Nog 65 lesdagen…
verlangen om zo veel mogelijk tandenborstels te bezitten Harry verlangen om zo veel mogelijk tandenborstels te bezitten gevoel dat tandenborstels stelen niet mag
Harry is kleptomaan, hij kan niet anders gevoel dat tandenborstels stelen niet mag verlangen om zo veel mogelijk tandenborstels te bezitten Harry is kleptomaan, hij kan niet anders
gevoel dat fietsen stelen niet mag verlangen om fiets te stelen Mirjam
gevoel dat fietsen stelen niet mag Mirjam verlangen om fiets te stelen
Mirjam had ook iets anders kunnen doen dan ze deed… verlangen om fiets te stelen Mirjam gevoel dat fietsen stelen niet mag Mirjam had ook iets anders kunnen doen dan ze deed…
Maar is dat eigenlijk wel zo… In beide gevallen zijn er toch oorzaken voor het gedrag?
We kunnen doen wat we willen, maar we kunnen niet willen wat we willen
Determinisme
Determinisme Oorzakelijk – alles wat we doen heeft een (neurale) oorzaak die we niet zelf gekozen hebben
Determinisme Oorzakelijk – alles wat we doen heeft een (neurale) oorzaak die we niet zelf gekozen hebben Sociaal – mensen zijn sociale groepsdieren die hun gedrag op anderen afstemmen
Waarom toch nog geloven aan de vrije wil? Drie redenen (drie invullingen vrije wil): Vrije wil als dat waardoor we moreel verantwoordelijk zijn Vrije wil als doen wat je zelf wilt, zelfontplooiïng Vrije wil als aansturing van je lichaam Huiswerk: lees # 1.4, 1.5
Het antieke en middeleeuwse denken over de vrije wil
Wie weet wat goed is wil (en doet) dat ook Klassieke oudheid Weten = Willen ( = Doen) Wie weet wat goed is wil (en doet) dat ook Tenzij je niet kunt door: - begeerten en passies - onwetendheid - Goden
Weten = Willen ( = Doen) Socrates Zoekt het goede, want wie weet wat het goede is, die doet het ook
Denken doorzien – Wie is de mens Plato 0.50 – 3.50
Plato Weten = Willen ( = Doen) De ziel als een tweespan Rede Hartstochten Begeerten Vooral de begeerten zijn moeilijk in toom te houden
Weten = Willen ( = Doen) Aristoteles Onderzoekt akrasia (onvermogen) Je weet de algemene regel wel (Wees matig) Maar je past die niet of verkeerd toe in de concrete situatie, omdat: a. je gevoelens deden je vergeten om matig te zijn b. je vergiste je in de situatie (wodka koppiger dan je denkt)
Wie weet wat goed is wil (en doet) dat ook Klassieke oudheid Weten = Willen ( = Doen) Wie weet wat goed is wil (en doet) dat ook Tenzij je niet kunt door: - begeerten en passies - onwetendheid - Goden
Klassiek: Hij weet het niet, of Hij kan het niet (laten).
Denken doorzien – Wie is de mens Christendom 7.07 – 10.48 (na schaduwspel)
Augustinus – Belijdenissen boek 2 IV Hij pleegt met zijn kameraden diefstal. Er stond een perenboom in de buurt van onze wijngaard, beladen met vruchten, die noch door schoonheid noch door smaak verlokkelijk waren. Om deze af te schudden en mee te nemen trokken wij, slechte jongelieden, er op uit in het holst van de nacht, nadat wij tot die tijd toe naar onze verfoeilijke gewoonte ons spel op pleinen en straten gerekt hadden, en wij namen vandaar geweldige vrachten mee, niet om op te eten, maar om zoomaar voor de varkens te gooien, nadat we er misschien een paar van hadden gegeten, alleen maar om iets te doen, waar we plezier in hadden, omdat het niet mocht.
Ik wilde diefstal plegen en deed het, niet uit gebrek, Ik wilde diefstal plegen en deed het, niet uit gebrek, tenzij uit gebrek aan rechtvaardigheid en uit afkeer daarvan en gedreven door overvloed van slechtheid. Want ik stal, wat ik overvloedig had en veel beter, en ik wilde niet genot hebben van wat ik door de diefstal verkreeg, maar van de diefstal en de zonde zelf.
Weten = Willen ( = Doen) Christendom (Augustinus) Wie weet wat goed is wil dat nog niet automatisch: de wil kan immers goed of slecht zijn
Ik weet dat stelen slecht is, maar ik wil het slechte Augustinus weet dat stelen slecht is (en hij wil dus eigenlijk niet stelen), maar hij houdt zoveel van peren dat hij geen weerstand kan bieden Ik weet dat stelen slecht is, maar ik wil het slechte (en van peren hou ik niet)
Klassiek: Christelijk: Hij weet het niet, of Hij weet het wel Hij kan het niet (laten). Hij kan wel (laten) Maar hij wil het niet
De ontdekking van de wil Augustinus De ontdekking van de wil (als iets wat los staat van ons denken, en op zichzelf goed of slecht kan zijn)
Zonde = ongehoorzaamheid t.o. God “Ik weet dat het niet mag” “Ik kan het laten” Ik wil het niet laten Sinds de zondeval in het paradijs is onze wil slecht Alleen met Gods hulp kunnen we goede dingen willen en doen
Lees (huiswerk): Hoofdstuk 1 http://youtu.be/zKAW96N-Vms
Documentaire Kuklinski http://youtu.be/_vn7Hz2PK7s http://youtu.be/OrPv9AUeypY psych 1 http://youtu.be/p0oIV38Q1LI psych 2