Kerstspel Spelregels Start.

Presentatie over: "Kerstspel Spelregels Start."— Transcript van de presentatie:

1 Kerstspel Spelregels Start

2 Spelregels Beantwoord de vragen en schrijf het antwoord binnen de tijd op. Als het belletje gaat en er staat stop mag je niet meer schrijven. Kijk samen het antwoord na op de volgende dia door op het pijltje rechts onder te klikken. Is het antwoord goed kies een cadeautje uit druk op het gekleurde vierkantje en je krijgt het bedrag van de bank. Heb je het antwoord fout krijg je niets. Soms komt er een pingiün, doe dan de opdracht die hij geeft. Door op het pijltje te drukken ga je door naar de volgende vraag. Na de laatste vraag telt iedereen zijn geld. Wie het meeste geld heeft is de winnaar. Start

3 Verdeel de ballen over 3 bomen Hoeveel ballen hangen er in 1 boom?
Stop Er zijn 3 kerstbomen. We hebben 15 ballen. Verdeel de ballen over 3 bomen Hoeveel ballen hangen er in 1 boom?

4 15 : 3 = 5 5 ballen per boom. 3 1 2

5 5 ballen per boom. 3 2

6 5 ballen per boom. 3 1

7 5 ballen per boom. 1 2

8 Hoeveel kosten 3 kerstkransen?
Stop 1 kerstkrans kost € 2.95 Hoeveel kosten 3 kerstkransen?

9 Drie kerstkransen kosten
1 2 3 Drie kerstkransen kosten 3 x € 2.95 = € 8,85 1 2 3

10 Drie kerstkransen kosten € 8,85
1 2 3

11 Drie kerstkransen kosten € 8,85
1 2 3

12 Drie kerstkransen kosten € 8,85
1 2 3

13 Hoeveel kunnen er nog bij?
Stop In een doos kunnen 50 kaarsen. De kerstman heeft er 27 in gedaan. Hoeveel kunnen er nog bij?

14 50 – 27 = Er kunnen er nog 23 bij? 1 2 3

15 50 – 27 = Er kunnen er nog 23 bij? 1 2 3

16 50 – 27 = Er kunnen er nog 23 bij? 1 2 3

17 50 – 27 = Er kunnen er nog 23 bij? 1 2 3

18 Stop Hoeveel geld hangt er in de boom?

19 €12,- 1 2 3

20 €12,- 1 2 3

21 €12,- 1 2 3 Tel je geld. Deel het bedrag door 2.
Geef een 1 deel aan een andere groep. 1 2 3

22 €12,- 1 2 3

23 Stop Hoeveel moet ik betalen? Kaarsen € 2,95 Ballen € 19,40 Kerstboom € 25,30 Piek € 3,15

24 € 2,95 € 19,40 € 25,30 € 3,15 __________ € 5 ,8 1 2 3

25 € 2,95 € 19,40 € 25,30 € 3,15 __________ € 50,80 1 2 3

26 € 2,95 € 19,40 € 25,30 € 3,15 __________ € 50,80 1 2 3

27 1 2 3 € 2,95 € 19,40 € 25,30 € 3,15 __________ € 50,80 Tel je geld.
€ 2,95 € 19,40 € 25,30 € 3,15 __________ € 50,80 Tel je geld. Deel het bedrag door 2. Je ontvangt een 1 deel van de bank. 1 2 3

28 Jan koopt een kerstboom Voor €12,75 Hij betaalt met
Stop Jan koopt een kerstboom Voor €12,75 Hij betaalt met Hoeveel krijgt Jan terug?

29 € 20,00 € 12,75 - __________ € 7 ,2 5 1 2 3

30 € 20,00 € 12,75 - __________ € 7,25 1 2 3

31 € 20,00 € 12,75 - __________ € 7,25 1 2 3

32 1 2 € 20,00 € 12,75 - __________ € 7,25 Tel je geld.
€ 7,25 Tel je geld. Deel het bedrag door 4. Je ontvangt ¼ deel van de bank. 1 2

33 Stop Hoeveel sterren tel je hier?

34 5 10 15 20 25 30 sterren 1 2 3

35 5 10 15 20 25 30 sterren 1 2 3

36 5 10 15 20 25 30 sterren Pechkaart Je verliest al je geld aan de bank 1 2 3

37 5 10 15 20 25 30 sterren 1 2 3

38 Stop Maak één woord met de volgende lettergrepen. sie ring kerst ver

39 kerst ver sie ring 1 2 3

40 kerstversiering 1 2 3

41 kerstversiering 1 2 3

42 kerstversiering 1 2 3

43 Zoek de 5 verschillen. Stop

44 1 4 2 3 5 1 2 3

45 1 2 3 4 5 1 2 3 Tel je geld. Deel het bedrag door 2.
Geef 1 deel aan een andere groep. 1 2 3

46 1 2 3 4 5 1 2 3

47 1 2 3 4 5 1 2 3

48 Welk woord staat hier? T = S - N - S Stop

49 1 2 3 T = S - N - S kaarten kan den laars kaarsen kan de laar

50 1 2 3 T = S - N - S kaarten kan den laars kaarsen kan de laar

51 1 2 3 T = S - N - S kaarten kan den laars kaarsen kan de laar

52 1 2 3 T = S - N - S kaarten kan den laars kaarsen kan de laar

53 Hoeveel oliebollen eet de kerstman?
Let op tel mee. Stop

54 8 1 2 3

55 8 1 2 3

56 8 1 2 3

57 8 1 2 3

58 Tel je geld, wie het meeste geld heeft is de winnaar.
Einde