Gods verborgen glans
Zondag 28 december Exodus 2: 1-11 Gered dankzij God
Als baby werd Mozes in een biezen mandje gelegd. Zal iemand hem redden? Hoe zal het verder moeten gaan met Gods volk? Gelukkig Mozes wordt gered door de dochter van de strenge Farao. Mozes wordt groot en op een dag: Is hij de redder van het volk en leidt hij hen door de woestijn naar het beloofde land!
Zondag 5 december Hoop door Set Genesis 4:1-26 5
6
Adam en Eva woonden in het paradijs. Maar zij zondigden tegen God. God beloofde dat er een Redder geboren zal worden. Hij zal de wereld weer goed maken. Maar Adam en Eva hadden hun zonen verloren: Abel was dood en Kaïn was gevlucht. Wie moet nu de redder zijn? God geeft een derde zoon. Hij heet Set. Met hem gaat God verder. Op weg naar de toekomst. Op weg naar Jezus.
Zondag 12 december 1 Koningen 17:17-24 Helper in nood 8
9
De meeste mensen hebben honger, want er groeit niets. Maar een arme vrouw in Sarefat heeft genoeg meel en olie. Dat is een wonder. God helpt haar, want zij helpt Gods knecht. De vrouw heeft een zoon. Maar dan sterft de jongen. De vrouw is erg verdrietig. Elia bidt tot God. Er gebeurt een wonder. De jongen wordt weer levend.
Zondag 19 december Lucas 8:40-56 Eten om te leven 11
12
Zijn dochter is ziek. Geen dokter kan helpen. Jaïrus gaat naar Jezus. Zijn dochter is ziek. Geen dokter kan helpen. Hij hoopt dat Jezus dat wel kan. Jezus wil meegaan, maar het is al te laat. Alles lijkt verloren. Jezus zegt: Geloof Mij maar, ze slaapt alleen. Dan laat Jezus zien dat God sterker is dan de dood. Het meisje mag weer leven: eten, drinken, spelen. Ze mag een gelukkig kind zijn.
Zondag 25 december Matteüs 1:18-25 Jezus brengt vreugde 14
15
Vandaag is het feest: Kerstfeest ! We vieren dat Jezus geboren werd. Een klein kindje, een baby. In een stal met doeken als kleertjes. Door de geboorte van de kleine Jezus weten we dat God veel van ons houdt. Want deze Jezus is onze Redder. Zijn Licht verdrijft de duisternis. Gods zichtbare glans.
26 december Matteüs 2:13-23 God redt zijn Kind 17
18
Wie is er nu bang voor een baby? Niemand toch? Maar koning Herodes wel. Hij is bang voor Jezus. Hij heeft gehoord dat Jezus koning wordt. En dat wil hij niet. Daarom stuurt hij zijn soldaten naar Betlehem om Jezus te zoeken en te doden. Maar dat lukt gelukkig niet. God zegt tegen Jozef en Maria, dat ze snel naar Egypte moeten vluchten. Daar moeten ze wachten tot koning Herodes er niet meer is. Dan kunnen ze terug naar huis.