ETRS89 en LAT bij RWS Noordzee In oktober 2009 gaat de Meet- en Informatiedienst Noordzee voor haar eigen productie, verwerking en opslag van geografische data overstappen op het coördinatenstelsel ETRS89 en diepte referentievlak LAT. In deze folder wordt toegelicht wat de effecten daarvan zijn en hoe het proces van data uitwisselen met de ketenpartners en het publiek hierdoor beïnvloed wordt. Waarom overstappen Er wordt steeds meer data internationaal uitgewisseld en door toenemend gebruik van plaatsbepalingssystemen in combinatie met electronische kaarten is er een noodzaak om tot een éénduidige gebruik van coördinaatstelsels en referentievlakken te komen. Voor Nederland wordt op het land het RD (Rijksdriehoek stelsel) resp. het NAP voorgeschreven en op zee ETRS89, resp. LAT (Lowest Astronomical Tide). Er zijn vertaalprogramma’s om gegevens van het ene naar het andere stelsel te vertalen maar door efficiency en precisie overwegingen willen we dit zo min mogelijk doen. Ook zijn de mogelijkheden van plaatsbepaling al zover dat het eenvoudiger is om gelijk de productie in ETRS89 uit te voeren. ED50 WGS84 ETRS89 In de mijnbouwwet en bij concessies voor b.v. windmolenparken zijn posities vastgelegd in het ED50 systeem. Bij combinatie van gegevens uit ETRS89 en ED50 kunnen die in een GiS systeem eenvoudig samen getekend worden. Indien een set in ED50 vastgelegde punten wordt vertaald naar ETRS89 dan zullen de onderlinge afstanden echter kunnen gaan variëren. Een mijnbouwvak P18 (gedefiniëerd in ED50) zal in oppervlakte veranderen van 423,79 naar 423,75 km 2. (bron Hydrografie) Het ETRS89 stelsel valt ongeveer samen met WGS84, waarbij ETRS89 ‘meebeweegt’ met de Europese aardschol.
Keten partners Na overstappen voor ons eigen productieproces is het wenselijk om zoveel mogelijk klanten te bedienen in het ETRS89 systeem en LAT. Met al onze ketenpartners moeten we afspraken maken hoe hun product aangepast kan worden en wanneer we de overstap in hun product gaan maken. De Dienst der Hydrografie is al overgestapt op deze stelsels. Het spreekt voor zich dat voor een overzichtskaart van de Noordzee geen enkel verschil te zien zal zijn maar dat voor de aansturing van bijvoorbeeld baggeractiviteiten het heel relevant is te weten welk referentievlak gebruikt is. Indien zo veel mogelijk ketenpartners overstappen op dezelfde stelsels is de kans op vergissing minimaal en kunnen werkprocessen en dataleveringen snel en efficiënt uitgevoerd worden. In datasets die rechtstreeks door het publiek kunnen worden opgevraagd is het de bedoeling deze in ETRS89 aan te bieden (EU- INSPIRE norm). Als we de brondata al in ETRS89 opslaan hoeft er voor de ontsluiting naar het publiek geen speciale (dubbele) dataopslag plaats te vinden. LAT en Kaarten Indien een kaart ten opzichte van een ander referentievlak gemaakt wordt zal het beeld er anders uit gaan zien. Als voorbeeld is hier een gebied geplot in het oude referentievlak GLLWS en het nieuwe LAT. (bron Hydrografie) Voor de bepaling van de actuele diepte zal een schipper bij de linker kaart de waterstand t.o.v. GLLWS moeten gebruiken en in rechter kaart in LAT. In beide gevallen komt deze dan op dezelfde diepte uit. GLLWS LAT ETRS89 en LAT bij RWS Noordzee Rijkswaterstaat Meet- en Informatiedienst Noordzee marc philippart