Nederland in de 20ste eeuw

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H3 Industralisatie en Ismen.
Advertisements

De politiek van de VS kwam in de greep van de red Scare
Gelijkheid voor iedereen
Paragraaf 4. Schaalvergroting na 1945.
Nederland na WO II de economische ontwikkeling
Paragraaf 2: Economische crisis
Historisch overzicht Paragraaf 5.3
NL na 1945: paragraaf 2 Woelige jaren.
4.3 Politieke stromingen.
NL na 1945: Sober en spaarzaam
Economische wereldcrisis
 Paragraaf 4. Sterke uitbreiding van het personeel in de dienstensector  Personeel in de dienstensector nam sterk toe. De mensen in de dienstensector.
Het socialisme Paragraaf 7..
Conflicten tussen kapitaal en arbeid
Liberalen, socialisten confessionelen
IJzeren gordijn gaat open
Paragraaf 2.3 Arbeidersparadijs.
Het cultuurstelsel verdwijnt
Paragraaf 2.5 Sovjetunie.
3.2 De crisis van de jaren 1930.
V AN H UNEBED TOT HEDEN Kiesrecht en Interbellum – les 11.
Ontstaan en ontwikkeling van een politieke stroming
Het interbellum.
Nederland in de 20ste eeuw
Paragraaf 2: Socialistische ideeën
Hitler komt aan de macht
Historisch overzicht Nederland
Verzuiling en ontzuiling in Nederland
Een gevolg van de Eerste Wereldoorlog?
2.1 - Kloof wordt breder Regionale ongelijkheid op wereldschaal:
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
De staatsinrichting van Nederland.
De burgemeester van Delft en zijn dochter
De Romeinen en het christendom
Opkomst van het nationaal-socialisme
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Historisch overzicht: het Interbellum.
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Paragraaf 2: Economische crisis
Vrijheid en democratie Democratisering in Nederland
Politieke partijen en stromingen tot 1940
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Par 8 Opkomst van politieke partijen in de 19e eeuw
Wat moet je weten aan het eind van de les?
 Industriële revolutie Uitleg  Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door.
Arm vs. Rijk (1910) 'Wij zijn vegetariërs, wij eten nooit vleesch.'
-Scheiding der machten -Gekozen parlement -Verlichte ideeën
Nakijken lesbrief Opdracht 5: Gebied E (Laagland v. Oost-China)
De twintigte eeuw 1900 – 1919.
Politieke stromingen De liberalen
Context 2: Duitsland Les 1 –
Politieke situatie Europa rond 1800
De sociale kwestie = het sociale probleem (dat ontstaat door de IR)
H3 Democratie in de 20 e eeuw Hoe hebben de rechtsstaat en parlementaire democratie zich ontwikkeld tussen 1920 en 1980?
Het interbellum Nederland in het interbellum
Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
Burgers en stoommachines §5.1 Industrie en samenleving
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen
Tijd van wereldoorlogen
de tijd van burgers en stoommachines
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen - Ismen
3.1 NEDERLAND BLIJFT NEUTRAAL
1.4 SOCIALISTEN EN FEMINISTEN
Politieke stromingen 2.1 t/m 2.3.
Sociale zekerheid en verzorgingsstaat in Nederland
Hoofdstuk 2 Nederland als industriële samenleving § 4
Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
§3.1 Industrie en samenleving
§2.1 Industrie en samenleving
Transcript van de presentatie:

Nederland in de 20ste eeuw

Economische ontwikkeling In het interbellum was landbouw nog het belangrijkste middel van bestaan Handel was daarna zeer belangrijk De industrie was zich sterk aan het ontwikkelen Ook de dienstensector was in opkomst De regering bemoeide zich weinig met de economie (economisch liberalisme) en liet veel over aan het particulier initiatief (vrije markt economie,kapitalisme)

Economie in het interbellum Van 1918-1920 korte opbloei (inhaalvraag) Van 1920-1923 teruggang -inflatie -werkeloosheid -hoge staatsschuld→begrotingstekorten Van 1923-1929 opbloei (na Plan Dawes) -Industrialisatie →vooral luxe producten (stofzuiger,koelkast,wasmachine,radio, telefoon) -Opkomst grote bedrijven (KLM,Shell,Unilever,Hoogovens)

vervolg -verbetering infrastructuur -invoering Gouden Standaard In 1929 begon de grote wereldcrisis Oorzaken -overproductie en onderconsumptie (kopen op afbetaling) -speculeren op de Beurs -slecht geleide/corrupte bedrijven Het buitenland ging over tot protectionisme

vervolg Dat was zeer ongunstig voor handelsland Nederland (afhankelijk van de export) De crisis duurde hier langer doordat -Nederland hield te lang vast aan de Gouden Standaard (devalueren is diefstal) -Nederland voert een Aanpassingspolitiek (sluitende begroting→bezuinigen) -verlagen uitkeringen -verlagen ambtenarensalarissen -uitstellen overheidsprojecten Maakt alles erger (aantasting koopkracht)

vervolg Later kwam de Steunpolitiek (werkverschaffing, Landbouwcrisiswet) Dat was te weinig en te laat (druppel op een gloeiende plaat) Na 1936 gaat het beter -loslaten Gouden Standaard -internationale economische opleving De SDAP kwam met het Plan van de Arbeid (3 jaar 200 miljoen in de economie pompen) Plan ging niet door (socialistisch !)

Sociale ontwikkeling Nederland was een verdeeld land -kleine groep rijken -groeiende middenstand -groeiende ,arme arbeidersklasse Er was een grote kloof tussen arm en rijk Je kon niet makkelijk opklimmen (als je voor een dubbeltje geboren bent dan wordt je nooit een kwartje) Er waren 2 soorten vakverenigingen -christelijke -socialistische

Vakverenigingen Christelijke bonden Socialistische bonden -samenwerken met de ondernemers -betere positie van de arbeider in het bedrijf CNV en KAB -klassenstrijd en revolutie -arbeiders nemen de macht in het bedrijf over NVV

vervolg Er waren weinig sociale wetten Liberalen -iedereen moet voor zichzelf zorgen -armoede is pech/eigen schuld Confessionelen -armoede is straf/beproeving van God -niet de taak van de overheid voor de armen te zorgen (kerk/particulieren→ christelijke naastenliefde -ondernemer moet goed voor zijn arbeiders zorgen

vervolg Na WO I werden de volgende wetten aangenomen -Ouderdomswet -Invaliditeitswet -Ziektewet -Arbeidswet (8 urige werkdag) De regering deed weinig voor de armen in de crisis→er heerste bittere armoede Er was alleen de Steun (gunst, geen recht) Die was laag (prikkel tot werken niet wegnemen) Je moest stempelen (controleurs,fietsplaatje)

vervolg Er was weinig verzet van de arbeiders (Nederlanders gezagsgetrouw) Uitzonderingen -Twentse textielstaking (1931) -Muiterij op de 7 Provinciën (1933) -Jordaanoproer (1934)

Plan van de Arbeid

Vakcentrales

Wetten 1919

Stempelen en fietsplaatje

Stempelboekje

Twentse textielstaking Muiterij op de 7 Provinciën

Jordaanoproer