Citaten uit Grieks schuldig van David Rijser uit de Volkskrant van 30 juni 2012 Ben je het eens of oneens met het citaat (met name het onderstreepte gedeelte)? EENS? Geef dan in je eigen woorden nog eens weer wat Rijser wil zeggen. ONEENS? Zeg dan in je eigen woorden waarom je het niet met hem eens bent.
Een oud-historicus stelde ooit dat een historische monografie over de stad Sparta het beste zou kunnen bestaan uit één pagina met daarop een groot en vetgedrukt vraagteken. De sociale en politieke werkelijkheid van de stad was voor antieke beschouwers al ongrijpbaar, en is ook voor het nageslacht uiterst schimmig gebleven.
Adolf Hitler, die in zijn 'tafelgesprekken' (1943) opmerkte: 'Een vertwijfelde strijd behoudt zijn eeuwige waarde; men denkt maar aan Leonidas en zijn 300 Spartanen. In ieder geval is het niet onze stijl ons als schapen te laten slachten; men kan ons misschien uitroeien, maar men zal ons niet naar de slachtbank kunnen leiden.'
Als concessie aan het grote publiek is alleen een love- interest toegevoegd. Niks zondigs, uiteraard - de liefde betreft de koning en zijn wettige echtgenote Gorgo, want het universum van 300 is anti-decadent en biedt geen plaats voor overspel. De 3 minuten echtelijk liefdesspel zijn een incident in de film
[...] tot de Perzen de Spartanen uiteindelijk weten te omsingelen. Dit laatste detail is ontleend aan Herodotus, maar vrijwel al het andere, de naakt strijdende Spartanen incluis (zij droegen normale wapenrusting in de strijd) is pure fantasie. Natuurlijk gaan we niet naar de bioscoop voor historische accuratesse, en die is het probleem ook niet.
Zelfs de dubieuze ideologische lading waarin de horden monsterlijke en geperverteerde oosterlingen een morele nederlaag lijden tegen de als integere aartsvaders van de westerse vrijheid gepresenteerde Spartanen kan, naast weinig sympathie, ook weinig opzien baren. Op zich stamt Snyders typering van het oosten als het vreemde, onmannelijke, decadente al uit de oudheid zelf; dat beeld is bij Homerus, Herodotus en Plato terug te vinden en daarna nooit meer weg geweest. In die zin is de film helemaal niet zo on- historisch, al weten wij inmiddels beter.
Maar wat deze film tamelijk weerzinwekkend maakt, zijn twee dingen. Ten eerste de verheerlijking van mannelijke kracht als metafoor voor de ultieme deugd: de heroïsche bereidheid je te weer te stellen en op te offeren. Maar geweld, kracht en meedogenloosheid - kortom, het soldaat zijn - zijn geen deugd op zich, maar, onder bepaalde omstandigheden, een geëigend middel tot een doel, namelijk dat van een rechtvaardige en vreedzame samenleving. De verheerlijking van het militaire bedrijf in de film (en in de Sparta-mythe überhaupt), en het feit dat de lof van Sparta in 300 berust op de identificatie van de stad met martiale moed zonder meer, suggereert echter dat die agressie een zelfstandige deugd is.
Het tweede bezwaar is net zo fataal: 300 is een film zonder enige narratieve of psychologische subtiliteit, een letterlijk oorverdovend saaie aaneenschakeling van moe en misselijk makende actie, schreeuwend geacteerd, zielloos verbeeld, en de infantiele droom van een onverbeterlijke domkop.
[De film 300 is een] infantiele droom van een onverbeterlijke domkop. Want het zijn juist niet de Spartanen die tot de aartsvaders van de Griekse cultuur en identiteit zijn uitgegroeid, zeker niet in de historische doorwerking daarvan. Dat waren veeleer de Atheners. Snyders oudheid is die van Sparta (niet- lullen-maar-poetsen, hard, conservatief) niet die van Athene (intellectueel, kunstzinnig, speculatief, maar niet zonder moed of daadkracht). Maar het is die Atheense traditie die de westerse cultuur is gaan domineren, die heeft geleid tot de humanistische traditie, en indirect ook tot onze democratische kernwaarden.
Wie niet doordenkt en de mythe van Sparta gelijk stelt met de reinigende oerkracht van de oudheid die het westen tot voorbeeld zou moeten zijn, lift mee met het prestige maar ook met de waarde die de klassieke traditie heeft gehad om er juist dat kwaad mee aan te stichten waarvan de oosterse tegenstander wordt beticht.
Wie niet doordenkt en de mythe van Sparta gelijk stelt met de reinigende oerkracht van de oudheid die het westen tot voorbeeld zou moeten zijn, lift mee met het prestige maar ook met de waarde die de klassieke traditie heeft gehad om er juist dat kwaad mee aan te stichten waarvan de oosterse tegenstander wordt beticht.