Formaties en kabinetten

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H3 Democratie in de 20e eeuw
Advertisements

Danielle Bloemsma, Suzan Coster en Ilja Rosenbrand 5VWO
Eensgezinde zorgstandpunten Mensen met een lichamelijke, verstandelijke of geestelijke beperking hebben recht op zorg; Wonen en zorg scheiden; PGB.
Staatsinrichting 1 Veranderingen herkennen/ beschrijven die in 1848 werden doorgevoerd in het kiesrecht door de liberalen o.l.v. Thorbecke.
Verkiezingen en kiesstelsels
2e Kamerverkiezingen 2012.
4.1: Het parlement is baas boven baas
Leven in een rechtsstaat
Loting bij geneeskunde: uitwas van de jaren 60? Margo Trappenburg Bronnen: benwilbrink.nl; parlement.com; medisch contactbenwilbrink.n.
Hoe belangrijk zijn verkiezingen? Een historische terugblik E. Gerard Lerarendag Vlaams Parlement 28 februari 2014.
4.2 Deels ontzuiling, maar ook nieuwe verzuiling
Do’s and Don’ts presentaties
Nederland na WO II.
Randstad Werkmonitor state of mind arbeidsmarkt (werknemer perspectief) juli – augustus 2007 B
Maatschappijleer 1 Nadya Karim
Politiek en staatsinrichting in Nederland en Europa.
QUIZ Katern Politiek.
Welkom bij de enige onafhanklijke en objectieve nationale kieswijzer
4.1: Het parlement is baas boven baas
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Land van duizend meningen : Progressieve Jaren Zeventig & De Verzorgingsstaat in de Knel V AN H UNEBED TOT HEDEN – les 14.
Tijdens WO II leiders van de politieke partijen gevangen in Sint Michielsgestel Discussie over de situatie na WO II → er moet een einde komen aan de verdeeldheid.
Het interbellum.
Staatsinrichting van Nederland
Nederland na WO II.
Nederland in de 20ste eeuw
Europese Samenwerking
Verzuiling en ontzuiling in Nederland
Politiek jargon Bingo.
War in parliament. Gefinancierd door: 2 Tools? Queries? Data? Metadata? Wildcards? Lucene? Booleaans?
2e Kamerverkiezingen Wilders Sap Rutten Roemer Pechtholt Samsom Buma Opdracht 1. Zet de juiste naam bij de juiste foto. Opdracht 2.
1/9 2/9 INHOUD Wat is een referendum precies? Wie zijn de kandidaten? Wat zijn de voordelen van zo’n burgemeestersreferendum? En wat de nadelen? Conclusie.
Module 4 Een natie van immigranten tijdbalk2 I have a dream 1.Van Europese kolonie tot de VS 2.Land van belofte 3.Gelijke rechten voor iedereen?
Monarchie Democratie. Inhuldiging in de Nieuwe kerk in Amsterdam  Beatrix wordt Koningin.
75 jaar poldermodel: een spel in vijf bedrijven en een epiloog VHV-bijeenkomst 20 april 2013 Paul de Beer Henri Polak hoogleraar voor arbeidsverhoudingen.
Europese Samenwerking
Staatsinrichting Nederland
DE SLIMSTE LEERLING Prinsjesdag
Verkiezingen 2006.
Paragraaf 5.5 Historisch overzicht
Herhaling Staatsinrichting
4.1: Het parlement is baas boven baas
2e Kamerverkiezingen Wilders Sap Rutten Roemer Pechtholt Samsom Buma Opdracht 1. Zet de juiste naam bij de juiste foto. Opdracht 2.
Het Volk 2e Kamer 150 leden 1e Kamer 75 leden Directe verkiezingen
Politieke partijen en stromingen tot 1940
Staatsinrichting In Nederland.
De staatsinrichting van
Par. 5: Politieke opvattingen over de verzorgingsstaat
§4: Regering en Parlement:
H3 Democratie in de 20 e eeuw Hoe hebben de rechtsstaat en parlementaire democratie zich ontwikkeld tussen 1920 en 1980?
Hoofdstuk 5: Burgers en Stoommachines
Staatsinrichting Wie is de baas van Nederland? ©Tom Verbeek sep 2010.
Ontzuiling en secularisatie
Stemexamen.
ProDemos schuift aan: Verkiezingsspecial
Het Parlement Paragraaf 6.
Les kiezen, politieke stromingen en partijen
Examen ma2 N.a.v. het SE P7.
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
PowerPointpresentatie Algemene staatsinrichting
Het parlement Hoofdstuk 6 ‘Politiek.
DE SLIMSTE LEERLING Prinsjesdag
Kabinet en Regering Hoofdstuk 5.
DE SLIMSTE LEERLING Prinsjesdag
Aantekening van: Wie is de baas
DE SLIMSTE LEERLING Prinsjesdag
DE SLIMSTE LEERLING Prinsjesdag
Transcript van de presentatie:

Formaties en kabinetten 1946-2012 September 2012

1. Naoorlogse kabinetten 2. Feiten en statistieken 3. Verbanden 4 1. Naoorlogse kabinetten 2. Feiten en statistieken 3. Verbanden 4. Formaties 1946-2012

1. Naoorlogse kabinetten Jaar Partijen Zetels Formatie Duur Bijzonderheden Schemerhorn-Drees 1945 RKSP, SDAP, VDB 60/100 - 347 Eerste na-oorlogse 'koninklijk' kabinet (noodkabinet), verkiezingen voor de oorlog (1937), 'zuiveringen’, ‘Tientje van Lieftinck’ Beel I 1946 KVP, PvdA 61/100 48 766 Het laatste kabinet zonder staatssecretarissen, wederopbouw, verzorgingsstaat, onrust in Nederlands-Indië Drees-Van Schaik 1948 KVP, PvdA, CHU, VVD 76/100 31 950 Eindigde in kabinetscrisis over Nieuw-Guinea Drees II 1951 537 Voortzetting van eerste kabinet Drees, eerste formatie met informateur, EGKS, werkloosheidswet Drees III 1952 PvdA, KVP, ARP, CHU 81/100 69 1502 Twee ministers BuZa, 'vadertje' Drees' AOW, Greet Hofmans-affaire, waternoodsramp/deltaplan, Bisschoppelijk Mandement Drees IV 1956 127/150 122 800 Tweede Kamer van 100 naar 150, autoloze zondagen, Verdragen van Rome, Televisiebesluit, Marga Klompé eerste vrouwelijke minister Beel II 1958 KVP, ARP, CHU 77/150 148 Rompkabinet, algemene weduwen- en wezenwet, einde 'rooms-rode samenwerking' De Quay 1959 KVP, VVD, ARP, CHU 94/150 68 1527 Eerste volwaardige naoorlogse kabinet zonder PvdA, algemene bijstandswet, overdracht Nieuw-Guinea, begin mammoetwet Marijnen 1963 92/150 70 630 Kabinet valt over onenigheid omroepbestel, ziekenfondswet, 'Akkoord van Wassenaar' Cals 1965 KVP, PvdA, ARP 106/150 587 Eindigde in 'Nacht van Schmelzer', terugkeer PvdA regering, huwelijk Claus en Beatrix, mijnsluitingsprogramma, Provo/Boerenpartij/D66 Zijlstra 1966 KVP, ARP 63/150 134 Rompkabinet na de val van Cals, omroepwet, besluit winning aardgas Noordzee De Jong 1967 86/150 49 1553 Eerste naoorlogse kabinet zonder tussentijdse crises, Maagdenhuisbezetting, stadsvernieuwing en wegen Biesheuvel I 1971 KVP, VVD, ARP, CHU DS'70 82/150 400 Rapport Club van Rome en urgentienota milieuproblemen, benoeming formateur door Tweede Kamer mislukt, openbaarheid tijdens formatie Biesheuvel II 1972 74/150 275 Rompkabinet na vertrek DS'70, Drie van Breda Den Uyl 1973 PvdA, KVP, ARP, PPR, D66 97/150 163 1683 Meest progressieve NL kabinet, oliecrisis, Lockheed-affaire, affaire Menten, sluiting abortuskliniek Bloemenhove, spreiding Rijksdiensten Van Agt I 1977 CDA, VVD 208 1362 PvdA grootste partij (53 vs. 49 voor CDA) en winnaar (+10 vs. +1), formele oprichting CDA, Nationale Ombudsman, WOB, Beatrix koningin Van Agt II 1981 CDA, PvdA, D66 109/150 108 260 Eerste formatie Beatrix: bordesscène naar Huis ten Bosch, eerste breuk al tijdens opstelling regeringsverklaring, kruisraketten Van Agt III 1982 CDA, D66 65/150 159 Rompkabinet na vertrek PvdA, afschaffing van de cent als wettig betaalmiddel Lubbers I 81/150 57 1348 PvdA opnieuw niet in regering als grootste partij, 'No nonsense', ophef over kruisraketten, zure regen en kernenergie Lubbers II 1986 53 1212 Valt op reiskostenforfait, VINEX, algehele belastingherziening, Nationaal Milieubeleidsplan Lubbers III 1989 CDA, PvdA 103/150 62 1749 Dienstplicht opgeschort, kwartje van Kok, bataljon Srebrenica, Verdrag van Maastricht, privatisering NS, Ecologische Hoofdstructuur, OV-jaarkaart Kok I 1994 PvdA, VVD, D66 111 1442 Eerste kabinet sinds 1907 zonder christelijke inbreng, voorlopig laatste dat de eindstreep haalde, Betuwelijn, vijfde baan Schiphol, Dutchbat Kok II 1998 89 1449 Nacht van Wiegel', kabinet valt over Srebrenica-rapport NIOD, Máxima, 9/11, wachtlijsten in de zorg, homohuwelijk, wet dualisering, MKZ, Euro Balkenende I 2002 CDA, LPF, VVD 93/150 309 Fortuyn veranderde politiek, LPF tikkende tijdbom onder kabinet, 'waarden en normen', Irak, vogelpest, voor het eerst Kamerdebat regeerakkoord Balkenende II 2003 CDA, VVD, D66 78/150 125 1137 Wilders splitst zich af van VVD, D66 uit kabinet na conflict minister Verdonk, Theo van Gogh en Hofstadgroep, geen Europese Grondwet Balkenende III 2006 71/150 230 Rompkabinet, asielzoekers, motie van afkeuring minister Verdonk, rapport Schipholbrand Balkenende IV 2007 CDA, PvdA, ChristenUnie 80/150 93 1330 Onenigheid kabinet over kwesties Uruzgan en JSF, kraak- en rookverbod, Commissie-Davids, '100 dagen', ABN, aftreden 'knettergekke' Vogelaar Rutte 2010 VVD, CDA (PVV) 52(76)/150 127 716 Minderheidskabinet met gedoogpartner, van 16 naar 12 ministers, steun SGP Eerste Kamer, bezuinigingen en crisis, 'Kunduz-coalitie' Gemiddeld 89,5 876,5 (Zonder rompkabinetten ca. 1106 dagen)

2. Feiten en statistieken: algemeen Na de oorlog 28 kabinetten 20 geformeerd na verkiezingen, waarvan 1 minderheidskabinet met gedoogpartner (Rutte) Slechts drie zonder VVD of PvdA, alle ‘rompkabinetten’ Slechts vier met zowel VVD als PvdA

2. Feiten en statistieken: formatie Gemiddelde formatieperiode meerderheidskabinetten: 2 partijen (5): 85,6 dagen (laatste: 1989) Zonder mislukte poging van Den Uyl 1977: 53,2 dagen 3 partijen (6): 95,7 dagen (Laatste: 2007) 4 partijen (6): 68,2 dagen (laatste: 1967) 5 partijen (2): 116 dagen (laatste: 1973) Gemiddelde toename formatieproces 1946-2010: 0,6468 dag per jaar

2. Feiten en statistieken: regeerperiode Gemiddelde regeerperiode meerderheidkabinetten: 2 partijen: 1287,4 dagen 3 partijen: 987,8 dagen 4 partijen: 1160,3 dagen 5 partijen: 1041,5 dagen Gemiddelde toename regeerperiode 1946-2010: 0,2789 dag per jaar (Minus toename formatieproces (demissionair) -0,3679 dag per jaar) Opvallend: ondanks tussenliggende verkiezingen veranderde weinig tussen 1982 en 1989. Lubbers I en II bestonden beide uit CDA en VVD en haalden beide in totaal 81 zetels. Alleen onderling veranderde het zetelaantal.

3. Verbanden (I) Bij meerderheidskabinetten geformeerd na verkiezingen: Met drie partijen langste formatie en kortste regeerperiode, met zowel vier als – vooral – twee partijen sneller en stabieler. Op zichzelf correleren aantal formatiedagen en aantal regeerdagen niet. Maar: de cijfers van formatie- en regeerperiode lijken wel te correleren tussen verschillende kabinetten (2, 3 of 4 partijen) onderling. (Slechts 2 met 5 partijen, dus te weinig om uitspraken te doen.) Bij alle kabinetten sinds 1946: Formaties dijen in de periode 1946-2010 langzaam uit, terwijl de regeerperiode – gecorrigeerd voor de formatieperiode – steeds iets korter wordt.

3. Verbanden (II) Bij meerderheidskabinetten geformeerd na verkiezingen: Geen verband tussen formatieperiode en stabiliteit (tabel 1) Formatieproces steeds langer (tabel 2) Verband tussen aantal zetels en stabiliteit? (tabel 3 en 4) Tabel 1: aantal regeer- (y) en formatiedagen (x) Tabel 2: aantal formatiedagen (y) per formatie

3. Verbanden (III) Verband tussen aantal zetels en stabiliteit? (tabel 3 en 4) Tabel 3: aantal zetels (y) en formatiedagen (x) Nb: Zetels teruggerekend naar 100 en bij Kabinet Rutte gedoogpartner PVV meegerekend. Conclusie: Er is geen verband tussen het aantal zetels dat een (toekomstig) meerderheidskabinet heeft en de duur van de formatie. Meerderheid is meerderheid, blijkbaar. En de mate van kritiek uit de Kamer niet relevant voor de stabliliteit. Tabel 4: aantal zetels (y) en regeerdagen (x) Nb: Zetels teruggerekend naar 100 en bij Kabinet Rutte gedoogpartner PVV meegerekend. Conclusie: Er bestaat geen duidelijk verband. Maar het valt wel op dat de 8 kabinetten die het langer dan 1400 dagen uithielden minimaal – teruggerekend naar 150 – 86 zetels hadden. Aan de linkerkant in de tabel staan vanzelfsprekend de minderheidskabinetten – vaak ‘rompkabinetten, met als belangrijkste doel nieuwe verkiezingen uit te schrijven – gegroepeerd. Rood gemarkeerd: Balkenende II komt qua zetels (78) het dichtst in de buurt van een eventueel VVD-PvdA (79). Belangrijk verschil is echter dat in 2003 drie partijen (CDA, VVD en D66) de regering vormden.

4. Formaties 1946-2012: proces Inhoudelijke veranderingen formatieproces: 1951: de Koningin geeft VVD’er Stikker de opdracht eerst informatie in te winnen, de informateur is geboren. 1971: Kamer wil via meerderheidsbesluit een kabinetsformateur door de Koningin laten benoemen, maar komt niet tot eensgezind oordeel. Daarna neemt de Koningin zoals gebruikelijk het voortouw. 1971: transparante formatie. Adviezen aan de Koningin worden allemaal gepubliceerd en ook de informateur informeert regelmatig de buitenwacht. 2002: informateur Donner stuurt voor het eerst het akkoord van CDA-LPF-VVD naar de Kamer en gaat op het regeringspluche erover in debat. 2012: Tweede Kamer onderneemt nieuwe poging (na 1971) zelf het voortouw in de formatie te nemen. Kersverse Kamervoorzitter Van Miltenburg (VVD) moet daar nog aan wennen.

4. Formaties 1946-2012 in anekdotes (I) Markante gebeurtenissen tijdens formaties 1945-1977: 1945: Koningin Wilhelmina geeft de opdracht aan Schemerhorn en Drees, voormannen van respectievelijk de vernieuwingsgezinden en de SDAP. Zij wil een kabinet van ‘herstel en vernieuwing’, dat bestaat uit mannen die Nederland tijdens de oorlog niet verlieten en waarin ook voor leden van het voormalige verzet plaats is. Maar ook traditionele partijen namen snel hun vertrouwde plaats weer in. 1946: tijdens de formatie van Beel I wil de PvdA niet met politiek leider van de KVP onderhandelen, de KVP schuift Beel naar voren. 1948: Beel komt er niet uit met de PvdA, Van Schaik (ook KVP) wel. 1951: Dreesbenoemt twee ministers van BuZa en stelt een nieuw departement van Maatschappelijk Werk in om onenigheid tijdens de formatie- onderhandeling met zijn toekomstige regeerpartners te beslechten. 1956: langste en moeilijkste formatie tot dat moment, vooral door opgelopen spanningen tussen PvdA en KVP. 1959: De Quay heeft grote moeite ministers te vinden. 1963: Beel weet tijdens het ‘Akkoord van Wassenaar’ in 1 week KVP, ARP, CHU en VVD – ondanks veel voorafgaande spanningen – bij elkaar te brengen. Omdat De Quay niet opnieuw premier wil worden en zijn kandidaat Zijlstra voor de KVP onaanvaardbaar is, krijgt Marijnen (KVP) de eer. 1973: moeizame formatie door de tweedeling tussen progressieve (PvdA, PPR, D66) en confessionele (KVP, ARP, CHU) partijen. CHU valt af. De wissel van de wacht in de ARP, de progressievere Aantjes vervangt Biesheuvel, opent een mogelijkheid. Saillant: Van Agt (KVP) speelt als informateur een grote rol bij het overhalen van zijn partij voor samenwerking met Den Uyl. 1977: langste formatie ooit met 208 dagen. PvdA en CDA komen er niet uit. Den Uyl geeft de opdracht terug. Daarna wordt Van der Grinten (CDA) als informateur aangesteld en komen Van Agt en Wiegel er snel uit.

4. Formaties 1946-2012 in anekdotes (II) Markante gebeurtenissen tijdens formaties 1981-2012: 1981: de eerste kabinetsbreuk tussen CDA, PvdA en D66 vindt al plaats voor het uitspreken van de regeringsverklaring. 1982: PvdA slaagt er opnieuw als grootste partij niet in een kabinet te vormen en Van Agt verlaat vrij plotseling de politiek, waarmee het tijdperk Lubbers is aangebroken. 1994: grootste winnaar D66 opteert voor ‘paars’ en daarmee komt voorlopig een einde aan ongeveer een eeuw christelijke inbreng in de regering. 2002: nieuwe partij LPF komt meteen in de regering. 2010: lastige uitslag leidt tot moeizame formatie en vernieuwende oplossing in de vorm van een minderheidskabinet met gedoogparter. Vooral het CDA zorgt voor problemen, omdat bij individuele Kamerleden en prominenten, maar ook bij de achterban veel weerstand bestaat tegen Wilders’ PVV. Met de komst van Rutte raakt ook het woord ‘radiostilte’ in het Haagse jargon in zwang. 2012: PvdA en VVD ondernemen eerste poging een kabinet te vormen nadat de Tweede Kamer Kamp (VVD) en Bos (PvdA) als informateurs aanstelde en zij houden met de andere onderhandelaars dat proces nagenoeg onzichtbaar voor binnen- en buitenwacht.