Een bemoediging vanuit Psalm 121 Ik hef mijn ogen… Een bemoediging vanuit Psalm 121
Begrijp je me wel? Hoe kan ik mijn bedoelingen werkelijk overbrengen? Hoe kan ik de schoonheid beschrijven van de nevel die opstijgt uit een beboste berghelling? Hoe kan ik verdriet, woede, eenzaamheid laten aanvoelen?
Poëzie! Het kan het onzegbare tot uitdrukking brengen Het kan inzichten suggereren die anders verborgen blijven Het kan gevoelens overbrengen soms onbegrijpelijk
Psalm 121 Een pelgrimslied. Ik sla mijn ogen op naar de bergen, van waar komt mijn hulp? Mijn hulp komt van de HEER die hemel en aarde gemaakt heeft.
Psalm 121 Hij zal je voet niet laten wankelen, hij zal niet sluimeren, je wachter. Nee, hij sluimert niet, hij slaapt niet, de wachter van Israël. De HEER is je wachter, de HEER is de schaduw aan je rechterhand:
Psalm 121 overdag kan de zon je niet steken, bij nacht de maan je niet schaden. De HEER behoedt je voor alle kwaad, hij waakt over je leven, de HEER houdt de wacht over je gaan en je komen van nu tot in eeuwigheid.
Poëzie: er staat meer dan je leest De juiste interpretatie bestaat niet Wel een die je meer – of minder – aanspreekt
Onderwerp van Psalm 121 We gaan proberen dit lied belangrijk te laten zijn voor ieder van ons Vraag: Wie is wel eens benauwd voor de toekomst? Wie maakt zich wel eens zorgen? Voor ons is deze preek bedoeld
Laten we beginnen Een pelgrimslied. Voor mensen die onderweg zijn We weten wel waar naartoe maar we weten niet wat ons onderweg zal overkomen
Onbekende gevaren Een pelgrimslied. Ik sla mijn ogen op naar de bergen, van waar komt mijn hulp? Opzien tegen de reis is helemaal niet vreemd. Voorbereid zijn op de gevaren en de mogelijke ontberingen is verstandig
Ik vertrouw op de Heer Een pelgrimslied. Ik sla mijn ogen op naar de bergen, van waar komt mijn hulp? Mijn hulp komt van de HEER die hemel en aarde gemaakt heeft. Hier wordt een bewuste keuze gemaakt: Als ik hulp krijg, dan zal die van God komen!
Het perspectief keert om De eerste twee verzen staan in de eerste persoon enkelvoud De rest van de psalm staat in de tweede persoon enkelvoud Het begint allemaal met iemand die zich zorgen maakt over de reis – heel begrijpelijk! Maar nu blijken er mensen omheen te staan die hem – of haar – moed inspreken – je bent niet alleen!
Elkaar moed inspreken Als je je zorgen maakt over ‘hoe het verder zal gaan’ Dan zijn daar je broers en zussen. Zij kunnen zo goed met je meevoelen, zij kunnen van harte beamen:
Bij Hem ben je veilig Hij zal je voet niet laten wankelen, hij zal niet sluimeren, je wachter. Nee, hij sluimert niet, hij slaapt niet, de wachter van Israël. De HEER is je wachter, de HEER is de schaduw aan je rechterhand:
Zijn aandacht verslapt nooit Hij zal je voet niet laten wankelen, hij zal niet sluimeren, je wachter. Nee, hij sluimert niet, hij slaapt niet, de wachter van Israël. De HEER is je wachter, de HEER is de schaduw aan je rechterhand:
De Heer waakt over je Hij zal je voet niet laten wankelen, hij zal niet sluimeren, je wachter. Nee, hij sluimert niet, hij slaapt niet, de wachter van Israël. De HEER is je wachter, de HEER is de schaduw aan je rechterhand:
Hij laat je nooit alleen Hij zal je voet niet laten wankelen, hij zal niet sluimeren, je wachter. Nee, hij sluimert niet, hij slaapt niet, de wachter van Israël. De HEER is je wachter, de HEER is de schaduw aan je rechterhand:
Heel de mens de HEER is de schaduw aan je rechterhand: overdag kan de zon je niet steken, bij nacht de maan je niet schaden. De HEER behoedt je voor alle kwaad, hij waakt over je ziel, de HEER houdt de wacht over je gaan en je komen van nu tot in eeuwigheid.
Heel de mens Handen: Doen de HEER is de schaduw aan je rechterhand: overdag kan de zon je niet steken, bij nacht de maan je niet schaden. De HEER behoedt je voor alle kwaad, hij waakt over je ziel, de HEER houdt de wacht over je gaan en je komen van nu tot in eeuwigheid.
Heel de mens Handen: Doen Hoofd: Denken de HEER is de schaduw aan je rechterhand: overdag kan de zon je niet steken, bij nacht de maan je niet schaden. De HEER behoedt je voor alle kwaad, hij waakt over je ziel, de HEER houdt de wacht over je gaan en je komen van nu tot in eeuwigheid.
Heel de mens Handen: Doen Hoofd: Denken Hart: Bedoelingen de HEER is de schaduw aan je rechterhand: overdag kan de zon je niet steken, bij nacht de maan je niet schaden. De HEER behoedt je voor alle kwaad, hij waakt over je ziel, de HEER houdt de wacht over je gaan en je komen van nu tot in eeuwigheid.
Heel de mens Handen: Doen Hoofd: Denken Hart: Bedoelingen Voeten: Levensreis de HEER is de schaduw aan je rechterhand: overdag kan de zon je niet steken, bij nacht de maan je niet schaden. De HEER behoedt je voor alle kwaad, hij waakt over je ziel, de HEER houdt de wacht over je gaan en je komen van nu tot in eeuwigheid.
Heel de mens Handen: Doen Hoofd: Denken Hart: Bedoelingen Voeten: Levensreis de HEER is de schaduw aan je rechterhand: overdag kan de zon je niet steken, bij nacht de maan je niet schaden. De HEER behoedt je voor alle kwaad, hij waakt over je ziel, de HEER houdt de wacht over je gaan en je komen van nu tot in eeuwigheid.
Joh. 14:1-2 Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij. In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken?