27 januari 2013 PTC Barneveld José Oost, Heddy Boelsma & Rob de Bruin Bijscholing voltige instructeurs “Voltige gezien door de ogen van de jury” 27 januari 2013 PTC Barneveld José Oost, Heddy Boelsma & Rob de Bruin
Verschil tussen jury – trainer Jury beoordeelt alleen wat hij op dat moment ziet Trainer maakt proces door en kijkt naar vorderingen en verbeterpunten
Guidlines/Handboek Biedt juryleden en voltigeurs handvatten bij beoordeling van de oefeningen: Essentie van de oefening Beschrijving van de oefening De basisscores > Te vinden op de FEI site en KNHS site
Basisscore & aftrek De basisscore geeft zoals het woord het al zegt een basis aan voor een bepaalde uitvoering. Daarvan worden nog aftrekpunten getrokken voor “fouten” in de uitvoering.
Aftrek Kleine fouten (tot 1 punt): Middelgrote fouten (tot 2 punten): slechte voet- en/of armhouding, te ontspannen lichaamshouding, het hoofd laten hangen, te weinig oprichting. Middelgrote fouten (tot 2 punten): afwijkingen van de optimale techniek, tegen de beweging van het paard in bewegen, een harde landing, herhaling van de oefening, duidelijke houdingsfouten, te weinig bewegingswijdte. Grote fouten (meer dan 2 punten): balansfouten, waarbij het paard uit balans wordt gebracht, het in elkaar storten van een oefening, het terug klauteren op het paard na een val.
Opsprong Wat is de essentie van de opsprong? Beweging in harmonie met het paard uitgevoerd Hoogte en positie van het lichaamszwaartepunt
Opsprong Zwaaibeweging Continuïteit lichaamszwaartepunt Parallelliteit schouders en heupen Handstand Landing
10 Handstand positie met een rechte, nagenoeg verticale lichaamsas. De benen zijn in een spagaat in een verticale lijn met het linkerbeen naar beneden. De heupen en schouders zijn op het hoogste punt parallel aan de schouderas van het paard. 8 Lichaamsas is recht tot circa 70%, maar armen zijn niet uitgestrekt. De benen zijn in een spagaat in een verticale lijn met het linkerbeen naar beneden. De heupen en schouders zijn op het hoogste punt parallel aan de schouderas van het paard.
6 Lichaamsas is recht tot 30%, maar armen zijn niet uitgestrekt. De benen zijn in een spagaat in een verticale lijn met het linkerbeen naar beneden. Het lichaamszwaarte punt is niet boven de grepen. De heupen en schouders zijn op het hoogste punt parallel aan de schouderas van het paard. 5 De schouders zijn lager dan de grepen en aan de binnenzijde van het paard tijdens het hoogste punt van de opsprong. Het lichaamszwaartepunt bereikt de hoogte van de paardenrug.
Opsprong Bekijk het filmpje en kijk per opsprong naar: Zwaaibeweging Continuïteit lichaamszwaartepunt Parallelliteit schouders en heupen Handstand Landing Bepaal de basisscore en aftrek
Vlag Wat is de essentie van de vlag? Beweging in harmonie met het paard uitgevoerd Balans en souplesse (met name schouder en heup)
Vlag Bank Arm/been tegelijk (alleen klasse A,B,C) Lijn hand-hoofd-voet In harmonie met het paard Hele onderbeen op het paard Parallelliteit 4 galopsprongen
10 Correcte uitvoering van de techniek, met een opgerichte houding. Waarbij de beweging van het paard volledig wordt geabsorbeerd in de gewrichten. 7 Correcte uitvoering van de techniek. 5 Bankpositie is correct, rechterheup is uitgedraaid. Met een geringe oprichting in linkerarm en rechterheup.
Vlag Filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=LfCz-uvIY8s&feature=youtu.be Bekijk het filmpje en kijk per vlag naar: Bank Arm/been tegelijk (alleen klasse A,B,C) Lijn hand- hoofd-voet In harmonie met het paard Hele onderbeen op het paard Parallelliteit 4 galopsprongen Bepaal de basisscore en aftrek
Schaar 1e deel Wat is de essentie van de schaar? Beweging in harmonie met het paard uitgevoerd Coördinatie van de schaarbeweging en de hoogte
Schaar 1e deel Zwaaibeweging Lichaamszwaartepunt vloeiend omhoog en boven steunvlak Draai Hoogte Landing
10 Correcte techniek (heupen zijn minimaal een kwart gedraaid op het hoogste punt van de zwaai) en nagenoeg handstandpositie 7 Recht/gestrekt lichaam dat tot 45 omhoog zwaait met een correcte techniek (heupen zijn minimaal een kwart gedraaid op het hoogste punt van de zwaai).
5 Recht/gestrekt lichaam, waarbij de heupen niet hoger komen dan de schouders met een correcte techniek (heupen zijn minimaal een kwart gedraaid op het hoogste punt van de zwaai). Handstandpositie, zonder dat de heupen zijn gedraaid op het hoogste punt van de zwaai.
1e deel Schaar Filmpje:http://www.youtube.com/watch?v=QDpx5-hgeG0&feature=youtu.be Bekijk het filmpje en kijk per schaar naar: Zwaaibeweging Lichaamszwaartepunt vloeiend omhoog en boven steunvlak Draai Hoogte Landing Bepaal de basisscore en aftrek
In het handboek (verschijnt per februari op de KNHS site) kun je van alle oefeningen de essentie, beschrijving en basisscores vinden. Dank je wel voor jullie aandacht!