Epistemologie ken(nis)leer / kentheorie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Leren in vijf dimensies
Advertisements

Verlichtingsdenker: vertrouwen in de rede
ZINTUIGLIJK WELBEVINDEN
Filosofie Op HAVO en VWO.
Feit – Verklaring – Interpretatie wat is: BEWIJS
“Een reis naar Licht”.
Precht 2 Blz 53 t/m 101.
Welke kenmerken schrijven jij of anderen aan God toe? Roept u maar!
Extra ondersteuning voor leesvaardigheid
3.1 Bij het maken van vragen moet je letten op:
De quiz bestaat uit 13 vragen.
Kees van Overveld B i g I m a g e s – Visuele Communicatie -1- De betekenislaag: Wat is betekenis De driehoek van Peirce Vormen van betekenis Context.
INITIATIECURSUS COMPUTER EN INTERNET VOOR ONTHAALOUDERS.
Libertarisme Sartre Quantum mechanica Kant.
Ik geloof… Dat onze achtergrond en omstandigheden misschien wel van invloed zijn geweest op wie we zijn, maar dat wìj verantwoorde- lijk zijn voor wie.
De verlichting Paragraaf 2.
Michel Foucault ( ) De moed tot [de] waarheid “er bestaat geen vaststelling van de waarheid zonder een wezenlijke (op)stelling (position) ten opzichte.
Metafysica, Kwantummechanica… En de werkelijkheid?
“Wat is waarheid en hoe kunnen wij die kennen?”
Hoe kun je Geloven? 1.
Hoe ga je te werk bij aardrijkskunde?
John Locke: tabula rasa. Door ervaring leven vullen…
Als we nou een definitie van rechtvaardig-
Culturele stromingen Culturele ontwikkeling is een proces van opeenvolging en afzetten tegen. Literatuur is het product van een cultuur: het geeft (indirect.
Een lessenserie van drie lessen
Geschiedenis havo 4 - een introductie
Verwondering in de natuur
Welkom in de wereld op zijn kop Deel 3
Wetenschappelijke revolutie
Nederlandse literatuur
Natuurkunde & Scheikunde
Inleiding Filosofie en Ethiek Vierde Bijeenkomst: De tweede wetenschappelijke revolutie (2) Dinsdag 28 september 2004.
E XAMEN SAMENVATTEN 2010 II 1. Hoe luidt de beoordeling van de samenvatting? 2. Hoe ziet de samenvatting eruit?
‘Als iets écht is, is het onveranderlijk’
Geluk is een werkwoord.
Wie ben ik en zo ja hoeveel?
ANW - inductie & deductie
College 4 Kennisleer.
Ik geloof… Dat onze achtergrond en omstandigheden misschien wel van invloed zijn geweest op wie we zijn,maar dat wìj verantwoorde-lijk zijn voor wie we.
Filosofie Wat is het? Waarom zou je het kiezen? Wat kun je er mee?
Woord van Leven Juli 2014.
Ellen Govaerts, Two Roads
Spreuken: De nederige wijze.
Algemene Sociologie PA – B1
Kaarten op tafel.
Zodra er een begin is, volgt de rest vanzelf
Inleiding in de Filosofie en de ethiek
RAAR of WAAR Mediabegrip week 41/42.
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
Flip de Proef Hoofdstuk 4 maar dan anders…. Wat is dat? Hoofdstuk 4 gaat over handig tellen. Dat gaan we proberen 's op een andere manier te doen. Ik.
Begrijpend leesstrategieën, verbanden, signaalwoorden
Sowebatraining bovenbouw. Doel van de Sowebalessen! Het aanleren van sociaal competent gedrag en de daarbij behorende vaardigheden Het aanleren van sociale.
Regenten en vorsten H7.3 DE WETENSCHAPPELIJKE REVOLUTIE.
Talentgebieden – Interesses –Leervoorkeuren
DE KIEZENDE GOD SPREEKT DOOR JEZUS CHRISTUS – WAT EEN ZEKERHEID! - welke zekerheid heb je over je uitverkiezing - 1. Zekerheid in Christus – - niet ‘later.
Dagdeel 3 conflicthantering
Leesvaardig Examentraining.
Hoofdstuk 1 VP15 Begeleidingskunde Carin Hogenbirk Augustus 2015.
Kennen en kunnen Wat je moet kennen en kunnen voor de SO Woordenschat H1 t/m H4 1. Woordraadstrategieën: -zoek een synoniem; -zoek een omschrijving of.
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Centraal Examen Nederlands
Workshop Peer Review audit Kennisdag 5 juni 2014 Meta Peek.
Het werk van de Geest.
KRITISCH DENKEN Evalueren van Bases © Kritisch Denken.
5 Grondslagen van Redeneren II
18 Evalueren van Beweringen en Redenen. Scenariotest
De WEtenscHappelijke revolutie
Bestemming 1 De lange 16de eeuw UITVOEREN cultureel domein
Loskomen van taal Defusie.
Bronnen beoordelen op bruikbaarheid. Stap 1 Wat is de (onderzoeks)vraag? De bron moet passen bij de vraag die je gaat beantwoorden.
Transcript van de presentatie:

Epistemologie ken(nis)leer / kentheorie Epistèmè = wetenschap (Gr.) Epistemologie ken(nis)leer / kentheorie Wetenschapsfilosofisch intermezzo

Wat is kennis?W Wat kunnen we eigenlijk weten? Hoe weet je wat je weet? Wat betekent ‘weten’? Hoe komt kennis tot stand? Wanneer heb je ergens kennis van / over? Zijn er soorten kennis waarvan je absoluut zeker kunt zijn? Weten, kennen, kunnen niet bevredigend.

Kennisoordelen Kennisleer richt zich op kennis van feiten. Uitgedrukt in kennisoordelen of cognitieve uitspraken. Dit zijn uitspraken die kennis overdragen / informatie ergens over geven. cognitio (L.) = ‘het leren kennen’) Bijvoorbeeld: ‘Ik weet dat dit een roos is’ = ‘Dit is een roos’ In ‘Ik weet dat p’ zitten vijf kennisclaims opgesloten.

Lepton, gluon, atoom, gen, chromosoom, onderbewustzijn, supersymmetrie 1. Kennis van betekenis = weten wat met ‘p’ bedoeld wordt; begrijpen. “Ik ben naar Saturnus geweest.” Verkeerde interpretatie is fataal voor juiste beoordeling van ‘p’. Je kunt ook een term niet begrijpen, in m.n. het natuurwetenschappelijk taalgebruik: Lepton, gluon, atoom, gen, chromosoom, onderbewustzijn, supersymmetrie vs. Fiets, man, muis, steen

2. Kenbaarheid = Ik kan ‘p’ weten Wat kunnen we weten? (Als je al iets kunt weten?) Scepticus: ‘Niets!’ Waarvan kun je kennis hebben en waarvan niet? Denk aan: Oneindigheid Meerdere dimensies; 3D voor Platlanders

3. Waarheid = ‘p’ is waar. Iets is waar als het daadwerkelijk het geval is. Maar: mogelijkheid van vergissing, misleiding, bedrog! Gevaar: ‘p’ is onwaar, terwijl je denkt ‘p’ is waar  schijnkennis (= ergste lot van een kennisclaim)

4. Zekerheid (zie later: fallibilisme) = Ik ben er van overtuigd dat ‘p’ / = Ik twijfel niet aan ‘p’ Zoals waarheid het tegengestelde is van onwaarheid = zekerheid het tegenovergestelde van twijfel. Zekerheid is afwezigheid van twijfel Maar: vergissen is altijd mogelijk; in betekenis (kennisclaim 1) In waarheid (kennisclaim 3) Is zekerheid garantie voor waarheid? We zijn wel geneigd een verband tussen beide te leggen.

Als zekerheid geen garantie is voor waarheid en dus niet voor kennis; wat dan wel?

5. Rechtvaardiging Ik heb redenen voor mijn overtuiging dat ‘p’. Mijn overtuiging is gegrond of gerechtvaardigd Waardoor gerechtvaardigd?  bijvoorbeeld door wetenschappelijk bewijs Ofwel: welke redenen hebben naast overtuigingskracht (kennisclaim 4) ook bewijskracht? Wanneer we de rechtvaardiging van wetenschappelijk kennis onderzoeken gaat de kenleer over in de wetenschapsfilosofie

Ideaal: Kennis als juiste (3) en gerechtvaardigde (5) overtuiging (4)

Onder welke voorwaarden is deze zin waar? ‘S weet dat p.’ S weet wat p betekent. p is kenbaar. p is waar. S is overtuigd van p. S heeft redenen voor deze overtuiging.  De vijf kennisclaims

Wat zijn bronnen van kennis / bewijs? Zintuigen  zintuiglijke, uiterlijke waarneming als bron voor kennis over de wereld Verstand / rede / ratio  introspectie, redenering (innerlijke waarneming van innerlijke waarheid) Herinnering Intuïtie (onmiddelijk inzicht) Getuigenissen (grijpen terug op eerdere vier)

Twee filosofische kampen Empiristen vs. rationalisten: Ofwel empeira = ervaring danwel ratio = rede verstand … als enige bron van kennis

Beide kampen gelijk én ongelijk: 18e eeuw: Beide kampen gelijk én ongelijk: Kennis ontstaat uitsluitend en alleen in nauwe onderlinge samenwerking tussen beide bronnen Copernicaanse revolutie hier van grote betekenis: Tegen de getuigenis van de zintuigen in, maar met gelijk aan zijn kant, zocht Copernicus de waargenomen beweging niet in de hemellichamen, maar in de waarnemer (= aardbewoner). Dus: gebruik rede om zintuiglijke waarneming te begrijpen. Rede kan ook leiden tot voorspellingen m.b.t. zintuiglijke waarnemingen. Galilei gebruikte zowel redenering als waarneming om onjuistheid Ptolemaeisch stelsel aan te tonen. Hoe?

Welke kenbron gebruiken voor kennisverwerving? Beide vermogens (rationeel en empirisch) even belangrijk Aanschouwing is blind zonder verstand; verstand is leeg zonder aanschouwing. Het menselijk kenvermogen is het samen laten komen van zintuigen + verstand bij het vellen van cognitieve oordelen.