Educatief videomateriaal in het voortgezet onderwijs NTR: Jacinta Louwes 11-10-2013
Doelgroepen Producten Vakken / vakgebieden Onderbouw: vmbo (kader) Bovenbouw: havo/vwo Programma’s; Projecten Sites Schooltv-Beeldbank Teleblik Eigenwijzer Lesmateriaal
Gebruikersonderzoek NTR Thuiskijkers: SKO cijfers Kijken op school: docenten VO: 1x/jr online N= 100 docenten per vakgebied, totaal ruim 1200 docenten Vragen: Gebruik Gebruikswijze Beoordeling Behoeften Media Inhouden Communicatie Ik zal vooral focussen op respectievelijk gebruik, gebruikswijze en behoeften omdat de beoordeling over zeer diverse projecten gaat. Indien er tijd over is kan ik daarover nog wel iets zeggen.
Gebruik educatief videomateriaal Docenten geschiedenis, aardrijkskunde en maatschappijleer maken relatief veel gebruik van videomateriaal, Docenten nask. Economie, Nederlands en wiskunde in mindere mate
Marktaandeel Schooltv educatief videomateriaal Het marktaandeel van educatief videomateriaal via het internet is groter dan dat van Schooltv (30% versus 21%). Schooltv scoort qua ‘marktaandeel’ voor de meeste vakgebieden wel op de 2e plaats. Bij de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en biologie/verzorging is Schooltv wel de belangrijkste herkomstbron. Schooltv-materiaal is 2e belangrijke bron binnen totaal aanbod Bron: Bereik en waardering Schooltv in het VO 2012
Bronnen van videomateriaal naar vakgebied Schooltv-materiaal is gemiddeld de op een na belangrijkste bron binnen het totaal aanbod Het marktaandeel van educatief videomateriaal via het internet is groter dan dat van Schooltv (28% versus 22%). Bij de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en biologie/verzorging is Schooltv wel de belangrijkste bron voor videomateriaal Voor docenten wiskunde, Frans en Duits is videomateriaal dat bij de methode hoort de primaire bron..
De Schooltv-Beeldbank scoort gestaag hoger, het gebruik van programma’s daalt licht Algemeen: Evenals vorig jaar maken nagenoeg alle docenten in hun lessen wel eens gebruik van educatief videomateriaal. Een kleine meerderheid doet dit zelfs tenminste wekelijks. Het gebruik verschilt wel sterk tussen de vakgebieden. Geschiedenis- en aardrijkskundedocenten maken er het meest frequent gebruik van, terwijl er bij wiskunde relatief veel docenten (circa een kwart) zijn die er helemaal geen gebruik van maken. Schooltv: In totaal heeft tweederde van de docenten die educatief videomateriaal in hun lessen inzetten, gebruik gemaakt van één of meerdere onderdelen van het Schooltv-aanbod. ‘Beeldbank’ heeft met iets meer dan veertig procent het hoogste gebruikersaandeel. De specifieke programma’s en ‘Teleblik’ volgen beide met 33 procent op plaats 2 en 3. Gebruik en waardering specifieke Schooltv-titels Per titel gebruikte gemiddeld 33 procent van de docenten uit de doelgroep dit nog het afgelopen schooljaar. Het gebruik van de titels verschilt sterk per vakgebied. In de lessen maatschappijleer, aardrijkskunde, geschiedenis en biologie wordt bijvoorbeeld veelvuldig gebruik gemaakt van Schooltv-programma’s. In de lessen natuurkunde/scheikunde/NLT, Nederlands en wiskunde wordt veel minder vaak gebruik gemaakt van de Schooltv-programma’s. De vijf meest gebruikte programmatitels zijn HistoClips, Focus op de maatschappij, GeoClips, Dossier maatschappijleer en Slavernij. De vijf minst gebruikte programmatitels zijn Spirou en Fantasio, De Bètakanon (bij wiskunde), Labyrint voor de 2e fase en Digitaal vertellen. Ruim 60% van de docenten in het voortgezet onderwijs gebruikt iets van Schooltv
Gebruik Beeldbank, Teleblik, Eigenwijzer per vakgebied VO De verschillende websites van Schooltv (Schooltv.nl, Beeldbank, Teleblik) worden door ongeveer een derde van de docenten bezocht. ‘Eigenwijzer’ wordt door een kleine groep docenten gebruikt. De websites van Schooltv worden door de docenten aardrijkskunde en geschiedenis vaker bezocht dan door hun collega’s Beeldbank en Teleblik worden overall door ruim een op de 3 docenten gebruikt , net als de programma’s.
Gebruikte kanalen voor AV-materiaal Regelmatig (> 1x/mnd) gebruikte e-technologie Gebruikte kanalen voor AV-materiaal Het videomateriaal wordt op verschillende manieren bekeken. Het vaakst maken de docenten als kanaal gebruik van YouTube en dvd’s. Schooltv.nl wordt er ook redelijk vaak voor gebruikt, hoewel dat wel sterk verschilt tussen de vakgebieden. Over het algemeen geldt dat hoe frequenter docenten educatief videomateriaal in hun lessen gebruiken, hoe meer Schooltv.nl gebruikt wordt om het materiaal te bekijken. Het educatieve videomateriaal is op verschillende manieren te bekijken. In figuur is te zien dat veruit het meeste materiaal via YouTube (79%) of op dvd (62%) wordt bekeken. Met percentages tussen de dertig en veertig procent zijn bronnen als de website van Schooltv.nl, uitzending gemist, Teleblik en andere internetsites echter ook wel degelijk belangrijk voor het toegankelijk maken van het videomateriaal, hoewel dat wel sterk verschilt tussen de vakgebieden. Docenten maken voornamelijk gebruik van een beamer en/of digitaal schoolbord om het videomateriaal in de lessen te bekijken. De andere apparaten worden duidelijk minder vaak gebruikt: You Tube en dvd belangrijkste kanalen Digibord sterk in opkomst in VO Bron: Bereik en waardering Schooltv in het VO 2012
Behoefte aan videomateriaal Behoeften docenten Onder de docenten bestaat er de nodige behoefte aan educatief videomateriaal. Dit verschilt wel sterk tussen de vakgebieden. Het grootst is de behoefte bij de docenten aardrijkskunde, geschiedenis en biologie/verzorging. Onder de wiskundedocenten is er de minste animo voor educatief videomateriaal. Toch geeft een meerderheid van de wiskundedocenten aan er (enige) behoefte aan te hebben. De behoefte is voor alle doelgroepen (onderbouw VMBO, onderbouw HAVO/VWO, bovenbouw VMBO en bovenbouw HAVO/VWO) nagenoeg even groot. Qua format van het educatieve materiaal geven de docenten de voorkeur aan: Tijdsduur: gemiddeld 20 minuten; Type: losse programma’s; Vorm: drie belangrijkste vormen die bij de verschillende doelgroepen in de top-3 staan zijn: animatie, documentaire, reportage. Schooltv-Beeldbank en de specifieke Schooltv-programma’s zijn de twee onderdelen van het Schooltv-aanbod waar de docenten het meeste belang aan hechten. Dit zijn dus onderdelen die Schooltv in stand zouden moeten houden. Hetzelfde geldt – hoewel in iets minder sterke mate – voor eindexamendossiers. Docenten hebben minder behoefte aan interactieve spellen en aan Eigenwijzer: zij vinden dat in vergelijking met de andere onderdelen het minst belangrijk in het aanbod van Schooltv.
Type videomateriaal per bouw De vorm waarin het educatieve videomateriaal gegoten zou moeten worden, hangt deels af van de doelgroep waarvoor het gemaakt wordt. Onderbouw VMBO: De meeste voorkeur aan videomateriaal in de vorm van een animatie (84%). Voor een documentaire, reportage, presentatie of een gedramatiseerd videofragment is echter ook wel degelijk animo. Circa zes op de tien docenten hebben hier behoefte aan. Docenten wiskunde en natuurkunde/ scheikunde/NLT hebben echter minder behoefte aan drama. Onderbouw HAVO/VWO: De meeste behoefte is er aan videomateriaal in de vorm van animaties en documentaires. Echter - net als bij de onderbouw van het VMBO - is er ook vraag naar reportages, presentaties en gedramatiseerd videomateriaal. Bovenbouw VMBO: Voor de bovenbouw van het VMBO is er de meeste voorkeur aan reportages, presentaties en discussies. Bovenbouw HAVO/VWO: Voor de bovenbouw van de HAVO/VWO is er vooral behoefte aan videomateriaal in de vorm van een documentaire: 92% van de docenten geeft aan hier behoefte aan te hebben. Ook reportages zijn een zeer welkome vorm van het videomateriaal. De wensen van de docenten van de verschillende vakgebieden verschillen echter nog wel wat van elkaar. Wiskunde docenten hebben juist minder behoefte aan deze vormen en willen docenten Nederlands - meer dan hun collega’s – liever ook videomateriaal in de vorm van discussies. Docenten Frans zitten naast documentaires meer verlegen om gedramatiseerd materiaal. Videomateriaal in de vorm van reportages en documentaires vinden wiskunde docenten minder aantrekkelijk voor de bovenbouw van de HAVO/VWO. Geschiedenis docenten zien daarentegen minder in animaties en voor aardrijkskunde lessen hebben de docenten – minder dan de andere docenten – behoeften aan gedramatiseerd videomateriaal.
Series of losse programma’s En daarbij…… Aan de docenten is tevens gevraagd of hun voorkeur bij het videomateriaal vooral uitgaat naar een serie programma’s over een onderwerp of thema of naar losse programma’s over een kernbegrip, onderwerp of vaardigheid. Uit figuur 5.4 blijkt dat er een duidelijke voorkeur voor bestaat voor losse programma’s. Zes op de tien docenten die redelijk tot zeer veel behoefte hebben aan educatief videomateriaal, geven de voorkeur aan losse programma’s. Voor een vijfde tot een kwart maakt het eigenlijk niet uit, zij hebben geen specifieke voorkeur. Het overige deel prefereert een serie programma’s. Het toevoegen van een Engelstalige voice-over en ondertiteling bij het educatieve videomateriaal is zeker het overwegen waard. Een vijfde tot een kwart van de docenten geeft aan hier behoefte aan te hebben. Vooral CKV docenten (42%) zijn hier zeer over te spreken. Daarnaast is bij de jongere docenten iets meer animo voor een Engelstalige voice-over en ondertiteling dan bij de oudere collega’s. Op dit moment hebben de docenten alleen de mogelijkheid om het educatieve videomateriaal in zijn geheel te tonen, maar wellicht dat ze soms slechts een gedeelte van het filmpje aan de klas willen tonen. Dit zou kunnen door de docenten de mogelijkheid te bieden om zelf (op een website) stukjes uit het educatieve videomateriaal te knippen. Wanneer aan de docenten wordt gevraagd in hoeverre ze hier behoefte aan hebben, blijkt dat daar zeker animo voor is. Zo geeft circa een kwart van de docenten (28%) aan regelmatig behoefte te hebben om een fragment uit het videomateriaal te kunnen knippen. Vier op de tien docenten hebben hier incidenteel behoefte aan. Vooral docenten biologie/verzorging en CKV staan hier positief tegenover. Respectievelijk 39 procent en 45 procent van deze docenten geeft aan er regelmatig behoefte aan te hebben. Onder de wiskundedocenten is de behoefte minder groot: ‘slechts’ zestien procent geeft aan er regelmatig behoefte aan te hebben. Engelstalige voice over: 20- 25%; CKV: 42% Zelf stukjes uit materiaal ‘op maat’knippen wil een kwart van de docenten, 40% incidenteel
Tijdsduur videomateriaal Aan de docenten die redelijk tot zeer veel behoefte hebben aan educatief videomateriaal, is gevraagd wat voor hen de optimale tijdsduur van videomateriaal is. In figuur 5.2 is te zien dat de meeste voorkeur uitgaat naar videofragmenten van 10, 15 en 20 minuten. Gemiddeld ligt de optimale tijdsduur tussen de 18 en 23 minuten: Voor de onderbouw iets korter dam voro de bovenbouw Onderbouw VMBO: 18 minuten Onderbouw HAVO/VWO: 19 minuten Bovenbouw VMBO: 21 minuten Bovenbouw HAVO/VWO: 23 minuten. De voorkeur voor de tijdsduur van het educatieve videomateriaal komt sterk overeen voor de verschillende vakgebieden.
Behoeften aan type materiaal Docenten hechten het meeste belang hechten aan Schooltv-Beeldbank, Schooltv-programma’s en eindexamendossiers met oefenmateriaal. Tussen de vakgebieden zijn een aantal verschillen te zien in belang van de diverse onderdelen van het Schooltv-aanbod. De belangrijkste verschillen zijn: Gs docenten hebben bovengemiddeld (84%) veel behoefte aan Schooltv-programma’s (gemiddeld= 73%); Aardrijkskunde docenten vinden Schooltv-Beeldbank belangrijker dan hun collega’s: 93 procent geeft aan dit onderdeel (heel) belangrijk te vinden terwijl het gemiddelde op 76 procent ligt. Bij Frans ligt het aandeel docenten dat het (heel) belangrijk vindt met 51 procent juist onder het gemiddelde; Eigenwijzer wordt vooral door maatschappijleer docenten belangrijk gevonden (47% versus 24% gemiddeld); DVD+ met daarop printbaar verwerkingsmateriaal wordt met name door de docenten Duits en Frans goed ontvangen: circa 65 procent geeft aan dit een (heel) belangrijk onderdeel te vinden (gemiddeld: 41%). Docenten Duits zijn daarnaast ook positief over een DVD+ met verwerking voor op het digibord (61% versus 39% gemiddeld).
Conclusies Gebruik van educatief videomateriaal is ‘gemeengoed’ in het VO, Schooltv is, na internet, 2e belangrijke bron Biologie, geschiedenis, aardrijkskunde en maatschappijleer docenten hebben meeste behoefte aan educatief av-materiaal en bij hen is Schooltv- de belangrijkste aanbieder. Dilemma: meer docenten gebruiken (en willen) Beeldbankclips, maar vinden optimale tijdsduur van programma’s 20 minuten. Ze willen ‘los’ te gebruiken documentaires, animaties (BeeldbankClips) en reportages. Behalve Beeldbankclips en programma’s zijn eindexamendossiers met oefenmateriaal ook gewenst . Het gaat om het educatieve av-materiaal, niet om materiaal eromheen,
Aan de docenten die de titels ooit hebben gebruikt, is gevraagd deze te waarderen op enkele aspecten. De bruikbaarheid wordt over het algemeen goed gewaardeerd: het gemiddelde over alle titels is een 7,4. De rapportcijfers voor bruikbaarheid variëren per titel van gemiddeld een 6,4 tot een 8,0. Tabel 4.4 Titels die het best beoordeeld zijn op bruikbaarheid Titel 2011-2012 HistoClips 8,0 Willi Wills Wissen 7,9 Wie is de dader? 7,9 Mens en lichaam 7,8 Geo Clips 7,8 Titels die het slechtst beoordeeld zijn op bruikbaarheid Aspecten van Rechtsstaat en Democratie 6,4 Wiskunde voor de sectoren 6,7 Cedric 6,9 EU-geografie 6,9 Gemiddeld vindt 78 procent van de docenten het aandeel nieuwe informatie van de titels voldoende of redelijk veel. Dit percentage varieert van 64 (voor Le petit Nicolas) tot 92 procent (voor Mens en lichaam). De titels worden ook verschillend gewaardeerd op het aspect leerzaam. Gemiddeld vindt 82% van de docenten de titels leerzaam, dit percentage varieert van 52 (voor Digitaal vertellen) tot 96% (voor Over gewicht). Gemiddeld vindt 71 procent van de docenten het niveau van de titels precies goed, dit percentage varieert van 45 (Aspecten van rechtsstaat en democratie en Literatuurgs 18e eeuw) tot 91% (Ruim Baan). Gemiddeld over alle titels zegt 35 procent van de docenten dat de aandacht goed wordt vastgehouden. Dit percentage varieert per titel van 15 (temps présent en aspecten vanrechtsstaat en democratie) tot 58 % (Ruim baan).
Biologie, Economie, Duits: 7,5 Wiskunde: 7,1 Nieuwe informatie 78% Gemiddeld Hoogst Laagst Bruikbaarheid 7,4 Biologie, Economie, Duits: 7,5 Wiskunde: 7,1 Nieuwe informatie 78% CKV: 85% Frans: 68% Leerzaam 82% Maatschappijleer: 90% Wiskunde: 71% Niveau 71% Biologie: 79% Nederlands: 58% Aandacht 35% Biologie: 45% Wiskunde: 25% Het gemiddelde rapportcijfer voor bruikbaarheid van 7,4 over alle titels varieert van gemiddeld 7,1 voor wiskunde tit 7,5 voor zowel biologie als economie als Duits Redelijk veel + voldoend nieuwe informatie vindt gemiddeld 78% van de docenten. Dit percentage varieert van 68% voor Frans tot 85% voor CKV-titels. Gemiddeld vindt 82 % van de docenten de titels leerzaam, dit varieert van 71% voor wiskunde tot 90% voor maatschappijleer. Gemiddeld vindt 71 % van de docenten het niveau van de titels precies goed, dit varieert van 58% voor Nederlands tot 79% voor Biologie. Gemiddeld zegt 35 % van de docenten dat de aandacht goed wordt vastgehouden. Dit percentage varieert per vak van 25% voor wiskundetitels tot 45% voor biologietitels.