Aanpak van epidemie van infectieuze diarree in WZC Vorming van gezondheidswerkers in woonzorgcentra
Belangrijkste verwekkers van infectieuze diarree in WZC Overdracht van mens op mens Clostridium difficile, rotavirus Via besmet voedsel Campylobacter, Clostridium perfringens Beide Norovirus, Escherichia coli met Shiga-toxine, Salmonella enterica
Aanpak van epidemie van infectieuze diarree Overdracht van mens op mens controle door infectiebeheersing (isolatie, beschermende kledij, ontsmetting van omgeving,…) Via besmet voedsel preventie door voedselhygiëne (correcte bereiding en bewaring, bepaald voedsel mijden,…)
Clostridium difficile
Epidemiologie woonzorgcentra Asymptomatisch dragerschap bij 5 à 30% van bewoners WZC (versus 1 à 3% in algemene populatie) Infecties in WZC prevalentie 2 à 8% incidentie tot 0.08/1 000 bewonersdagen
Klinisch beeld C. difficile associated diarrhea (CDAD): van goedaardige diarree tot levens-bedreigende colitis Waterige diarree met karakteristieke geur, buikpijn, koorts Minstens één terugkerende episode bij 20 à 35% van patiënten
Pathofysiologie Verstoring van intestinale flora door medicatie (antibiotica, antacida, chemo-therapeutica) Kolonisatie met C. difficile Productie van toxines (A, B en/of binair toxine)
Risicofactoren Leeftijd Medicatie (antibiotica, antacida, chemo-therapeutica) Medische procedures (gastro-intestinale chirurgie, naso-gastrische sonde, gastrostomie, herhaalde lavementen) Onderliggende aandoeningen en malnutritie
Overdracht Faeco-orale besmetting van mens op mens Vooral overgedragen via handen en via besmette omgeving en materialen Symptomatische bewoner is belangrijk reservoir met ook besmetting van zijn omgeving (zeer weerstandige sporen overleven weken tot maanden)
Norovirus
Klinisch beeld Waterige diarree, braken, buikpijn, nausea, spierpijn, hoofdpijn, koorts Incubatie: 12 à 48 uren Duur symptomen: typisch 1 à 3 dagen, maar kan 4 à 6 dagen aanslepen bij oudere personen Tot 30% asymptomatische infecties (rol in overdracht onbekend)
Overdracht Van mens op mens of via besmet voedsel of water Vooral feco-orale besmetting, maar ook via droplets verspreid tijdens braken Kan overgedragen worden via handen en via besmette omgeving en materialen
Overdracht Zeer besmettelijk (laag inoculum volstaat) Kan overleven in de omgeving Virale shedding gedurende gemiddeld 4 weken (piek van dag 2 tot 5), maar onbekend hoe lang patiënt besmettelijk is
Infectiebeheersing bij epidemie infectieuze diarree
Infectiebeheersing Verantwoord gebruik van antibiotica ter preventie van CDAD Algemene voorzorgsmaatregelen Aanvullende voorzorgsmaatregelen bij bewoners met infectieuze diarree Personeelsleden met infectieuze diarree blijven thuis tot minstens 48 à 72 uren na einde van symptomen
Algemene voorzorgsmaatregelen: handhygiëne Handen ontsmetten met handalcohol is de regel tijdens de zorg Handen wassen met water en zeep en daarna ontsmetten - indien de handen zichtbaar vuil zijn; - bij patiënten met infectieuze diarree (Clostridium difficile, Norovirus); of - bij patiënten met schurft
Algemene voorzorgsmaatregelen: handschoenen Contact met bloed, lichaamsvochten, slijmvliezen en niet-intacte huid of materiaal bevuild met lichaamsvochten of bloed Contact met besmette patiënt of materiaal gebruikt tijdens diens zorg Handschoenen onmiddellijk na de zorg verwijderen en handhygiëne toepassen
Aanvullende voorzorgsmaatregelen bij bewoners met infectieuze diarree Afzonderlijke kamer voor bewoner Beschermende kledij voor personeel Reiniging van de kamer, behandeling van linnen en verwerking van afval Verzorgingsmateriaal Transport van bewoner Maatregelen voor bezoekers
Algemene punten Aanvullende maatregelen invoeren na overleg tussen CRA en huisarts Belang van melding aan CRA en registratie van gevallen Bewoners met infectieuze diarree moeten identificeerbaar zijn (bv. pictogram) Handhygiëne bij bewoners stimuleren
Afzonderlijke kamer voor bewoner met infectieuze diarree Verblijf in afzonderlijke kamer met eigen sanitair Bewoner niet aan gemeenschappelijke activiteiten laten deelnemen Materiaal toewijzen aan bewoner en dit steeds op de kamer laten Desnoods overwegen om ook gezonde blootgestelde bewoners te isoleren
Afzonderlijke kamer voor bewoner met infectieuze diarree (2) Tot minstens 48 à 72 uren na einde van symptomen Einde van isolatie: de bewoner trekt na het toilet nieuwe kleding aan en verlaat zijn kamer voor de eindschoonmaak
Beschermende kledij voor personeel Niet-steriele handschoenen, overschort en eventueel ook masker (! droplets met norovirus verspreid tijdens braken) Tijdens verzorging van bewoner of contact met zijn omgeving (bewoner wordt als laatste verzorgd) Handen wassen met water en zeep en daarna ontsmetten onmiddellijk na uittrekken van beschermende kledij
Reiniging van de kamer Horizontale, ‘high touch’ en bevuilde oppervlakken minstens één keer per dag reinigen en ontsmetten Badkamer en toilet minstens één keer per dag ontsmetten Beschermende kledij voor onderhouds-personeel Kamer van bewoner met infectieuze diarree wordt als laatste gereinigd
Reiniging van de kamer Oplossing van chloorderivaten klaar maken net vóór gebruik in koud water Reinigen van proper naar vuil (badkamer en toilet laatst) Niet naspoelen, maar laten opdrogen Vuil water onmiddellijk weggieten en vuile doeken in plastic zak afvoeren
Chloorderivaten Ontsmetten met chloorderivaten natriumhypochloriet (bleekwater) natriumdichloorisocyanuraat (tablet) met hoge concentratie aan vrij chloor dagelijkse ontsmetting – 1 000 ppm eindontsmetting – 5 000 ppm
Eindschoonmaak Sanitair en ‘high touch’ oppervlakken worden gereinigd en ontsmet Vloer, meubilair en vuile muren worden gereinigd Gordijnen worden gewassen of vervangen Al het linnen in de kamer wassen of indien nodig ontsmetten
Behandeling van linnen Bedlinnen dagelijks en indien vuil vervangen Beschermende kledij dragen bij manipuleren van vuil linnen en nadien handen wassen en ontsmetten Linnen wassen aan voldoende hoge temperatuur
Afvalverwerking Afval van verzorgende taken bij bewoner met infectieuze diarree verzamelen in zak voor niet-risicohoudend medisch afval Afvalzak op de kamer laten en dagelijks afvoeren
Verzorgingsmateriaal Zoveel mogelijk gebonden aan de bewoner Materiaal dat gebruikt wordt bij meerdere bewoners wordt na elk gebruik ontsmet met natriumhypochloriet Bedpan: wassen in bedspanspoeler of wastunnel, ontsmetten met natrium-hypochloriet Bij einde van isolatie: materiaal voor éénmalig gebruik weggooien en herbruikbaar materiaal reinigen en ontsmetten
Transport van bewoner met infectieuze diarree Goede communicatie is essentiëel Bewoner draagt propere kledij, wast en onsmet zijn handen Rolstoel afdekken met proper steeklaken Hoofd- en voeteinde van bed ontsmetten met natriumhypochloriet Geen beschermende kledij nodig voor begeleidend personeel
Bezoek Bewoner en bezoekers informeren (bv. informatiefolder) Bezoekers dragen beschermende kledij en wassen en ontsmetten de handen bij verlaten van de kamer Bezoekers maken geen gebruik van het toilet van de bewoner Bewoner met infectieuze diarree wordt als laatste bezocht