De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Les 4: Rekenen met verhoudingen in dagelijkse situaties

Verwante presentaties


Presentatie over: "Les 4: Rekenen met verhoudingen in dagelijkse situaties"— Transcript van de presentatie:

1 Les 4: Rekenen met verhoudingen in dagelijkse situaties
Judith Iedema

2 De komende vier weken * Vandaag les 4: Rekenen met verhoudingen in dagelijkse situaties * Volgende week: Les 1 Meten en Meetkunde * Week 4: Deel 2 Meten & Meetkunde * Week 5: Laatste les voor de toets, afmaken van alles + oefentoets Leren voor de toets (week 6): - Verhoudingen les 1 t/m Meten en Meetkunde les Het huiswerk voor deze periode moet af zijn om te mogen toetsen!! De deadline hiervoor is: maandag 5 februari om 09.00

3 Terugblik Voor de vakantie zijn we bezig geweest met: * Breuken, Procenten & Decimalen * Verhoudingen (o.a. schaal berekenen) Je moet nu uit je hoofd kunnen: * Het metriek stelsel * Van breuken een kommagetal + procenten maken

4 Doel van deze les Jullie kunnen berekeningen maken met breuken, procenten en verhoudingen in contextsituaties. Jullie oefenen: • het met elkaar vergelijken van verhoudingen en daartoe een passend rekenmodel te kiezen, bijvoorbeeld een verhoudingstabel. • rekenen met vergrotingen als toepassing van verhoudingen.

5 Verhoudingen Om een bepaalde kleur verf te maken moeten vaak verschillende kleuren gemengd worden. Om steeds dezelfde kleur te krijgen wordt het mengen volgens een bepaalde verhouding gedaan. Bijvoorbeeld: De verhouding groen, geel, wit is 1 : 2 : 5 (Je zegt: 1 staat tot 2 staat tot 5). Dat betekent 1 deel groen, 2 delen geel en 5 delen wit 1 : 2 : 5 = 8 delen in totaal Groen  1/8 van 12 liter Geel  2/8 van 12 liter Wit  5/8 van 12 liter 1,5 L 3 L 7,5 L

6 Oefenen Stap 1  10 + 5 + 1 = 16 delen in totaal
Stap 2  1/16 = meten 5/16 = zagen 10/16 = laminaat leggen Stap 3  Hij werkt 8 uur per dag: 1/16 is meten: 8:16 = 0,5 uur 5/16 is zagen: 8:16x5 = 2,5 uur 10/16 is leggen: 8:16x10 = 5 uur 5 uur + 2,5 uur + 0,5 uur = 8 uur in totaal

7 Omrekenen metriek stelsel
600 300 De opp is: 6m2 Madrid: 10x10 = 100 cm cm2 = 0,01 m2 6:0,01 = 600 tegels nodig De opp is: 6m2 Milano: 10x20 = 200 cm cm2 = 0,02 m2 6:0,02 = 300 tegels nodig

8 Let op!! Bij de sommen over vloeren/tegels enz: gebruik een verhoudingstabel (visje!) en vul de gegevens in die je krijgt - goed lezen! Bijvoorbeeld som 9b: je kunt geen halve pakken kopen in de bouwmarkt! Prijs 25,27 euro m2 1m2 0,98 m2 24.76 20 m2 : 1,98 m2 = 10,10 pakken. Je moet dus 11 pakken kopen!

9 Aan de slag! Huiswerk volgende week: Les 4 Rekenen met verhoudingen in dagelijkse situaties + Lestoets 4 !! Tip som 2: welke formule moet je bij % gebruiken als het gaat om % toename/afname. Of: verhoudingstabel! !! Som 7 hoeft niet We hebben tot nu toe gedaan: Verhoudingen les 1, 2, 3 + Lestoets 1, 2, 3.


Download ppt "Les 4: Rekenen met verhoudingen in dagelijkse situaties"

Verwante presentaties


Ads door Google