Spijsvertering 22 maart 2011
Spijsverteringskanaal Spijsverteringsorganen Mondholte Keelholte Slokdarm Maag Dunne darm Dikke darm Ondersteunende organen Alvleesklier Lever Galblaas
Spijsvertering Belangrijke stoffen zijn enzymen en bacteriën Amylasen, enzymen die koolhydraten afbreken Proteasen, enzymen die eiwitten afbreken Lipasen, enzymen die vetten afbreken Enzymen zijn stoffen met een katalyserende (versnellende) invloed op het menselijk lichaam
Opbouw onderdelen spijsvertering M.u.v. de wand van mond- en keelholte Opbouw bestaat uit 4 lagen Binnenste laag slijmvlies Laag circulair verlopend glad spierweefsel Laag glad spierweefsel in lengterichting Buitenste laag bindweefsel
Mondholte Het gebit Speeksel (bevat enzym amylase) Tong Snijden, bijten en vermalen van voedsel Speeksel (bevat enzym amylase) Aangemaakt door oor-, ondertong-, onderspaakspeekselklieren en slijmcellen Tong Voor verplaatsing spijs en vermenging met speeksel
Keelholte Keelholte is de ruimte achter mond- en neusholte, en gaat over in slokdarm en strottenhoofd. Voedsel wordt door slikreflex naar keelholte verplaatst Tijdens slikken worden neusholte (huig) en luchtpijp (strottenklepje) afgesloten
Slikken Inademen
Slokdarm Verplaatsing voedsel door peristaltische (=samenttrekkende) bewegingen Bevat geen enzymen
Maag Tijdelijk bewaren en kneden van voedsel Toedienen van maagsap (bevat water, zoutzuur en enzymen protease en lipase) Begin van eiwitvertering door proteasen Maagslijmvlies beschermd maagwand en maakt stof aan die vitamine B12 kan opnemen Maagportier laat voedsel door naar dunne darm
Dunne darm Langste darm van het lichaam, bestaat uit Twaalfvingerige darm Nuchtere darm Kronkeldarm Voedsel wordt klein gemaakt voor opname in bloed en lymfe Dunne darm is sterk geplooid, zodat voedselopname eenvoudiger is (groot opp.)
Twaalfvingerige darm Eerste deel van dunne darm Toevoeging van enkele stoffen Gal uit de galblaas voor emulgeren (samenvoegen) van vetten Alvleessap, afgescheiden door alvleesklier, bevat alle enzymsoorten Darmsap, afgescheiden door darmsapklieren, bevat alle enzymsoorten zodat koolhydraten, vetten en eiwitten verder verteerd worden
Nuchtere- en Kronkel darm Afscheiding van darmsappen voor verdere afbraak van eiwitten, vetten en koolhydraten Resorptie Opname van verteerd voedsel, vitaminen en mineralen via darmwandcellen door de darmwand heen in het bloed en lymfe
Dikke darm Bestaat uit Blindedarm Opstijgende tak Dwarslopende tak Afdalende tak Endeldarm Verzamelen van onverteerbare voedselresten, onttrekken van water
Ondersteunende organen Alvleesklier Opgebouwd uit klierkwabjes die alvleessap produceren (bevatten alle enzymsoorten) Eilandjes van Langerhans produceren hormonen insuline en glycagon
Ondersteunende organen Lever en galblaas Lever is opgebouwd uit leverkwabjes, omgeven door dun bindweefsel Opslag van glycogeen in lever Assimilatie van eiwitten Productie van gal in lever, opslag in galblaas Ontgiftende werking door binding of omzetting schadelijke stoffen