Spijsvertering 22 maart 2011.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Enzymen (in het spijsverteringskanaal)
Advertisements

Voedingsvezel (ballaststof): stoffen in plantaardige voedingsmiddelen (b.v. cellulose) die niet door enzymen van de mens kunnen worden afgebroken. Voedingsvezel.
Welkom bij de les : EHBO, ziekteleer,
Thema: mensen Je eten op reis.
Enzymen voor de vertering
Het spijsverteringsstelsel
Verkleining van voedingsstoffen
2rootje ‘Die-eet’ De spijsvertering.
Op reis van MOND tot KONT
Spijsvertering.
Thema 2: Voeding en Vertering
SPIJSVERTERING Anatomie.
Overzicht van de stofwisseling
Hoorcollege Voeding en Vertering
Verteringsstelsel.
Inleveren verslag opdracht 9
Hoe vervoert je verteringsstelsel voedsel
Hoofdstuk 6.8 Spijsverteringsenzymen
Hoofdstuk 6.8 Spijsverteringsenzymen
J Bügel Noorderpoortcollege
Hoofdstuk 4: Voeding HAVO 4.
Het verteringsstelsel
Alvleesklier, galblaas, twaalfvingerige darm
Wat voedt jou, deel 2 Les 2.
Dissectie van de vis.
Dikke darm en de lever.
Ons lichaam heeft energie en bouwstoffen nodig om te kunnen werken en in stand te blijven Bouwstoffen en energie halen we uit drinken en eten 1.Water.
Maagdarmkanaal V31, VOEDING. Voedsel en maagdarmkanaal A. Plantaardig materiaal B. Vlees C. Insecten D. Zowel plantaardig als dierlijk materiaal 1. Carnivoor.
Wat voedt jou, deel 2 Les 1 Spijsvertering De mond en keelholte.
VERTERING. CELLEN WEEFSEL orgaan organenstelsel.
De Organen.
VHP Les 10.
SpijsverteringsOrganen
Anatomie en Fysiologie
Het verteringsstelsel
De liefde gaat door de maag
Dikke darm en de lever.
Het menselijk spijsverteringsstelsel.
Spijsverteringsstelsel
Spijsvertering.
. Mond en keelholte.
Antwoorden college 3 Noem de 5 structuren/ruimten waar de keelholte mee in verbinding staat. Neusholte, mond, luchtpijp, slokdarm, buis van Eustachius.
Maagdarmkanaal V31, Voeding.
Slokdarm en maag.
Alvleesklier, galblaas, twaalfvingerige darm
Antwoorden les 2 Insuline en glucagon hebben een antagonistische werking. Wat wil dat zeggen? Tegengestelde werking op bloedsuikerspiegel. Welk hormoon.
koolstofdioxide + water glucose + zuurstofgas
Thema 4 Voeding en vertering
Digestie anatomie en fysiologie
Voeren en verzorgen Periode 3
Biologie voor jou; Thema 2.
Thema 4 Voeding en vertering
Gummibeertjes MijnBiologie.nl.
T2. Voeding en Vertering B1. Voedingsmiddelen en voedingsstoffen B2. Het aantonen van voedingsstoffen B3. Gezonde voeding B4. Het verteringsstelsel van.
Hoofdstuk 6.8 Spijsverteringsenzymen
2 Vertering & Voedselopname. 2 Vertering & Voedselopname.
Spijsverteringskanaal
Vertering en opname van voedingsstoffen in het bloed
Maagdarmkanaal V31, Voeding.
Spijsvertering D17v.
Spijsvertering Bijgewerkt
Spijsvertering D17v.
Thema 2: Voeding en Vertering
De organen voor vertering
Voeren en verzorgen Periode 3
Deel 3: Spijsvertering van het rund en het varken
H6: Het Spijsverteringsstelsel- deel 2
Transcript van de presentatie:

Spijsvertering 22 maart 2011

Spijsverteringskanaal Spijsverteringsorganen Mondholte Keelholte Slokdarm Maag Dunne darm Dikke darm Ondersteunende organen Alvleesklier Lever Galblaas

Spijsvertering Belangrijke stoffen zijn enzymen en bacteriën Amylasen, enzymen die koolhydraten afbreken Proteasen, enzymen die eiwitten afbreken Lipasen, enzymen die vetten afbreken Enzymen zijn stoffen met een katalyserende (versnellende) invloed op het menselijk lichaam

Opbouw onderdelen spijsvertering M.u.v. de wand van mond- en keelholte Opbouw bestaat uit 4 lagen Binnenste laag slijmvlies Laag circulair verlopend glad spierweefsel Laag glad spierweefsel in lengterichting Buitenste laag bindweefsel

Mondholte Het gebit Speeksel (bevat enzym amylase) Tong Snijden, bijten en vermalen van voedsel Speeksel (bevat enzym amylase) Aangemaakt door oor-, ondertong-, onderspaakspeekselklieren en slijmcellen Tong Voor verplaatsing spijs en vermenging met speeksel

Keelholte Keelholte is de ruimte achter mond- en neusholte, en gaat over in slokdarm en strottenhoofd. Voedsel wordt door slikreflex naar keelholte verplaatst Tijdens slikken worden neusholte (huig) en luchtpijp (strottenklepje) afgesloten

Slikken Inademen

Slokdarm Verplaatsing voedsel door peristaltische (=samenttrekkende) bewegingen Bevat geen enzymen

Maag Tijdelijk bewaren en kneden van voedsel Toedienen van maagsap (bevat water, zoutzuur en enzymen protease en lipase) Begin van eiwitvertering door proteasen Maagslijmvlies beschermd maagwand en maakt stof aan die vitamine B12 kan opnemen Maagportier laat voedsel door naar dunne darm

Dunne darm Langste darm van het lichaam, bestaat uit Twaalfvingerige darm Nuchtere darm Kronkeldarm Voedsel wordt klein gemaakt voor opname in bloed en lymfe Dunne darm is sterk geplooid, zodat voedselopname eenvoudiger is (groot opp.)

Twaalfvingerige darm Eerste deel van dunne darm Toevoeging van enkele stoffen Gal uit de galblaas voor emulgeren (samenvoegen) van vetten Alvleessap, afgescheiden door alvleesklier, bevat alle enzymsoorten Darmsap, afgescheiden door darmsapklieren, bevat alle enzymsoorten zodat koolhydraten, vetten en eiwitten verder verteerd worden

Nuchtere- en Kronkel darm Afscheiding van darmsappen voor verdere afbraak van eiwitten, vetten en koolhydraten Resorptie Opname van verteerd voedsel, vitaminen en mineralen via darmwandcellen door de darmwand heen in het bloed en lymfe

Dikke darm Bestaat uit Blindedarm Opstijgende tak Dwarslopende tak Afdalende tak Endeldarm Verzamelen van onverteerbare voedselresten, onttrekken van water

Ondersteunende organen Alvleesklier Opgebouwd uit klierkwabjes die alvleessap produceren (bevatten alle enzymsoorten) Eilandjes van Langerhans produceren hormonen insuline en glycagon

Ondersteunende organen Lever en galblaas Lever is opgebouwd uit leverkwabjes, omgeven door dun bindweefsel Opslag van glycogeen in lever Assimilatie van eiwitten Productie van gal in lever, opslag in galblaas Ontgiftende werking door binding of omzetting schadelijke stoffen