslag binnen het terrein  Capaciteit per uur  Verwachte thrill voor bezoeker (adrenaline stoot)  Exploitatie kosten (Energie, onderhoud, benodigd personeel etc.) Conclusie: Dus uiteindelijke bijdrage aan netto inkomsten van de exploitant

9 VPT okt Theater  100 – 365 voorstellingen per jaar!  Dagelijks andere eisen!  Ambachtelijk?  Flexibel?  Velen brengen eigen techniek mee!  Theater faciliteert de voorstelling!  Minimale voorzieningen? Zie het spiegeltje Handgeschreven!

10 VPT okt Trends, die algemeen gelden en dus ook in het theater!  Alles wordt steeds complexer en technischer  Resultaat steeds meer “schone”schijn  Meer regels en voorschriften  Druk op kosten en opbrengsten en druk op prestatie Uiteindelijke noodzaak het leveren van; Meerwaarde Noot: Uiteindelijk keihard uit te drukken in €

11 VPT okt Zakelijkheid is “Geld verdienen!”  Ook een theater is een onderneming en heeft dus te maken met geldstromen!  Belangrijkste inkomende geldstroom is:  bezoekers aan voorstellingen!  Wanneer komen er veel bezoekers, als de voorstellingen goed zijn en de faciliteiten goed zijn hier ontstaat een spanningsveld: Bezoekers Voorstellingen Faciliteiten

12 VPT okt Altijd hetzelfde! Money makes the world go round!  Kip of ei, wat moeten wij doen om als podium succesvol te zijn?  Als eerste beseffen wat het succes van uw podium bepaalt!  Afvragen wie zijn uw klanten en welke criteria hanteren zij?  Afvragen waar U invloed op heeft om de kans van slagen om succesvol te worden te vergroten?  Afvragen wat Uw inspanningen opbrengen (in €) voor de “zaak”? Niet denken en handelen in kosten (inspanningen) maar in opbrengsten (resultaten)

13 VPT okt Waarde creatie is de topic dus:  Belangrijke vraag:  Wie zijn Uw klanten, dus degenen die er zorg voor dragen dat geldstromen richting het theater komen  en wat is meerwaarde voor hen?

14 VPT okt Wie is (zijn) Uw klant(en)?  De bezoeker van dit theater?  De subsidie verstrekker van dit theater? Wie faciliteren of zijn noodzakelijk  De directie van het podium en de faciliteiten?  Het gezelschap dat de voorstelling verzorgt?  Arbeidsinspectie? Dus U heeft te maken met nogal wat partijen!

15 VPT okt Communicatie met klanten en andere partijen  Heeft te maken met zenden en ontvangen.  Bij ontvangst wat doen met gegevens.  Voorwaarde er kan iets mee worden gedaan.  Dus de taal van de ontvangende partij bezigen Conclusie is dat de vele partijen alle, niet alleen, een andere taal spreken maar ook andere belangen hebben! Dus inleven is van belang!!

16 VPT okt Wat zijn dan de verschillen tussen de 5 genoemde partijen DDirectie OOmzet en winst FFinanciële huishouding SStatus omgeving SStatus subsidie verstrekker GGezelschappen FFaciliteiten CCoöperatie SSfeer zaal AArbeidsinspectie VVoorschriften handhaven  Bezoekers  Comfort  Voorstellingen  Sfeer  Subsidie verstrekker  Imago/status van de faciliteiten  Belang voor stad/regio  Experimenten  Nieuwkomers Nogal wat verschillen niet waar??

17 VPT okt Om te voorkomen dat dit gebeurd dienen we te veranderen

18 VPT okt Ze heeft het weer geflikt om niet naar anderen te luisteren!

19 VPT okt Verbeteren  Dus realiseren dat deze verschillen er zijn  In de situatie altijd afvragen wat levert het op  (iets dat heel duur is kan heel goedkoop zijn of omgekeerd)  Vanuit de positie van de ander redeneren en dus ook argumenteren  Vertalen naar €

20 VPT okt We doen het voor het volgende: