Psychomotoriek bij kinderen met licht motorische problemen 22 mei 2007 Griet Dewitte Kinesitherapeut COS Gent
INHOUD Psychomotoriek en psychomotorisch onderzoek DCD Psychomotorische therapie
Psychomotoriek Psychomotorisch onderzoek
Wat is psychomotoriek motoriek Cognitie affectief-emot
Inhoud onderzoek 1. Grove motoriek 2. Fijne motoriek 3. Grafomotoriek en schrijfmotoriek 4. Visuomotoriek 5. Perceptie: Visueel – kinesthetisch - tactiel
Inhoud onderzoek Bijzonder aspect: onderzoek van de praxie = vermogen om een motorische handeling vlot aan te leren en uit te voeren belangrijk aspect hierbij is de automatisatie
Praxieontwikkeling (Gedragsneurologie van het kind Njiokiktjien) Achteruit lopen 2 Hanteren van instrument (lepel) 2 Drinken uit een kopje 2 4-tal blokken stapelen 2 6-tal blokken stapelen 2,06 Ronde, vierkant in vormenbox 2,06 Enige kledingstukken uittrekken 2,06
Vertikale lijn imiteren na tonen 3 8-tal blokken stapelen 3 Op driewieler fietsen 3 Horizontale lijn natekenen 3,06 Kruis natekenen na voordoen 3,06 Kruis natekenen zonder voordoen 4,06 Cirkel natekenen 4,06 Hinkelen 4,06
Op verzoek uitbeelden van dagelijkse handelingen 5 Aan-en uitkleden onder toezicht (knoopjes) 5 5 sec op 1 been staan 5 Fiets zonder zijwieltjes 5 Poppetje tekenen met hoofd, buik, armen en benen 5 Puzzel van 20 stukken 5
Knippen, plakken, tekenen en puzzelen 5 Vierkant natekenen na zien voordoen 5 Aan- uitkleden zonder toezicht (ook knoopjes) 6 Vierkant tekenen 6 Driehoek natekenen 6 Consistente handvoorkeur voor handelingen zoals tekenen en schrijven 6 Boter smeren met een mes 6
Hoe onderzoeken? Tests = kwantitatief Observaties = kwalitatief
TESTS
Movement Assessment Battery for Children 4 tot 12 jaar Handvaardigheid Balvaardigheid Statisch en dynamisch evenwicht
Peabody Developmental Motor Scales 0 tot 6 jaar Fijne motoriek Grove motoriek
Bruininks-Oseretsky test 4j2m tot 14j11m Loopsnelheid en behendigheid Evenwicht Bilaterale coördinatie Bovenste ledematen coördinatie Reactiesnelheid Visuomotoriek Bovenste ledematen snelh. en hand.
Vlaamse Schrijfsnelheids Test Vanaf midden 1ste leerjaar – 3de middelbaar Meet tempo van het schrijven
Observaties Pengreep Steunname schrijfhand Bewegingen pols en vingers Soepel of krampachtig
Developmental Test of Visual Motor Integration (Beery) 1ste deel: Visueel Motorische Integratie (natekenen van figuren)
Developmental Test of Visual Motor Integration (Beery) 2de deel: Visuele Perceptie
Developmental Test of Visual Motor Integration (Beery) 3de deel: motorische coördinatie
Rey Complexe Figure Test 6j tot volwassen leeftijd Natekenen van een complexe figuur
Imitation Postures Nepsy
Test of Visual Perceptual Skills (Gardner) Visuele test, zonder motorische uitvoering 4j tot 12j Verschillende onderdelen
OBSERVATIES
OBSERVATIES Grove motoriek
observaties Statisch evenwicht: 1been stand Dynamisch evenwicht: hiel-teengang op lijn Bipodaal en unipodaal springen Meer complexe vaardigheden: springen met benen afwisselend open en dicht, wisselsprong voorwaarts, touwspringen,... Bal gooien, vangen, botsen (grote bal, tennisbal)
Waarop letten? Fixaties? Geassocieerde spanning? Meebewegingen tong, andere hand? Ritme in bewegingen? Vloeiend of houterig? Afbrokkelingsverschijnselen? Nadenken over de handeling?
OBSERVATIES Fijne motoriek
Observaties Bimanuele vaardigheid: rijgen, met 2 handen tegelijk paperclips of lucifers in een doosje leggen, veters, knopen,... Unimanuele handeling: lucifers in een doosje leggen, vingertoppen aantikken met de duim,...
Waarop letten? Vanuit proximale gewrichten? Duidelijke handvoorkeur? Houterig of vloeiend? Tempo? Geautomatiseerde bewegingen of moet hij/zij nadenken over de bewegingen? Afbrokkelingsverschijnselen?
Grafomotoriek / schrijfmotoriek OBSERVATIES Grafomotoriek / schrijfmotoriek
Observaties Naam schrijven Schrijfpatronen Tijdens tekeningen
Waarop letten? Pengreep Steunname pols en onderarm Beweging gestuurd vanuit schouder of bewegingen vanuit vingers en pols
DCD
Developmental Coordination Disorder Coördinatie ontwikkelings stoornis COÖRDINATIE
DSM-IV: Developmental Coordination Disorder: DCD Developmental disorder: - voortdurende wijziging gedurende de ontwikkeling, leeftijdsgebonden - geen verworven stoornis DSM-IV: Developmental Coordination Disorder: DCD ICD-10: Specific Developmental Disorder of the Motor Function: SDD-MF
DSM-IV (APA, 1994) DEVELOPMENTAL COORDINATION DISORDER A. Dagelijkse activiteiten, die motorische coördi-natie vereisen, worden duidelijk slechter verricht dan men, op grond van chronologische leeftijd en gemeten intelligentie zou verwachten. Dit kan tot uiting komen in een aanmerkelijke vertraging in het bereiken van de motorische ‘mijlpalen’ (bvb. lopen, kruipen, zitten, enz…), dingen laten vallen, ‘houterigheid’, zwakke sportprestaties of een zwakke schrijfmotoriek.
B. De stoornis beschreven in criterium A, interfereert significant met schoolse activiteiten of activiteiten in het dagelijkse leven. C. De stoornis is niet toe te schrijven aan een algemene medische aandoening (bvb. cerebrale parese, hemiplegie of spierdystro-fie) en valt ook niet binnen de criteria van pervasieve ontwikkelingsstoornissen. D. Als er sprake is van mentale retardatie, zijn de motorische moeilijkheden erger dan die welke doorgaans met mentale retardatie geassocieerd zijn.
KLINISCH BEELD (ouders)
Observaties bij DCD: 0 - 3 jaar - vertoont soms moeilijk en onrustig gedrag - vraagt aanwezigheid v/d volwassene; angst - moeite met slaapritmes - trager tot stand komen of onregelmatig verloop v/d motorische mijlpalen - motorische onrust, nevenbewegingen
Observaties bij DCD: 4 - 7 jaar - ongeordende bewegingen - balmanipulatie verloopt moeilijk - gebruik van de duimmuis: sleutelgreep - overschrijden van links naar rechts en omgekeerd verloopt moeizaam - knippen, prikken en kleven is moeilijk - moeilijk sociale integratie i/d klasgroep - beginnende schrijfvaardigheden zijn moeilijk
- aanleren en wijzigen van routines stelt problemen - pengreep aanleren verloopt moeizaam - letter- en cijfervorming stelt problemen door gebrek aan planning - gebruik van bestek verloopt trager - opvallend trager in reactievermogen, vooral motorisch
CONCLUSIE: - opvallende onhandigheid in het uitvoeren van motorische taken i/h dagelijkse leven op school, thuis en in de vrije tijd - houterigheid, de bewegingen gebeuren proximaal en onnauwkeurig - verarmde coördinatie - beperkt automatiseren
KLINISCH BEELD: (Henderson, Polatajko, Cermak, e.a.)
heterogene groep (Hulme & Lord, 1986) houterige motoriek beperkt coördinatievermogen hypotoon van aard, proximale motoriek vertraagd motorisch leren ‘motor planning’ problemen beperkingen in motorische taken, opvallend moeilijk met ADL-taken
Groot-motorische vaardigheden: balvaardigheid: werpen, vangen, stuiten springen, lopen, schoppen, enz... fietsen, zwemmen, enz… Fijn-motorische vaardigheden: knopen dichten, schoenveters knopen schrijf-motorische vaardigheden bimanuele vaardigheden
Functioneel motorische taken: ADL zichzelf kleden, wassen, zelfhygiëne eetvaardigheid; hanteren van bestek op proximale wijze vrijetijdsactiviteiten: constructiespelen, knippen, kleven, enz… sport- en spelactiviteiten
Schoolvaardigheden: handvaardigheidstaken; knippen, kleven, enz... schrijf-motorische problemen meetkunde technisch en wetenschappelijk tekenen tempoproblemen lichamelijke opvoeding spel & sport in groepsverband
SAMENGEVAT
PROBLEMEN MET HET LEREN VAN MOTORISCHE VAARDIGHEDEN zoals leren fietsen, zwemmen, veters strikken, touwspringen, aan- en uitkleden, tekenen, schrijven,.... automatiseren komt moeilijk tot stand
VERWERKINGSCAPACITEIT PERCEPTIESTOORNISSEN - kinesthetische perceptie - ruimtelijk-visuele perceptie VERWERKINGSCAPACITEIT traag - schijnbaar verlies uit het visueel geheugen
PROBLEMEN i/h SOCIAAL-EMOTIONEEL FUNCTIONEREN BIJZONDER IQ - profiel TAALEXPRESSIE - vloeiendheid, fluency - verbale ontwikkelingsdyspraxie PROBLEMEN i/h SOCIAAL-EMOTIONEEL FUNCTIONEREN secundair
BESLUIT Aanleren en uitvoeren van motorische vaardigheden bemoeilijkt Tempo is traag, aandachtsstoornissen Automatisatieproces gestoord Vaak geassocieerd met andere stoornissen Diagnose multidisciplinair
PREVALENTIE
Tussen 5 en 10 %, 6% Driemaal meer bij jongens dan bij meisjes Tussen leeftijd 5 – 11 jaar
PROGNOSE
meestal een blijvende stoornis - mineure problemen: gunstige evolutie - ernstige problemen: risico tot ontwikkelen van geassocieerde stoornissen - omgevingsomstandigheden hebben grote invloed
CO-MORBIDITEIT
“Pure cases are the exception rather than the rule” Bishop, 1997 “Co-morbidity is the rule, rather than the exception” Kaplan, 1998
(Gillberg, Göteborg, Zweden) In 2/3 van de diagnose DCD (Gillberg, Göteborg, Zweden)
Gradaties in co-morbiditiet Hoe ernstiger de stoornissen hoe groter de comorbiditeit
Studies Gillberg; 1989, 2000 75% DCD hebben leer-/ emotionele/ gedragsproblemen 49% DCD heeft ADHD 60-70% ASS heeft DCD
samengevat AD(H)D ASS Leerstoornissen Spraak-taalstoornissen NLD …
Psychomotorische therapie
Procesgeoriënteerde aanpak Taakgeoriënteerde aanpak
Procesgeoriënteerde of bottom-up - behandelvorm Sensorische dysfunctie oorzakelijk verband met de motorische problemen Remediëring van de dysfunctie verbetering van de motoriek Voorbeelden: sensorische integratietherapie van J. Ayres, kinesthetische training van Laszlo en Bairstow
Taakgeoriënteerde of top-down behandelvorm Aantal taken of vaardigheden wordt specifiek aangeleerd en ingeoefend Oefenen wat men wil leren Taken oefenen die dicht bij het probleem van het kind blijven Overeenkomst geoefende situatie en situatie waarin men de vaardigheid nodig heeft
Taakgeoriënteerde of top-down behandelvorm Transfer verloopt niet automatisch Taak oefenen in meer gevarieerde situaties door o.a. de spatiële en temporele taakeisen te verzwaren
Grote motoriek/lichaamsbesef Evenwicht: tonus automatische reacties Bilaterale coördinatie Balvaardigheid / Oog-handcoördinatie
Fijne motoriek Pincetgreep Bimanuele coördinatie Unilaterale vinger- en polsoefeningen
Grafomotoriek-schrijfmotoriek Pengreep Steunname arm en pols Schrijfhouding
Schrijfbewegingen Schrijfpatronen Lettervorming en -verbindingen
Visueel/ruimtelijke en visuomotorische vaardigheden Verduidelijking van enkele begrippen
visuele waarneming = het vermogen om waar te nemen en er betekenis aan te geven = meer dan zomaar kijken naar een beeld = ook ordenen, benoemen, herkennen, een ruimtelijke oriëntatie en structuur aan verbinden
Visueel-ruimtelijke perceptie = visuele waarneming, waarbij richting, positie en plaats van voorwerpen of figuren belangrijk is
Visuomotoriek of visuomotorische integratie waarnemen plannen uitvoeren
1. Waarneming van wat je moet tekenen of bouwen: grootte, richting, vorm, aantal,... 2.Uitvoering: voor, tijdens en na de uitvoering wordt de info uit de vis waarn vgl met de motorische sturing = feedback 3. Plannen van de beweging: geen beweging op zich, maar bewegen met een bepaald doel, in een bepaalde richting, met een bepaalde kracht en op basis van de visuele info
Hoe oefenen? Eerst visuele oefeningen Dan pas koppelen aan de motoriek = plannen = verbale strategieën aanleren hoe om te gaan met ruimtelijk materiaal
Voorbeelden van visuomotorische oefeningen Puzzelen Bouwen met constructiemateriaal Tekenen
Leren tekenen Rond 18 – 24m: van krabbels naar lijnen Rond 2j: cirkelvormige lijnen Kruis (kruisen middellijn) Schuine lijnen
Leren tekenen Vierkant (stop-turn-go)
Leren tekenen Driehoek – schuine lijnen
Leren tekenen Huis met een schuin dak
Fase van creëren: kleuter tekent eerst en vertelt nadien wat het getekend heeft Fase van ontwerpen: kind bedenkt eerst wat het zal tekenen = belangrijke fase omdat we hier de ontwikkeling van het voorstellingsvermogen krijgen
Dank voor uw aandacht