VERTERING. CELLEN WEEFSEL orgaan organenstelsel.

Presentatie over: "VERTERING. CELLEN WEEFSEL orgaan organenstelsel."— Transcript van de presentatie:

1 VERTERING

2 CELLEN

3 WEEFSEL

4 orgaan

5 organenstelsel

6 Organisme

7 1 = organenstelsel 2 = orgaan 3 = weefsel 4 = zenuwcel

8

9 VERBRANDING in je lichaam ALTIJD en in ALLE CELLEN VAN JE LICHAAM glucose + zuurstof water + koolstofdioxide + energie beweging en warmte

10 VERTERINGSSTELSEL Functie breekt voedsel af tot opneembare voedingsstoffen.

11 Vertering = het omzetten van voedingsstoffen in verteringsproducten. = je voeding zo klein maken dat het in het bloed kan worden opgenomen. Hele kleine verterings- producten kunnen door de darmwand heen in het bloed komen. Vezels zorgen voor een goede darmperistaltiek. Eten dat niet wordt verteerd poep je uit.

12 Peristaltische beweging Mechanische vertering Chemische vertering Enzym verandert zelf niet

13 VERTERINGSKLIEREN speekselklieren levermaag alvleesklier darmsapklieren

14 Maken speeksel Maakt je eten kleiner Zet zetmeel om in glucose Met je tong duw je je gekauwde eten tussen de kiezen en daarna door naar de slokdarm Je tong gebruik je om te praten en om te proeven. Goed kauwen zorgt voor een groter oppervlak van het voedsel hierdoor kunnen de verteringssappen (met enzymen) er beter bij.

15

16 = maagportier Deze laat steeds kleine beetjes eten door naar de 12-vingerige darm Maagsapklieren maken maagsap Doodt bacteriën. Kneden van je voedselbrij Mengt de voedselbrij Verteert je voedsel al een beetje.

17 TWAALFVINGERIGE DARM : hier komt alvleessap en gal bij je voedselbrij. LEVER gal emulgeert vetten ALVLEESKLIER : produceert alvleessap verteert eiwitten, vetten en koolhydraten Opslagplaats van gal

18 DUNNE DARM Darmsapklieren maken darmsap -Functies: voedingsstoffen opnemen in het bloed eiwitten, koolhydraten en vetten verder verteren. - voedingsstoffen en water darmplooi darmvlok naar de cellen

19 Wormvormig aanhangsel dikke darm endeldarm anus kringspier die af en toe ontspant Bevat onverteerde voedselresten en veel water. Dit water wordt hier opgenomen in het bloed. Hierin worden de ingedikte, onverteerbare voedselresten verzameld en opgeslagen.

20

21 kaak GEBITSELEMENTEN: 1: snijtand: afbijten van je voedsel 2: hoektand: afbijten 3: kies: fijnmalen van je voedsel kroon en wortel --- verstandskies HET GEBIT

22 Melkgebit (ontstaat tussen ½ jaar en 2 jaar) totaal: 8 snijtanden – 4 hoektanden en 8 kiezen Wisselen (vanaf ongeveer 6 jaar) Blijvend gebit totaal: 8 snijtanden – 4 hoektanden en 20 kiezen Tandformule: 5 1 2 2 1 5 kies hoektand snijtand

23

24 glazuur tandbeen Kroontandholte tandvlees kaakbeen bloedvat Wortel cement wortelvlies zenuw

25 Tandjes poetsen.... Minimaal 1 x per dag GOED Niet meer dan 3 x per dag een tussendoortje eten. = laagje aanslag dat zich dagelijks op de tanden en kiezen afzet. Gevolgen van tandplak: -Gaatjes -Tandvleesontsteking (tanden en kiezen kunnen losraken) -Tandsteen Tandplakverklikker