Lezen begint bij goed kijken Over functionele leesvaardigheid CNO en NDN - 8 mei 2009 Hilde Rombouts Monitoraat op maat
Context Praktijkervaring Monitoraat op maat = taalondersteuning academisch Nederlands = persoonlijke studentenbegeleiding Literatuur (zie bijlage)
Inhoud taalbegeleiding leesvaardigheid: bepalende factoren methode
Nood bij studenten - lange teksten - onderscheid hoofd- en bijzaken begrip van het geheel tijdrovend geen woordenboek - onderscheid hoofd- en bijzaken - interpretatie afbeeldingen of grafieken
Functionaliteit bij examens: open vragen en meerkeuzevragen bij studeren : syllabus en handboek, hand-outs en notities bij papers en presentaties: vakliteratuur bij vaktypische opdrachten: wetteksten in RECH; romans, poëzie en theaterstukken in TFL; handleiding bij labopracticum in BIO, …
Vakspecifiek materiaal grote aanpassing t.o. secundair onderwijs = kloof door lengte van de tekst grote hoeveelheid: meerdere teksten over 1 onderwerp vakspecifiek en wetenschappelijk taalgebruik
Kenmerken strategisch lezen de lezer is actief begrijpend tekstgericht de begeleiding verloopt interactief instructiemodel Voor-tijdens-na Van breed naar smal
Taak taalbegeleider bewustmaken: leesgedrag? activeren: lezen is arbeid leesstrategie aanleren
Voorspel stilstaan bij de titel en het thema (=voorkennis activeren) voorspellingen maken bij titel(s) en illustraties de tekst doorbladeren en bekijken: auteur, bron? foto’s, figuren, voetnoten, trefwoorden in marge, nummering, cursivering etc. percipiëren inhoudstafel inspecteren tussentitels registreren
De daad bij het woord voorspelling controleren tekst skimmen a.h.v. inleiding, besluit bijsturen? tekst skimmen Kernzinnen Signaalwoorden, structuurmarkeerders Themawoorden tekst lezen Voorkeurplaatsen Verbindingswoorden en verwijswoorden
De daad bij het woord van breed naar smal interactie met voorkennis voorspelling leesdoel dubbele aandacht inhoudelijk structureel
Naspel Verwerking: in functie van leesdoel Verankering: uitbreiden of wijzigen van voorkennis
Wat is spinnenzijde? “Spinrag is gemaakt van het vezeleiwit fibroïne, dat verwant is aan collageen en keratine (…)” “Voor wetenschappelijke en industriële toepassingen gebruikt men vooral de dragline, die zeer sterk is. Dat is de draad waaraan de spin hangt als ze zich laat vallen (…)”
“Spinrag is gemaakt van het vezeleiwit fibroïne, dat verwant is aan collageen en keratine (…)” “Voor wetenschappelijke en industriële toepassingen gebruikt men vooral de dragline, die zeer sterk is. Dat is de draad waaraan de spin hangt als ze zich laat vallen (…)”
Groepen nemen doorgaans betere besluiten dan individuen Groepen nemen doorgaans betere besluiten dan individuen. Ze doen er alleen langer over. […] Eén van de belangrijkste redenen is dat er meer kennis en informatie aanwezig is: […] Een tweede reden is dat er een groter aantal mensen participeert in de probleemoplossing. Als de hele groep heeft kunnen meedenken, ontstaat meer begrip voor het uiteindelijke resultaat. […] Bovendien stimuleren de groepsleden elkaar […].
Groepen nemen doorgaans betere besluiten dan individuen Groepen nemen doorgaans betere besluiten dan individuen. Ze doen er alleen langer over. […] Eén van de belangrijkste redenen is dat er meer kennis en informatie aanwezig is: […] Een tweede reden is dat er een groter aantal mensen participeert in de probleemoplossing. Als de hele groep heeft kunnen meedenken, ontstaat meer begrip voor het uiteindelijke resultaat. […] Bovendien stimuleren de groepsleden elkaar […].
Groepen nemen doorgaans betere besluiten dan individuen Groepen nemen doorgaans betere besluiten dan individuen. Ze doen er alleen langer over. […] Eén van de belangrijkste redenen is dat er meer kennis en informatie aanwezig is: […] Een tweede reden is dat er een groter aantal mensen participeert in de probleemoplossing. Als de hele groep heeft kunnen meedenken, ontstaat meer begrip voor het uiteindelijke resultaat. […] Bovendien stimuleren de groepsleden elkaar […].
Groepen nemen doorgaans betere besluiten dan individuen Groepen nemen doorgaans betere besluiten dan individuen. Ze doen er alleen langer over. […] Eén van de belangrijkste redenen is dat er meer kennis en informatie aanwezig is: […] Een tweede reden is dat er een groter aantal mensen participeert in de probleemoplossing. Als de hele groep heeft kunnen meedenken, ontstaat meer begrip voor het uiteindelijke resultaat. […] Bovendien stimuleren de groepsleden elkaar […].
Les lezen Groepen nemen doorgaans betere besluiten dan individuen. Ze doen er alleen langer over. […] Eén van de belangrijkste redenen is dat er meer kennis en informatie aanwezig is: […] Een tweede reden is dat er een groter aantal mensen participeert in de probleemoplossing. Als de hele groep heeft kunnen meedenken, ontstaat meer begrip voor het uiteindelijke resultaat. […] Bovendien stimuleren de groepsleden elkaar […].
actief dialogeren met de tekst. Goed lezen is … nauwgezet kijken en actief dialogeren met de tekst.
Bronnen Nora Bogaert (e.a.). Aan het werk! Adviezen ter verbetering van functionele leesvaardigheid in het onderwijs, Nederlandse Taalunie, 2008 M. Walraven; Instructie in leesstrategieën. Problemen met begrijpend lezen en het effect van instructie aan zwakke lezers. Paedologisch instituut, Amsterdam, 1995 D. Stalpers en J. Wammes. Leesstrategieën voor studieboeken. Reeks: Studeren in het hoger onderwijs, Nederlands Centrum Buitenlanders, Utrecht, 2003
Contactgegevens Monitoraat op maat – taalondersteuning academisch Nederlands Hilde Rombouts Hilde.rombouts@ua.ac.be Linguapolis, Prinsstraat 8, 2000 Antwerpen Tel. 03 265 48 30 www.ua.ac.be/monitoraatopmaat