1 Het geven van een voordracht Berust gedeeltelijk op materiaal van Jeroen Fokker Mark Overmars Wishnu Prasetya Lex Bijlsma, 1999. Met aanpassingen door.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Vuistregels voor het ontwerpen van educatieve software
Advertisements

Het schrijven van een practicum verslag
Tips voor een goede PowerPointpresentatie
Een Goede Lezing Hans L. Bodlaender.
Het profielwerkstuk Hoe maak je dat ?.
PRESENTATIETECHNIEKEN
Succesvol informatief presenteren
POWERP INT Basisregels voor slide-opbouw.
Presenteren met PowerPoint
Communiceren Leidinggeven Blz. 53.
Praktisch met PowerPoint
Duidelijk schrijven voor iedereen
Het maken van een presentatie
Handreikingen Voor de C-kandidaat
WORKSHOP PRESENTATIEVAARDIGHEDEN
Presenteren voor starters
PowerPointslides maken
Effectief powerpointgebruik
WISKUNDIGE FORMULES.
Ingenieursvaardigheden
Ingenieursvaardigheden
Mondeling presenteren E. Struyf. 1 Inhoudstafel 1.Toelichting bij de mondelinge presentaties voor het IP 2.Workshop Mondeling presenteren.
Media en creativiteit Trend Research Medmec02-5 les 8.
Anekdote: “Ik doe m’n ogen open, ja hoor, ‘t is nog steeds donker, de pps-sheets komen voor de 10e keer voorbij, het sneeuwt nog steeds op de televisie…”
presenteren 33 miljoen presentaties per dag
Hoofdstuk 12 Je projectverslag schrijven en presenteren Methoden en technieken van onderzoek, 5e editie, Mark Saunders, Philip Lewis, Adrian Thornhill,
Wat moet je wel en wat moet je niet doen?!?
Overdragen van de Informatica Peter de Waal Periode 4, 2009/2010.
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
Motiverende Gespreksvoering
PRESENTATIETECHNIEKEN
Hulpmiddelen bij presenteren. Controleer van tevoren altijd of de apparatuur die je wilt gebruiken aanwezig is, of je er gebruik van mag maken en of je.
PRESENTEREN.
Office 15 maart.
Les 34 Spreken – Ik houd mijn spreekbeurt
Onderzoek doen Hoofdstuk 11 Rapportage.
Sectorwerkstuk 4 mavo Handelingsdeel examenjaar
Powerpoint Hoe moet het NIET?.
Onderzoek doen een methodische aanpak
Een bestaande presentatie gebruiken
Lex Bijlsma, 1999Overdragen van de informatica: Het geven van een voordracht1 Het geven van een voordracht Berust gedeeltelijk op materiaal van Jeroen.
Office 21 maart.
Overdragen van de Informatica Jurriaan Hage, Silja Renooij Periode 2, 2009/2010.
Presenteren en communiceren
Overdragen van de Informatica Peter de Waal Blok 2, 2007.
Overzicht ViP’s* ViP-1: structuur 1
Presentatietechniek (elevator pitch)
Dia1 Microsoft PowerPoint is een computerprogramma van Microsoft. Het is een pakket waarmee vooral gemakkelijk presentaties gemaakt kunnen worden die.
Je sectorwerkstuk presenteren
Hoe maak ik een PowerPoint presentatie?
Marketing Coen van Wetering
Spreekbeurt in groep 4.
Hoe maak je een presentatie die mensen kan overtuigen van jouw idee.
Het onderzoeksverslag
Een vergadering organiseren
Spreekbeurt in groep 4 en 5
Wat maakt een PPT goed?.
Hoe schrijf je een recensie?
Spreken en gesprekken 2.2 en 2.3 Schrijven 1.5 en 1.6 Grammatica 3.3
Spreekbeurt in groep 4 en 5
Verzin een korte opvallende titel
Een goede poster: Focussed Visueel Gestructureerd
Vergadering Personeelsdienst
SPREKEN: HET BETOOG Betoog: een spreekbeurt waarin je een standpunt inneemt ten aanzien van een stelling en dat standpunt verdedigt. Formuleer een duidelijk.
Project English BOL niveau 4.
De Do’s en Dont’s van een PowerPoint presentatie door: Jan Vanhecke
voorbeeld volgende bladzijde terug
Tips voor je presentatie
Interactief presenteren - checklist
[Voer de titel van de overtuigende toespraak hier in]
Transcript van de presentatie:

1 Het geven van een voordracht Berust gedeeltelijk op materiaal van Jeroen Fokker Mark Overmars Wishnu Prasetya Lex Bijlsma, Met aanpassingen door Silja Renooij, 2008.

2 Inhoud •De stof •Gereedschappen •Het maken van een slide •Opbouw van een voordracht •Voorbereiding •Presentatie en timing

3 De stof •sta ‘boven’ de stof –meer dan gewoon begrijpen –kom los van de schriftelijke bronnen: een voordracht kan veel minder detail bevatten –oefen!! Dit voorkomt dat je tijdens de voordracht nog fouten ontdekt. •pas je aan aan het soort publiek. –specialisten zijn meer geïnteresseerd in details dan een algemeen publiek

4 Gereedschap Inmiddels (bijna) in onbruik geraakt: •Fysieke transparanten –handgeschreven (speciale pennen) –kopieermachine –(kleuren)printer Over te brengen via Overheadprojector

5 Gereedschap Door bijna iedereen gebruikt: •digitale ‘slides’ (computer presentations) –ppt met PowerPoint –pdf met Acrobat Reader, Foxit Reader Over te brengen met computer en beamer In andere vakgebieden ook: 35mm dia’s

6 Software •LaTeX: –documentclass slides of beamer –geeft wiskundige formules goed weer –text-based; wel wysiwyg editors (bijv LyX) •Microsoft Power Point –professionele opmaak ‘zonder moeite’ – animatie, geluidseffecten eenvoudig •Open Office IMPRESS, kOffice, Keynote

7 Het maken van een slide •Inhoud –Welk doel wil je bereiken? –Welke informatie wil je daartoe overdragen? –Wat veronderstel je omtrent het publiek? •voorkennis expliciet in herinnering brengen •Uiterlijk –korte maar effectieve formulering –ergonomie –psychologie –vormgeving en animatie

8 Informatiedichtheid •Transparanten dienen voor houvast –belangrijke definities en stellingen –puntsgewijze opsomming van ideeën –geen volledige zinnen –voorbeelden en visualisatie –los van de voordracht niet leesbaar •Nummer je slides (ivm vragen)

9 Ergonomie •Lettergrootte –te kleine letters: moeilijk leesbaar –te grote letters: agressief, te snelle wisseling van transparanten –vuistregel: 10 regels per slide, 28-punts letter •Opmaak en kleurgebruik –te weinig afwisseling: niet inspirerend –te veel decoratie: leidt af van de inhoud –benadruk structuur door inspringen en consequent kleurgebruik

10 Psychologie •Welk psychologisch effect wil je bij het publiek oproepen? –informeren –nieuwsgierigheid prikkelen –verrassen –inspireren –aan het denken zetten –naar een vooropgezette conclusie leiden

11 Vormgeving en animatie •Typografisch ontwerp –helpt de psychologische effecten te bewerkstelligen –vereist talent en ervaring •Visualisatie •Animatie –met Power Point –met overlays –door het ‘bijschrijven’ van tekst

12 Opbouw van een presentatie •Titelslide –titel voordracht, naam auteur, instelling •Inleiding –probleemstelling, terminologie, overzicht •Kern –de nieuwe bijdrage –beperkte mate van detail •Conclusie

13 De inleiding •Beschrijving van het probleem –motivatie –beschrijving van vroeger werk •Terminologie •Plaatsen van de nieuwe bijdrage –verhouding tot vroeger werk –gebruikte technieken •Overzicht opbouw voordracht

14 De kern •Beschrijf het idee achter de nieuwe bijdrage. –Geef eventueel eerst een eenvoudige versie –Demonstreer het idee met een voorbeeld –Geef aan waarom de resultaten beter / anders zijn •Geef een schets van het bewijs. –Wees selectief in het geven van details.

15 De conclusie •Samenvatting van resultaten •Niet behandelde resultaten –generalisatie •Open problemen –uitnodiging tot verder onderzoek

16 Voorbereiding •Aantekeningen: altijd! (vooral voorbeelden!) –handig: op een afdruk van de slides, of ‘notes’-opties gebruiken •Oefenen: hoeveel tijd heb ik waarvoor? –komt totale tijdsduur overeen met beschikbare? (zenuwachtig → vaak sneller) –vergen sommige slides onevenredig veel toelichting? •Prepareren van de zaal –functioneert de apparatuur? –kan je bij je presentatie en aantekeningen?

17 Presenteren •Spreek rustig en duidelijk –niet mompelen –niet voorlezen –niet richting muur of bord praten •Houd oogcontact –niet steeds met dezelfde persoon –volgt iedereen het nog? –niet naar beeldscherm kijken/wijzen

18 Presenteren •Voorkom storingen: –voor projectie of bord staan –bewegingen / geluiden die afleiden –fouten –pratend publiek •Zorg dat het publiek je serieus neemt –houding, kleding, taalgebruik, niet te grappig –jijzelf en je presentatie verzorgd en goed voorbereid –te moeilijk is vaak erger dan te makkelijk

19 Timing •Let bij het presenteren op de tijd –oefenen! –markeren in je aantekeningen –lange discussie bij interruptie vermijden → naar de pauze –geef aan of je vragen tussendoor wilt •vuistregel: 1 ‘platte’ slide per 2,5 minuut –minder als de voordracht langer duurt •8..10 slides voor een congresvoordracht (20’) • slides voor een collegeuur (45’)

20 Reageren op vragen •Herhaal de vraag •Wees niet bang –Je weet meer van de stof dan het publiek. •Wees eerlijk –Geef het toe als je iets niet weet: niet bluffen. –Maak onderscheid tussen vermoedens en feiten. –Erken gebreken van je werk ruiterlijk. •Wees beleefd –Bejegen vragenstellers niet sarcastisch.