Anatomie - Fysiologie Les 1.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Thema 20 Bewegingsapparaat
Advertisements

Bouw en functie van het kniegewricht
Copyright chiropraxie Devriese & Moyson
Wervelkolom en Romp.
Het bewegingsapparaat
Voetbalblessures.
REUMA.
René Schoen , Hillebrand Verkroost
7. Spieren en beweging 1.
Spierwerking als reactie op prikkels
Bouw en functie van het ellebooggewricht en de onderarm
Anatomie Botten en gewrichten.
Botbreuken & Kneuzing.
Blessures Blessures Rugklachten Rugklachten Knieblessure Knieblessure
Thema: Bewegen.
Anatomie Deel 2 Les 1.
EHBO I Les 2.
Les 1.
Het beenderstelsel.
Het skelet.
Het bewegingsapparaat
Het kniegewricht, articulatio genu (sesam 208, N473)
Botten van de mens Skelet of geraamte Bekende botten Schedel Borstbeen
KENNIS OVER SPIEREN SXL BI H2.
Spieren en spierstelsel
Wat houdt dit in? Hoe lang houdt dit aan? Wat kan hier aan gedaan worden?
Wat is ( jeugd ) reuma ?? Daphne Veldman 4BA
Oefentoets aan einde les 11 Anatomie
Welke twee beenverbindingen zijn beweeglijk aan elkaar verbonden?
WORKshop oefentherapie Mensendieck beweegt mensen 26 maart 2011 Miriam Meijerink.
De wervelkolom, spierpijn, blessures
Presentatie enkel Floor Smit.
Skelet en spieren. Skelet Ondersteuning Aanhechting Beweging Bescherming Vorming bloedcellen.
Hoofdstuk 3 Paragraaf 1: Skelet en houding. Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken paragraaf 1  Maken opdracht 1 t/m 7  Maken werkblad.
§2.2 Spieren.
§2.2 Spieren.
Hoofdstuk 2 Skelet en spieren
Spierwerking als reactie op prikkels
SPieren.
Stevigheid & beweging.
Het botten-en-spieren-spel
stevigheid en beweging
REUMA.
Fysiology Anatomie Jan Douma.
Stevigheid en Beweging
Pathologie en ziektebeelden
Groeigerelateerde blessures
Spierletsels -acuut -chronisch.
Gezond werken met lichamelijke belasting
Artrose R.S. Gebel, huisarts.
Het skelet.
Lage rugklachten en ongevallen
Toolbox Ongunstige werkhouding
VOETBALBLESSURES Focus ’07 d.d. 14 oktober 2014.
Stevigheid en beweging
2.3 SPIEREN 1 HV.
Stevigheid en beweging
Botten, gewrichten en spieren
Lenigheid Module 3 Basisstof 4.
Goed ademhalen bij het hardlopen
Rugpijn.
Stevigheid en beweging
Beweging 1 HV.
Het actieve bewegingsapparaat
Het passieve bewegingsapparaat
Rugpijn Lumbago.
Trauma extremiteiten.
Fysiology Anatomie Jan Douma.
Soorten Spierweefsel.
Transcript van de presentatie:

Anatomie - Fysiologie Les 1

The body is a tool, made to give us the possibility to taken action

Waarom anatomie? Essentieel? Voordelen: Appreciatie Begrip Objectiveren van observatie Kennis als basis voor beslissingen Voordelen Cognitieve kennis – ervaringskennis laten samenvloeien Voorkomen van letsels /overbelastingen

Waarom anatomie? When mindful intention is lined up with an efficient physical execution our practice becomes a concrete unification between body and mind. What it means is, that, to move better, healthier and more efficiently, it is essential to work with a dedicated focus on how to move. It is essential to move from a conscious state rather than a place where what feels normal is considered natural and therefore healthy and efficient (Tim Feldman)

Inhoud cursus Anatomie = bouw lichaam Fysiologie = werking lichaam Pathologie = ziektebeelden

Inhoud cursus Lichaam = fabriek Verschillende stelsels /structuren > geheel Basiskennis musculoskeletale systeem Bouw van structuren Functie van structuren Werking van structuren Ademhalingsstelsel Toepassingen Yoga

Anatomische Terminologie

Anatomische terminologie Doel? Verwarring voorkomen Onnauwkeurigheid voorkomen Communicatie bevorderen Vormen? Anatomische vlakken Positie Bewegingen

1. Anatomische vlakken Frontaal vlak Sagittaal vlak Transversaal vlak

2. Positie Mediaal – Lateraal Ventraal – Dorsaal Anterior - Posterior Craniaal – Caudaal Distaal - Proximaal

3. Bewegingen Paarsgewijs – elke beweging heeft ook een tegenbeweging (contrabeweging) Flexie – extensie Abductie – adductie Endorotatie – exorotatie Pronatie – supinatie

3.1 Flexie - Extensie Flexie = buigen (hoek in gewricht ) Extensie = strekken (hoek in gewricht ) NB Voet : dorsiflexie en plantairflexie

3.2 Abductie - Adductie Abductie = naar buiten, weg van middellijn Adductie = naar binnen, naar middellijn toe

3.3 Endorotatie - Exorotatie Endorotatie = naar binnen Exorotatie = naar buiten

3.4 Supinatie - Pronatie

Het skelet Osteologie

Fundamenten Bouw Functie Soorten beenderen

1. Bouw = geheel van beenderen in het menselijke lichaam (verbonden via gewrichten) = actief weefsel, gevormd door: Botweefsel = stevig, hard = grote weerstand voor trekkracht Kraakbeenweefsel = glad en veerkrachtig = soepel bewegen van gewrichten = opvangen van schokken

2. Functies skelet Bescherming van kwetsbare organen Aanhechting van spieren (via pezen) Stevigheid van het lichaam Opslag vet en mineralen Soms aanmaak van bloedcellen NB Yoga > gezonde belasting van botten in verschillende richtingen > maakt beenderen sterker > gunstig voor skelet

3. Soorten beenderen Vorm = weerspiegeling van functie Pijpbeenderen Lange beenderen = hefboomfunctie Korte beenderen = gewicht dragende functie Platte beenderen = bescherming van organen en aanhechting van brede spieren (stabiliteit) Onregelmatige beenderen = specifiek per bot

3.1 Pijpbeenderen

3.2 Platte beenderen

3.3 Onregelmatige beenderen

Belangrijkste beenderen Caput Bovenste lidmaat Borstkas Wervelkolom Bekken Onderste lidmaat

1. Caput = hoofd Verschillende beenderen Functie = beschermen van hersenen

2. Bovenste lidmaat (membrum superius) Schoudergordel Bovenarm Onderarm Hand

2.1 Schoudergordel Gevormd door: Clavicula (sleutelbeen) Scapula (schouderblad)

2.2 Bovenarm = Humerus (opperarmbeen)

2.2 Onderarm Gevormd door: Ulna (pink) Radius (duim) Bij supinatie = evenwijdig Pronatie = radius over ulna

2.3 Hand = Manus Gevormd door: Carpus (handwortelbeentjes) Metacarpus (middenhandsbeentjes) Phalanges (vingers)

3. Thorax (borstkas) Begrensd door: Functie: Sternum (borstbeen) Costae (ribben) Columna vertebralis (wervelkolom) Functie: Bescherming longen, hart Ademhaling Scheiding buikholte : diafragma

3.1 Sternum (borstbeen) 3 delen Gewricht met: Clavicula ribben

3.2 Costae (ribben) 12 paar Echte ribben = bovenste 7 paar (aan sternum) Valse ribben = onderste 5 paar (bovenste 3 indirect aan sternum, onderste 2 zwevend) Vooraan : via ribkraakbeen met sternum verbonden Achteraan: gewricht met wervels

4. Wervelkolom +/- 33 wervels met tussenwervelschijven (discus intervertebralis) 7 cervicale wervels 12 thoracale wervels 5 lumbale wervels 5 sacrale wervels (vergroeid tot Sacrum = heiligbeen) +/- 4 vergroeide wervels = staartbeen

4.1 Krommingen Natuurlijke krommingen 4 krommingen Kyfose = bol Lordose = hol 4 krommingen Cervicale lordose Thoracale kyfose Lumbale lordose Sacrale kyfose

4.1 Basisstructuur wervel

4.3 Specifieke wervels Atlas (C1) Axis (C2) Eerste wervel Contact met schedel Ja-beweging Axis (C2) Tweede wervel As waar C1 rond beweegt Nee-beweging C7 = uitgesproken processus spinosus (vertebra prominens)

4.4 Discus intervertebralis (Tussenwervelschijf) Platte schijf: Kern (nucleus pulposus) Ring (annulus fibrosus) Functie: Schokdemper Beweeglijkheid NB pathologie!

5. Bekken = Pelvis Heiligbeen (Sacrum) Darmbeen (Os Illii) Zitbeen (Os Isschii) Schaambeen (Os Pubis) Symphysis pubica Heupbeen = 2+3+4 (vergroeid)

6. Onderste lidmaat (membrum inferius) Bovenbeen Knieschijf Onderbeen Voet

6.1 Bovenbeen = Femur (Dijbeen) Caput femoris = gewricht met pelvis Collum femoris: breuk! bloedvoorziening Trochanter major: knobbel aan buitenzijde been

6.2 Knieschijf = Patella Driehoekig Bekleed met kraakbeen (binnenzijde) Ingebed in pees m. Quadriceps Functie = krachtoverdracht van spier op onderbeen verbeteren

6.3 Onderbeen Gevormd door: Tibia (scheenbeen) Fibula (Kuitbeen) Malleolus lateralis: op Fibula = buitenste knobbel enkel Malleolus medialis: op Tibia = binnenste knobbel enkel

6.4 Voet = Pes Gevormd door: Tarsus (voetwortelbeentjes) Metatarsus (middenvoetssbeentjes) Phalanges (tenen)

Pathologie Osteoporose Scoliose Hernia

1. Osteoporose = Botontkalking Algemene aandoening van het skelet Lage botmassa Structurele afbraak van botweefsel Chronisch Leeftijdgebonden Stevigheid bot  = kans breuken  Ernstige gevolgen

1. Osteoporose Symptomen Beginstadium = geen Eerste tekenen: onverklaarbare pijn in ledematen of onderrug, krimpen, houdingsverandering (krom lopen) Spontane breuken (vooral heup/wervel)

1. Osteoporose Risicofactoren Vrouwen = risicogroep Genetische aanleg Minder botmassa dan mannen Post-menopauze >50 jaar : 15-30% van de postmenopauzale vrouwen Genetische aanleg Tengere lichaamsbouw Tekort aan vitamine D Slechte voedingsgewoonten (inname calcium) Ongezonde levensstijl (roken, alcohol, weinig beweging)

1. Osteoporose Voorkomen? Gezonde levensstijl Bewegen = dagelijkse belasting = botten worden sterker Voldoende calcium inname (Kaas, melk, yoghurt, spinazie, broccoli, bonen, gedroogde vijgen) Buitenlucht (10-15 min, zonder bedekking hoofd en handen)

2. Scoliose ‘Scoliosis’= krom en gebogen = zijwaartse kromming van wervelkolom (+draaiing) Kan op elk niveau Structureel of niet- structureel C-kromming of S - kromming

2. Scoliose Oorzaken? Evolutie 65% = idiopathisch 10% = neuromusculair 15% = aangeboren Evolutie 0,5% bevolking Meisjes > jongens Progressief Pubertijd Latere leeftijd

2. Scoliose Klachten Cosmetische problemen Afhankelijk van locatie: ademhalingsproblemen, bloedcirculatie Maagzuur (Rug)pijn

2. Scoliose Yoga? Aangrijpingspunt = disbalans spieren rond de wervelkolom Te kort Te lang = Stretching

3. Hernia Betekenis = breuk waardoor orgaan/weefsel buiten de normale lichaamsholte komt te liggen (bv. navelbreuk, liesbreuk) Discus hernia = scheur in kraakbeenring > kern loopt uit > uitstulping discus > Druk op zenuwwortel, ruggenmerg en omringende structuren Pijn Uitval

3. Hernia Acuut (overbelasting) / verouderingsproces Cervicaal of lumbaal (90%)

3. Hernia Symptomen = heel variabel! Geen Rugpijn, pijn bij hoesten/niezen/persen Druk linker/rechter zenuwbundel = Pijn, tintelingen, gevoelloosheid (1 kant) soms krampen, spierzwakte en verlamming Druk op volledige zenuwwortel = gevoelsstoornissen, erectiestoornissen, incontinentie, verlamming

3. Hernia Cervicaal: Lumbaal: Pijn neemt toe bij: Uitstraling armen, nekpijn, zenuwwortelpijn Soms onhandigheid en gangproblemen Lumbaal: Uitstraling been, ischias, rugpijn Pijn neemt toe bij: Lang zitten Lang staan Tillen Vooroverbuigen Hoesten/niezen/persen

Gewrichten Artrologie

Fundamenten Wat? Gewrichtsstructuur Soorten gewrichten

1. Wat? = verbinding tussen 2 of meerdere botten 3 soorten verbindingen Bindweefselverbinding (junctura fibrosa) Kraakbeenverbinding (junctura cartilaginea) Klassieke gewricht (junctura synovialis)

2. Gewrichtsstructuur

2. Gewrichtsstructuur Soms discussen aanwezig (kraakbeen) Bv. Kniegewricht > meniscus Functie: Schokabsorptie Remming beweging binnen anatomische grenzen Aanpassing en bescherming gewrichtsoppervlakten

3. Soorten gewrichten Indeling volgens biomechanica > bewegingsmogelijkheden Scharniergewricht Rol- of draaigewricht Eigewricht Zadelgewricht Kogelgewricht

3.1 Scharniergewricht Maar 1 beweging mogelijk Flexie – extensie Bv. elleboog

3.2 Rol/draaigewricht Het ene bot kan over het andere draaien Rotatie / supinatie – pronatie Bv. onderarm (Radius draait over Ulna)

3.3 Ellipsvormiggewricht = ei gewricht Verschillende bewegingen mogelijk, in beperkte mate Flexie, extensie, rotatie Bv. vinger - handpalm

3.4 Zadelgewricht ‘ruiter op een paard’ Voor-achterwaarts en zijwaarts Bv. handwortel – middenhandsbeentje duim

3.5 Kogelgewricht Veel bewegingsmogelijkheden Alle richtingen Bv. opperarmbeen - schouderblad

Pathologie Algemeen Artrose Reumatoïde Artritis Meniscusletsel

1. Algemeen Gevoelige en kwetsbare structuren Extreme bewegingen of posities Moeilijk herstel Yoga: positieve invloed op circulatie synovium

2. Artrose ‘gewrichtsslijtage’ = aandoening van het kraakbeen in gewrichten (+vermindering synovium) Afbraak kraakbeen > aanmaak kraakbeen Botten maken contact = pijnlijk In zekere mate = normaal met toenemende leeftijd Alle gewrichten, maar vooral: handen, knieën, schouders, nek en heupen

2. Artrose

2. Artrose Symptomen Pijn bij beweging van aangetast gewricht Stijfheid, stramheid (vooral na inactiviteit) Bewegingsbeperking Soms verandering stand gewricht (ernstig) Kraken Vochtophopingen (gevolg van ontstekingsreacties)

2. Artrose Risicofactoren Chronische overbelasting (werk/sport) Overgewicht (knie en heup) Trauma in het verleden (bv. herhaaldelijke sportletsels) Normaal verschijnsel, maar snelheid = erfelijk bepaald

2. Artrose Aan te raden: Beweging Gezonde levensstijl Gewichtsverlies Voorkomen meer stijfheid en stramheid Voorkomen spierzwakte Gezonde levensstijl Gewichtsverlies

3. Reumatoïde artritis -itis = ontsteking Ernstige, chronische en progressieve aandoening Aantasting kraakbeen en bot Ontstekingsvocht in plaats van gewrichtsvocht > verstoring smering en voeding van het kraakbeen Prevalentie Vrouwen > mannen 40-50 jaar 1%

3. Reumatoïde artritis

3. Reumatoïde artritis Symptomen Pijn Roodheid Warm Zwelling Ochtendstijfheid Nachtelijke pijn Vermoeidheid

3. Reumatoïde artritis Precieze oorzaak = onbekend Falen van immuunsysteem = Auto-immuun aandoening > lichaam valt zichzelf aan > ontstekingen Over heel lichaam, maar vooral handen en voeten Symmetrische aantasting Niet te voorkomen Snelle diagnose = belangrijk Opflakkeringen en remissies

4. Meniscusletsel 2 menisci in elke knie (binnen- en buitenkant) tussen boven en onderbeen Halfcirkelvormige kraakbeenstructuren Functie: Schokken opvangen Stabiliteit Verschillende soorten scheuren Slecht doorbloed, nauwelijks te genezen (vaak operatie)

4. Meniscusletsel

4. Meniscusletsel Ontstaan Symptomen Acuut Gevolg van plotse draaibeweging Vooral sportongevallen (skiën!) Symptomen Zwelling Pijn Beperkte functie knie ‘op slot’

4. Meniscusletsel Yoga: nooit bruuske bewegingen! Vaak blijvende pijn Bij diepe flexie knie Bij rotatie knie Poses mogen nooit pijn doen! Beweging gebeurt in meest flexibele gewricht

Ligamenten Syndesmologie

Fundamenten

Wat? Betekenis = verbinden Band van bindweefselvezels Kan niet samentrekken Functies: Verstevigen kapsels Remmen van beweging Bewegingen toestaan Elasticiteit en vorm = afhankelijk van gewricht (bv. schouder versus knie) Informatie over stand gewricht

Wat?

Belangrijkste ligamenten Bekken en heup Schouder Wervelkolom Torso Knie

1. Bekken en heup Dikke en sterke ligamenten Gewichtsdragende functie Stabiliteit voor wandelen en lopen

2. Schouder Dunne ligamenten Maximale bewegingsvrijheid Stabiliteit schouder = voornamelijk spieren

3. Wervelkolom Lange en dunne ligamenten Kleine bewegingen in alle richtingen mogelijk Stabiliteit

4. Torso Verbindingen bovenste en onderste lichaamshelft 3 ligamenten (peesbladen): Linea alba Thoracolumbale fascia Ilio-inguinaal ligament

4. Torso

5. Knie Bewegingsbeperking: Vaak scheur bij sportongeval Collaterale ligamenten Kruisbanden Vaak scheur bij sportongeval

Pathologie Verstuiking Ontwrichting Rectus Diastase

1. Verstuiking = Distorsie Rek of scheur van ligamenten (kapsel) Gevolg van ‘verkeerde’ beweging Gewrichtsvlakken liggen niet meer juist tegen elkaar = instabiliteit Enkel

1. Verstuiking Symptomen: Behandeling Pijn Zwelling (blauwe) verkleuring Belemmering van beweging in gewricht Behandeling hoogstand ijs Rust Cave: tape of bandage

2. Ontwrichting = luxatie Gewrichtskop uit pan Scheur van kapsel, ligamenten, soms spieren Abnormale stand en abnormaal beweeglijk Symptomen: Hevige pijn Hevige zwelling Soms bloeduitstorting

2. Ontwrichting Yoga Vaak herhaaldelijk Elke keer schade aan gewricht Schouder Yoga stabiliteit schoudergewricht neemt toe Uitkijken met combinatie abductie, exorotatie en anteflexie in schoudergewricht

3. Rectus Diastase Scheur linea alba Rechte buikspier wijkt uiteen in linker en rechter helft Test: ruglig > hoofd heffen Zwangerschap / bevalling

3. Rectus Diastase Zwangerschap > grote baarmoeder > rek op buikspieren en linea alba > verzwakking linea alba Normaal verschijnsel Herstel: spontaan tot niet. Afhankelijk van ernst Geen rechte buikspieroefeningen! Wel versterken van core stability Gevolg? Gebrek aan stabiliteit Functieverlies rechte buikspieren

Spieren Myologie

Fundamenten Skeletspieren Pezen Functies Indeling Opbouw skeletspier Spierinnervatie Spiercontractie Terminologie

1. Skeletspieren Functies: Spier = Spierbuik+ Pezen Beweging Positie van het lichaam behouden (zitten, staan) Spier = Spierbuik+ Pezen Via contractie > bewegingen in gewrichten Welke beweging = afhankelijk van Oorsprong Aanhechting (insertie) Aanhechting naar oorsprong bij samentrekken

2. Pezen Aanhechting van spieren aan bot Overbrengen van de kracht die door spieren gegeneerd wordt Sensorische zenuwen = informatie over spierspanning en positie gewricht Weinig rekbaar Kunnen niet samentrekken NB Yoga = verhoogt rekbaarheid van pezen

3. Functies Oorsprong en aanhechting op bot Dwarsgestreept spierweefsel ‘willekeurige’ spieren Myofibrillen > samentrekken Zenuw geeft commando tot contractie

4. Indeling 1 – of meerhoofdige spieren (> 1 oorsprong) 1 – of meerpezige spieren (> 1 aanhechting) 1 – of meerbuikige spieren Indeling op basis van vorm Waaiervormig Plat Kring

4.1 Waaiervormige spier

4.2 Kringspier

4.3 Platte spier

4. Opbouw skeletspier Spier Spierbundel Spiervezel (= spiercel)

5. Spiercontractie

5. Spiercontractie 3 types spiercontractie Concentrisch = de spier die de kracht levert verkort Excentrisch = de spier die de kracht levert verlengt Isometrisch = de spier die de kracht verandert niet van lengte

5. Spiercontractie

6. Spierinnervatie Om een contractie te starten, heeft de spier, zoals eerder gezegd een commando nodig. Deze prikkel/impuls is afkomstig van het willekeurige zenuwstelsel. De plaats waar de zenuwvezel contact maakt met de spier, noemen we het motorische eindplaatje. Hier gebeurt de prikkeloverdracht via een prikkeloverdragende stof, (acetylcholine), ook wel neurotransmittor genoemd.

7. Terminologie Agonist = primaire beweging Contractie? Bepaalde beweging zal uitgevoerd worden Antagonist = tegenovergestelde beweging Een spier die ontspant wanneer de agonist samentrekt Synergist = samen bewegen Een spier die dezelfde beweging uitvoert als de agonist en dus de beweging mee ondersteunt. Minder efficiënt. NB Elke spier kan deze functies vervullen

3. Terminologie

Algemene Pathologie Spierverrekking Spierscheur Overbelasting pees – peesontsteking Spierkramp Spierstijfheid

1. Spierverrekking = overmatige rek van spiervezels Overschrijding van bewegingsmogelijkheden Plotse pijn bij een inspanning (sport) Hele spier = pijnlijk Meestal geen zwelling of bloeduitstorting Beweging = mogelijk, maar pijnlijk Voelt hard en gevoelig

1. Spierverrekking Vooral schouder, bovenbeen en kuit Voorkomen: = Goede opwarming!! = Stretchen (rekgevoeligheid) Behandeling : Rust en ijs Spontane genezing 2 a 3 dagen 2 weken rust & geleidelijk terug opbouwen

2. Spierscheur = Scheur in spiervezels Bruuske, plotse beweging > Overschrijden van bewegingsmogelijkheden Vaak ongetrainde spier Gradaties in ernst (gedeeltelijk / volledig) Hevige plotse lokale pijn en bloeding (dolksteek) > pijnscheuten

2. Spierscheur Aandacht voor flauwvallen (hevige pijn) Niet doen: Activiteiten voortzetten Pijnlijke plaats masseren Te snel terug starten met sporten Behandeling: Rust (krukken) Ijs (indien pijn) Elastisch drukverband (zwelling) Revalidatie?

3. Peesontsteking = ontsteking van de pees Meestal overbelasting Repetitieve bewegingen Vibraties Langdurige blootstelling koude Symptomen Pijn op de aanhechtingsplaats op bot Roodheid Warmte Krakend/knisperend geluid

3. Peesontsteking Moeizame genezing (slechte doorbloeding) Vatbaar voor herval Vooral schouder, ellenboog, hand en achillespees Voorkomen: Houdt rekening met voortekenen Repetitieve bewegingen vermijden Balans rust - training Behandeling Relatieve rust Excentrische oefeningen Ontstekingsremmende medicatie

4. Spierkramp = onwillekeurig, plotselinge en pijnlijk samentrekken van spier Alle spiervezels samen Oorzaken Zware belasting – langdurig zelfde houding (ongetraindheid) Extreme koude Tekort aan magnesium / calcium Dehydratatie Lage bloedsuikerwaarde Hoge bloeddruk

4. Spierkramp Wat doen? Stretch Zoek oorzaak > dokter Water drinken Magnesium/calcium Warmte Pas levensstijl aan

5. Spierstijfheid Langdurige belasting of inspanning > verzuring spieren Microscopische scheurtjes in spier + ophoping afvalstoffen Vooral bij excentrische oefeningen Herstelt vanzelf (24-72u) Kan geen kwaad! Oorzaken Te lange inactiviteit Te snelle opbouw van activiteit Aanvatten van nieuwe activiteiten

5. Spierstijfheid Disbalans spieren Voorkomen Behandelen Goede opwarming Actieve recuperatie Behandelen Stimuleer bloedsomloop (massage, warm bad/douche, sauna) Geen rust, geen stevige activiteit