Onderhandelen Zakelijk Nederlands.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Filosofie Op HAVO en VWO.
Advertisements

Door goede gesprekken groeien
Extra ondersteuning voor leesvaardigheid
Koop een hond! Joske Vermeulen.
Standpunt - argumenten Argumenten - conclusie
Evangelie der genade Vragen :
Vanavond hebben we als thema: INTERNET
Debatteren college 2 luisteren en reageren.
Het profiel van een christen
Michel Foucault ( ) De moed tot [de] waarheid “er bestaat geen vaststelling van de waarheid zonder een wezenlijke (op)stelling (position) ten opzichte.
Profielwerkstuk maken
Ontwikkelingstraject kinderen
6 ASO St-Guido Anderlecht
How to tackle a text Vakgroep Engels.
THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD
Zakelijk lezen Nederlands.
Toegepaste scenario, wat te doen TAIDA Tracking Analysing Imaging Deciding Acting De controle handelingen voor het schrijven van een goed scenario.
De aanvaardbaarheid van een betoog
Nieuwsbegrip Doel van deze les:
De strijd Romeinen 7:14 - 8:4.
1 TEKST 22 Individuele ethiek BLOK 7: ACTUELE DISCUSSIE OVER WAT GOED/FOUT IS IN HET GEDRAG VAN ORGANISATIES EN MEDEWERKERS Bv. Overheid: studieleenstelsel.
Nederlands Gymnasium Centraal examen 2011.
E XAMEN SAMENVATTEN 2010 II 1. Hoe luidt de beoordeling van de samenvatting? 2. Hoe ziet de samenvatting eruit?
Het werken met portfolio
Hoofdstuk 4 Argumentatieleer
“Een dure GSM hebben ze wel, maar hun schoolrekening betalen…”
Thema van deze dag “Verandering, ontmoeting en dialoog in een dynamisch onderwijslandschap” De dialoog staat centraal. De dialoog tussen docenten GVO en.
een aantal voorbeelden en oefeningen
Oefening 17 p. 97 – les 5.
Reflecteren met leerlingen tijdens kunstzinnige en culturele activiteiten. Hoe motiveer je leerlingen om te reflecteren, zodat zij inzicht krijgen in hun.
Argumentatiestructuren
Vergaderen.
Leesvaardigheid Hoofdstuk 1 t/m 3
Tekstverbanden en signaalwoorden
Welkom Israelzondag.
voorbeelden en oefeningen
Vergelijkingen van de tweede graad. Vergelijkingen van 2 de graad  Een vergelijking van de tweede graad geeft een verband tussen 2 onbekenden.  Bijvoorbeeld.
Groepsdynamica & Interactief communiceren
HET DEBAT Discussiëren met regels Basis = onenigheid Voor- en tegenstanders Een derde partij overtuigen (het publiek, de jury)
Kritisch denken ‘vertaald’
Mark Manders. Bezoek Oosterlicht 17 november Rondleiding (ouders en ll) Voordragen verhaal Maken kostuums afvalmaterialen Modeshow in de kantine voor.
Retoriek, argumentatieleer en dialoog Definitiespel
SET schrijfvaardigheid H5
Nederlands Vrijdag 11 maart 2VA.
Leesvaardig Examentraining.
Onze mooie, ronde school staat aan de Leeuwenlaan.
Het schrijven van een betoog
Komt de Heerbaan naar Nederland? Geraakt door een oude profetie
Pedagogische Klimaat Pedagogisch Klimaat.
Cursus Leesvaardigheid
Verbanden en signaalwoorden
Argumenteren en betogen II
SET schrijfvaardigheid H5
VWO examen Nederlands
Aantekeningen maken en navertellen
Tekstverbanden en signaalwoorden
Ik ga eerst naar huis. Daarna ga ik naar school
Mika, noortje, wouter, ruben en emma
5 havo eindexamenvoorbereiding
Dicteewoorden Papegaai Puberteit Cappuccino Toentertijd
Tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstverbanden en signaalwoorden
Vwo 4 Nederlands Periode 2 Mevrouw Schrauwen
Drogredenen.
Argumentatie Stelling of mening onderbouwen
Les 3 Lezen 4.2, 4.3 en 4.4.
diagnostische toets leesvaardigheid
EXAMENTEKSTEN 1: SAMENVATTEN
Van alle markten thuis Perron 1 – les 23.
Belangrijke begrippen ‘Lezen’
Transcript van de presentatie:

Onderhandelen Zakelijk Nederlands

Inleiding Wat is onderhandelen? Voorbeelden?

Een voorbeeld

Culturele verschillen

Culturele verschillen

Culturele verschillen

Structuur onderhandelingen Voorbereiding onderhandelingen Standpunten verkennen Verschillen terugbrengen en concessies doen Onderhandelingen afronden

Voorbereiding onderhandelingen

2. Standpunten verkennen

3. Verschillen terugbrengen en concessies doen

4. Afronden onderhandelingen

Taal Standaardformuleringen in onderhandelingen

Taal

Argumentatie A: argument C: conclusie/standpunt V: verbindende uitspraak

Argumentatie A: argument C: conclusie/standpunt V: verbindende uitspraak

Argumentatie

Argumentatie

Signaalwoorden

Conclusie

Middel-doel

Oorzaak-gevolg

Opeenvolging

Opsomming

Reden

Samenvatting

Tegenstelling

Tegenstelling

Tijd “Kranten zijn vooralsnog een cultureel product.” “Ik heb gebeld dat ik vooralsnog niet naar huis kom.” (= voorlopig)

Toegeving “Hoe het ook zij, historische ervaringen hebben hun geleerd op hun hoede te zijn voor de meerderheid.”

Toelichting

Vergelijking

Voorwaarde

Redeneringen

Argumentatieschema’s Causaliteitsargumentatie Eigenschap-oordeelargumentatie Pragmatische argumentatie Autoriteitsargumentatie Analogie-argumentatie Generalisering

Argumentatieschema’s

Argumentatieschema’s Generalisering

Argumentatieschema’s “Waar rook is, is vuur” “Er zullen volgend jaar weer veel huizen verkocht worden, want de rente blijft voorlopig laag.”

Argumentatieschema’s Causaliteitsargumentatie “Waar rook is, is vuur” “Er zullen volgend jaar weer veel huizen verkocht worden, want de rente blijft voorlopig laag.”

Argumentatieschema’s

Argumentatieschema’s Eigenschap-oordeelargumentatie

Argumentatieschema’s Analogie-argumentatie

Argumentatieschema’s

Argumentatieschema’s Pragmatische argumentatie

Argumentatieschema’s “Wie onderhandelt, moet veel vragen stellen. Dat zeg ik niet alleen, maar dat zegt McCormack, van de wereldwijd bekende International Management Group, ook.”

Argumentatieschema’s Autoriteitsargumentatie “Wie onderhandelt, moet veel vragen stellen. Dat zeg ik niet alleen, maar dat zegt McCormack, van de wereldwijd bekende International Management Group, ook.”

Spelregels argumentatie Standpunten moeten verdedigd worden Argumenten moeten aanvaardbaar zijn Argumenten moeten relevant zijn

Standpunten moeten verdedigd worden

2. Argumenten moeten aanvaardbaar zijn

3. Argumenten moeten relevant zijn

Spelregels overtreden Standpunten moeten verdedigd worden (vs) Ontduiken van de bewijslast (vs) bewijslast naar de tegenpartij schuiven (vs) stromanredenering (vs) fictief standpunt bestrijden

(vs) Stromanredenering

“We weten toch allemaal dat politici nooit de waarheid spreken.”

(vs) Ontduiken van de bewijslast “We weten toch allemaal dat politici nooit de waarheid spreken.”

(vs) Bewijslast naar de tegenpartij schuiven

(vs) Ontduiken van de bewijslast

“Ik vind persoonlijk niet dat de vrijheid van meningsuiting in twijfel getrokken mag worden.”

(vs) Fictief standpunt bestrijden “Ik vind persoonlijk niet dat de vrijheid van meningsuiting in twijfel getrokken mag worden.”

Spelregels overtreden 2+3. Argumenten moeten aanvaardbaar & relevant zijn (vs) verkeerd causaal verband (vs) vals dilemma (vs) valse analogie (vs) overhaaste generalisering

(vs) Vals dilemma “Wie niet voor ons is, is tegen onsé

“Wie niet voor ons is, is tegen onsé

(vs) Valse analogie “Harddrugs moeten gelegaliseerd worden. Alcohol is ook verslavend en dat kan je wel overal kopen.”

“Jongeren in Europa lezen niet meer “Jongeren in Europa lezen niet meer. Dat hebben lezersonderzoeken op scholen in Frankrijk en Duitsland uitgewezen.

“Jongeren in Europa lezen niet meer “Jongeren in Europa lezen niet meer. Dat hebben lezersonderzoeken op scholen in Frankrijk en Duitsland uitgewezen.

(vs) Overhaaste generalisering “Jongeren in Europa lezen niet meer. Dat hebben lezersonderzoeken op scholen in Frankrijk en Duitsland uitgewezen. “Nederlands zijn nuchter en direct.” “Belgen zijn levensgenieters.” “Iedereen is omkoopbaar.”

“De werkloosheidcijfers in Oostenrijk zijn gestegen “De werkloosheidcijfers in Oostenrijk zijn gestegen. Dat komt door de bezuinigingspolitiek van de nieuwe regering en de belastingsverhogingen.”

(vs) Verkeerd causaal verband “De werkloosheidcijfers in Oostenrijk zijn gestegen. Dat komt door de bezuinigingspolitiek van de nieuwe regering en de belastingsverhogingen.”

Overtredingen

Andere overtuigingsmiddelen Persoonlijke aanval Dreigen Inspelen op emoties

Andere overtuigingsmiddelen

Andere overtuigingsmiddelen “Wie het gedrag van deze politicus in twijfel trekt, moet rekenen op consequenties.” “Het is aan jou. Je moet zelf beslissen of je dat rapport ter sprake brengt in de management teamvergadering, maar weinig collega’s zullen hier blij mee zijn.”

Andere overtuigingsmiddelen

Opdrachten Opdracht 9 Opdracht 17 Opdracht 21 (p. 179-182)

Video Zie cd-rom