Hoe passen stepped care en collaborative care binnen het patiëntenperspectief? Peter F M Verhaak
Angst en depressie: Voorkomen en behandeling •12-mnd Prevalentie 1 : –Depressie 7,6% –Angst 12,4% •Contact met een hulpverlener 2 : –Depressie 69% •1e lijn 60% •2 e lijns GGZ20% –Angst 55% •1 e lijn47% •2 e lijns GGZ14% 1 Bron: Nemesis Bron: NESDA 2005
Wat gaat er mis? •Niet iedereen zoekt hulp •Niet iedere stoornis wordt gesignaleerd bij hulp zoeken •Niet iedere patiënt ontvangt gepaste behandeling •Niet iedere patiënt die behandeling krijgt, is therapietrouw
Ideeën over angst en depressie •Oorzaak: niet organisch maar psychologisch of door omgeving bepaald •Deel van respondenten ziet hun depressie als stabiel persoonlijkheidskenmerk •Geprefereerde behandeling: psychologisch, geen psychofarmaca •“gezonden” staan afwijzender tegenover medisch- biologische benadering dan mensen die een depressie of angststoornis hebben meegemaakt Niet iedereen zoekt hulp Bron: Prins e.a. 2008
Respondenten NESDA-1 e lijn (N=743) met angst of depressie: behandeling in 6 mnd Niet iedereen zoekt hulp Bron: van Beljouw e.a. submitted
Zorgbehoeften van mensen met angst of depressie die geen hulp kregen, maar wel wilden, in 6 mnd. Niet iedereen zoekt hulp
Reden waarom mensen met angst of depressie, én een zorgbehoefte, geen hulp zochten in 6 mnd. Niet iedereen zoekt hulp
Ernst van angst (BAI), depressie (IDS) en disfunctioneren (WHODAS) bij 3 groepen onbehandelden en bij behandelden Niet iedereen zoekt hulp
Kenmerken van persoon met angst of depressie met onvervulde zorgbehoefte •Relatief vaak niet in Nederland geboren •Relatief eenzaam •Minder groot sociaal netwerk Niet iedereen zoekt hulp
57% van de mensen met angst of depressie krijgen een behandeling
% Mensen met angst en/of depressie van wie de diagnose geregistreerd was in het HIS (N=148)(N=298) (N=275 ) Niet iedere stoornis wordt gesignaleerd Bron: Smolders et al. submitted
% mensen met angst en/of depressie dat conform de richtlijn behandeld werd (N=148)(N=298) (N=275 ) Niet iedere patiënt ontvangt gepaste behandeling Bron: Smolders et al. submitted
Patiëntfactoren die de kans op gepaste zorg beïnvloeden •Behoeften van de patiënt –Psychisch probleem zelf als zodanig ervaren –Behoefte aan info, medicatie, counseling, verwijzing •Vertrouwen van de patiënt in professionele hulp •Positieve ervaringen met hulpverlener –emotionele steun, patiëntgerichtheid •Klinische factoren –Comorbiditeit van angst en depressie –Bij dysthymia, MDD single, GAD –Negatief bij uitsluitend angststoornis –Algemeen disfunctioneren Niet iedere patiënt ontvangt gepaste behandeling
Kenmerken van arts- en praktijk- organisatie die het geven van gepaste zorg beïnvloeden •Positieve houding t.a.v. opsporen van depressie •Optimistische houding t.a.v. hindernissen die een arts ontmoet bij het implementeren van nieuwe richtlijnen •Samenwerking met AMW of ELP of SPV Niet iedere patiënt ontvangt gepaste behandeling
Behoeften van behandelde patiënten en verkregen behandeling (N=423) Niet iedere patiënt is therapietrouw Bron: Prins et al. in press
Wat gaat er mis vanuit de optiek van de cliënt (I) •Niet iedereen zoekt hulp •De helft van degenen die geen hulp zoeken, vinden dat zelf niet nodig •Gezien de relatief geringe ernst van hun symptomen, voelen ze de meesten dat goed aan •De helft die geen hulp zoekt maar wel een zorgbehoefte heeft, is relatief vaak eenzaam en buitenlander
Wat gaat er mis vanuit de optiek van de cliënt (II) •Niet iedere stoornis wordt gesignaleerd bij hulp zoeken •De meest ernstige stoornissen worden wel gesignaleerd
Wat gaat er mis vanuit de optiek van de cliënt (III) •Niet iedere patiënt ontvangt gepaste behandeling •De meest ernstige stoornissen ontvangen wel gepaste behandeling •Patiënten met vertrouwen in GGZ en hun huisarts ontvangen eerder gepaste zorg •Patiënten die in zijn voor medicatie etc. ontvangen gepast zorg •Samenwerking met andere eerstelijns GGZ bevordert gepaste behandeling
Wat gaat er mis vanuit de optiek van de cliënt (IV) •Niet iedere patiënt die behandeling krijgt, is therapie- trouw •Patiënten krijgen in het kader van gepaste zorg niet altijd aangeboden wat ze prefereren: counseling en informatie, in mindere mate verwijzing en vaardigheden •Het enige wat ze meer krijgen dan ze willen: medicatie
Wat zijn zinnige verbeteringen? •Een genuanceerde vorm van opsporing van mensen met een behandelwens •Een aanbod dat het eenzijdig farmacologische overstijgt •Een bewustmaking van de cliënt van noodzaak en mogelijkheden van behandeling •Betere patiëntenvoorlichting •Een systeem van “watchful monitoring” •Investeer in patiëntenvertrouwen
Hoe krijgen dergelijke verbeteringen gestalte? •Gerichte opsporing in huisartspraktijk •Mogelijkheid voor één of twee explorerende gesprekken, b.v. met POH-GGZ, ten behoeve van probleemverheldering, voorlichting •Mogelijkheid voor motiverende benadering •Mogelijkheid voor counseling en andere kortdurende psychologische interventies in de huisartspraktijk (door POH-GGZ, SPV, AMW of ELP) •Een goede dossierbewaking (EPD) •Een goede achterwacht (liaison psychiatrie, afspraken met 2 e lijns GGZ