Het Landsbestuur 4.1 Regering 4.2 Parlement 4.3 Provincie en gemeente 4.4 Dualisme en monisme (in het kort)

Gedecentraliseerde eenheidsstaat Koninkrijk der Nederlanden 4 landen: - Nederland - Aruba - Curaçao - Sint Maarten 3 bijzondere gemeenten: - Saba - Sint Eustatius - Bonaire Bestuurslagen - rijksoverheid - provinciale overheid - gemeentelijke overheid Gedecentraliseerde eenheidsstaat Constitutionele monarchie met parlementair stelsel Het Landsbestuur 4.1 Regering 4.2 Parlement 4.3 Provincie en gemeente 4.4 Dualisme en monisme (in het kort)

Parlementaire Democratie ministers  verantwoording aan volksvertegenwoordiging (op basis van vertrouwen) principiële gelijkwaardigheid van alle burgers. rechtsgelijkheid (artikel 1, grondwet) algemeen kiesrecht macht overheid gelimiteerd geheime en vrije verkiezingen (periodiek) representatiedemocratie (indirecte democratie) besluitvorming door meerderheid van stemmen rechten/belangen van minderheden in de gaten houden. rechtsstaat Het Landsbestuur 4.1 Regering 4.2 Parlement 4.3 Provincie en gemeente 4.4 Dualisme en monisme (in het kort)

Hoofdtaken - wetgeving voorbereiden - uitvoeren van beleid - regeerakkoord (regeerperiode) / troonrede (jaar) / miljoenennota Minister - minister – beleidsterrein/portefeuille - minister – departement/ministerie Ministerie - ambtenaren – wetsvoorstellen/adviezen - staatssecretaris – deel van beleid minister Ministerraad - elke vrijdag - minister-president = voorzitter (premier/regeringsleider) Het Landsbestuur 4.1 Regering 4.2 Parlement 4.3 Provincie en gemeente 4.4 Dualisme en monisme (in het kort)

Hoofdtaken: - medewetgeving bereiden beoordelen wetsvoorstellen wetsvoorstel indienen - controleren regering Parlement = 1e + 2e kamer Eerste Kamer (75) – senaat - ‘kamer van reflectie’ (bezinning) - indirect gekozen uit en door Provinciale Staten - fracties maar minder ‘partijpolitiek’ Tweede Kamer (150) - ‘politieke arena’ - fracties - coalitie / oppositie Machtsmiddelen Het Landsbestuur 4.1 Regering 4.2 Parlement 4.3 Provincie en gemeente 4.4 Dualisme en monisme (in het kort)

Gemeente Structuur Provincie Het Landsbestuur Dagelijks bestuur * Commissaris der Koningin (benoemd door regering/’de Kroon’) * Gedeputeerde Staten (benoemd door Provinciale Staten) Volksvertegenwoordiging * Provinciale Staten (om de 4 jaar rechtstreeks gekozen) Beoordelen beleid en controleren uitvoering Gemeente Dagelijks bestuur * Burgemeester (benoemd door regering) * en Wethouders (benoemd door gemeenter.) Volksvertegenwoordiging * Gemeenteraad (om de 4 jaar rechtstreeks gekozen) Beoordelen beleid en controleren uitvoering Het Landsbestuur 4.1 Regering 4.2 Parlement 4.3 Provincie en gemeente 4.4 Dualisme en monisme (in het kort)

Verhouding tussen regering en parlement, ook provinciaal en gemeentelijk. Monisme zeer nauwe samenwerking regering en parlement term: ‘torentjesoverleg’ Dualisme duidelijke scheiding taken regering en taken parlement bijv. wetsvoorstel van ministers VVD/PvdA Steun VVD en PvdA in TK gegarandeerd? Het Landsbestuur 4.1 Regering 4.2 Parlement 4.3 Provincie en gemeente 4.4 Dualisme en monisme (in het kort)

Het Landsbestuur 4.1 Regering 4.2 Parlement 4.3 Provincie en gemeente 4.4 Dualisme en monisme (in het kort)