Kerstrekenen Groep 7.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Tel de kerstballen in de boom
Advertisements

Rekenen Cito M5 oefenen.
Rekenen Cito M6 oefenen.
Vraag 1 Het oude record van Wadoebi op de 100 meter was seconden. Hij verbetert zijn record met 4/100ste seconde. Wat is zijn nieuwe record?
Arena 5 van MathBattle Maten
Informatieavond OBS De Werkschuit
Kassabon controleren en tellen
Wat kost 1 hamer?.
Wij oefenen voor Cito Rekenen-Wiskunde E5 Deel 1
Familie Tupker Oefenen rekenen E5.
Rekenen groep 4.
Vraag 1: 5x6x9= Vraag 2: De meester koopt 5 schriften. 1 schrift kost 1,20 euro. Hoeveel moet de meester betalen? 6,00 euro 5,80 euro 6,20.
't Spel van December ? vraag
Lekker en Gezond de Quiz
Toepassingen 5L week 6: ‘Wat kost het?’ 5L week 6: ‘Wat kost het?’ © JL Zoek de prijs per l.V. 6 l sojadrank kost 8,34 euro.G. 8,34 : 6 = 1,39B. 1 l sojadrank.
Gemaakt voor alle leerlingen voor de basisklassen van het 3 e leerjaar.
Toepassingen 5L week 7: ‘Herhaling’ 5L week 7: ‘Herhaling’ © JL.
Toepassingen 5L week 2: ‘Vakantieherinneringen’ Ik bereken het gemiddelde: 1.Ik tel alle waarden op. 2.Ik deel dat door het totaal aantal waarden. 3.Het.
Toepassingen 5L week 13: ‘Herhaling’ 5L week 13: ‘Herhaling’
Vraag 1: Het aantal inwoners van Obelin is in zes jaar van naar een kwart miljoen gestegen. Hoeveel inwoners zijn er in die zes jaar bijgekomen?
Toepassingen 5L week 10: ‘Koopjes’ KORTING 100,00 euro afslag een vermindering van 10 % 1/10 korting Betaal 15,00 euro minder! het tweede artikel aan de.
Toepassingen 5L week 18: ‘tv venster op de wereld’ procent winst ongelijke verdeling tijdstip en tijdsduur korting gemiddelde prijsberekening 5L week 18:
Presentatie titel Kennisbasis Rekenen
Blok 1A Quiz week 1 (T) Leerdoelen vr. 1 en 2: Cijferend optellen en aftrekken tot met 2 of 3 getallen; Leerdoelen vr. 3 en 4: Breuken: een deel.
Verhaalsommen groep 8. Peter doet mee aan de 10 km hardlopen. De baan is 400 m per ronde. Hoeveel ronden moet Peter lopen? a)15c) 20 b) 25d) 30.
Zoek de het juiste antwoord 100 cm1 meter 100 meter1000 centimeter100 decimeter 1000 meter2000 meter meter next.
Wij hebben een infographic gemaakt om de mensen bewust te maken van hoeveel Co2 uitstoot er in hun eten zit. Deze kunnen we bijv. flyeren. Wij hebben.
Constante kosten / variabele kosten. Ondernemer zijn Waarom ben je ondernemer? Om geld te kunnen verdienen. Voordat je kunt beginnen: Ga je:
Wouter heeft 96 voetbalplaatjes. Hij wil deze in een album plakken. Er passen 10 plaatjes op een bladzijde. Hoeveel bladzijden kan hij volmaken?
Manon koopt een paar laarsjes van €93,45. Zij betaalt met een biljet van 100 euro. Hoeveel geld krijgt zij terug?
Jeroen zaagt de plank precies doormidden. Hoeveel centimeter wordt elk stuk? 70 cm.
Rekenquiz. Vraag 1. Decimale getallen Zet de decimale getallen van groot naar klein. Welk getal komt er in het rode vak? 7,431,684,295,051,667,493,49.
Er zijn 12 paarden. 4 paarden lopen buiten. De andere paarden zijn in het hok. Hoeveel paarden staan in het hok?
Rekenen!!! cito.
Meten en meetkunde in het verkeer
Les 4: SAMENGESTELDE GROOTHEDEN
Toepassingen 5de leerjaar.
Les 4: SAMENGESTELDE GROOTHEDEN
Vandaag: Restant les 3 Verhoudingen
In een speeltuin zijn 44 kinderen aan het spelen.
Kaartjes kopen 1 kaartje voor de dierentuin kost € 7 ,-. Moeder koopt 4 kaartjes. Hoeveel euro moet ze betalen?
les 3 digitale rekenblokken Verhoudingen in context situaties
Oefenen CITO rekenen M6.
twee kinderen maken n sneeuwpop. als er nu zes kinderen zijn?
Rekenen.
Rekenen.
Rekenen.
Welkom bij de educatieve info!
Kerstspel Spelregels Start.
Kort herhalen les 3 voorbeeld toets som camping
Les 6 Combineren van bewerkingen in berekeningen
Jeroen zaagt de plank precies doormidden.
De regel van drieën De regel van drieën is een oplossingsmethode.
Wat is dan de temperatuur in Kelvin?
Het aantal inwoners in Nederland is 16,8 miljoen.
Hoofdstuk 26 Rekenen met procenten. Hoofdstuk 26 Rekenen met procenten.
Les 4: Rekenen met verhoudingen in dagelijkse situaties
Meten en meetkunde les 4: samengestelde grootheden
Rekenen met kommagetallen
Rekenen MZ4.
Kerstraadseltjes.
Koekjes tellen Kees heeft 7 koekjes. Mies heeft 10 koekjes. Hoeveel koekjes heeft Mies meer dan Kees?
Boodschappen doen.
Kerstmis Hoeveel kerstballen.
twee kinderen maken n sneeuwpop. als er nu zes kinderen zijn?
Kom maar op…. Ik zal je laten zien hoe slim ik ben…
Hoofdstuk 21 PROBLEEMOPLOSSEN. Hoofdstuk 21 PROBLEEMOPLOSSEN.
Rekenen met verhoudingen
Hoofdstuk 11 Rekenen met procenten. Hoofdstuk 11 Rekenen met procenten.
Verder rekenen met kommagetallen
Transcript van de presentatie:

Kerstrekenen Groep 7

Vraag 1 De kerstman moet dit pakje bezorgen. Wat is de inhoud van dit pakje? 2,5 dm 35 cm 3 dm

Vraag 2 Welk deel van de route heeft de kerstman al afgelegd?

Vraag 3 3 op de 8 rendieren hebben een rode neus. De kerstman heeft 320 rendieren. Hoeveel rendieren hebben een rode neus? Vraag 3

Vraag 4 In deze kan zit 6 liter warme chocolademelk. In een beker gaat 200 ml. Hoeveel bekers kan ik vullen met chocolademelk?

Vraag 5 De kerstman heeft 3880 km afgelegd in 8 dagen. Hoeveel km heeft hij gemiddeld per dag afgelegd?

Vraag 6 Deze prijs van deze kunstkerstboom is € 280,-. Je krijgt nu 30% korting. Wat moet je nu nog betalen voor deze boom?

Vraag 7 Ik heb 40 kerstballen gekocht. 40% van de ballen is rood. ¼ deel van de ballen is zilver. De rest is wit. Hoeveel witte ballen heb ik gekocht? Tip: reken eerst uit hoeveel rode en zilveren ballen je hebt.

Vraag 8 Ik wil 240 lampjes in de boom hangen. Welke lampjes kan ik het beste kopen? A: Doos met 100 lampjes voor € 7,00 B: Doos met 120 lampjes Voor € 9,50 C: Doos met 80 lampjes voor € 5,50

Vraag 9 Ik wil 180 lampjes in de boom hangen. Welke lampjes kan ik het beste kopen? A: Doos met 100 lampjes voor € 7,00 B: Doos met 120 lampjes Voor € 9,50 C: Doos met 80 lampjes voor € 5,50

Vraag 10 Deze kerstfilm duurt 102 minuten. Om 20:30 uur starten we de film. Hoe laat is de film afgelopen?

Vraag 11 Bekijk het boodschappenlijstje. Hoeveel moet ik betalen? 1 stuk kaas 1 doosje eieren 1 fles jus d’orange 1 kerststol 1 pot pastachoco € 1,20 € 0,85 € 6,69 € 1,65 € 2,99 € 3,49 € 1,80 € 1,59

Vraag 12 Bekijk het boodschappenlijstje. Hoeveel moet ik betalen? 2 pakken croissants 1 kerststol 2 zakken broodjes 1 pakje boter € 1,20 € 0,85 € 6,69 € 1,65 € 2,99 € 3,49 € 1,80 € 1,59

Vraag 13 Bekijk het boodschappenlijstje. Hoeveel krijg ik terug van € 20,-? 2 doosjes eieren 3 pakken croissants 1 stuk kaas 1 pastachoco € 1,20 € 0,85 € 6,69 € 1,65 € 2,99 € 3,49 € 1,80 € 1,59

Vraag 14 359 kinderen maken iets voor het kerstdiner. Gemiddeld maakt elk kind 23 hapjes. Hoeveel hapjes zijn er in totaal gemaakt?

Vraag 15 Deze pakjes wegen bij elkaar 8,4 kg. Hoeveel gram is dat?

Vraag 16 Koen zegt: ‘Over 4 weken en 3 dagen is het Eerste Kerstdag (25 december). Welke dag is het dan vandaag?

Vraag 17 Nienke koopt voor het versturen van de kerstkaarten 10 postzegels. Een postzegel kost € 0,83. Wat moet Nienke betalen?

Vraag 18 De kerstman brengt in totaal 6846 pakjes weg. In een zak gaan gemiddeld 14 pakjes. Hoeveel zakken met pakjes brengt de kerstman weg?