De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoofdstuk 11 Rekenen met procenten. Hoofdstuk 11 Rekenen met procenten.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoofdstuk 11 Rekenen met procenten. Hoofdstuk 11 Rekenen met procenten."— Transcript van de presentatie:

1

2 Hoofdstuk 11 Rekenen met procenten

3 Procentuele toe- en afname
Paragraaf 11.1 Procentuele toe- en afname

4 Normaal zit er 750 gram graszaad in een pak.
Hoeveel graszaad zit er tijdens deze actie in het pak?

5 Manier 1: eerst de toename en dan het totaal
Normaal zit er 750 gram graszaad in een pak. Hoeveel graszaad zit er tijdens deze actie in het pak?

6 Manier 2: in één keer het totaal
Normaal zit er 750 gram graszaad in een pak. Hoeveel graszaad zit er tijdens deze actie in het pak?

7 In hagelslag zat normaal 64,9 gram suiker per 100 gram hagelslag
In hagelslag zat normaal 64,9 gram suiker per 100 gram hagelslag. Hoeveel suiker zit er nu nog in 100 gram van deze hagelslag?

8 Manier 1: eerst de afname en dan het totaal
In hagelslag zat normaal 64,9 gram suiker per 100 gram hagelslag. Hoeveel suiker zit er nu nog in 100 gram van deze hagelslag?

9 Manier 2: in één keer de afname
In hagelslag zat normaal 64,9 gram suiker per 100 gram hagelslag. Hoeveel suiker zit er nu nog in 100 gram van deze hagelslag?

10 Absolute en percentuele verandering
Paragraaf 11.2 Absolute en percentuele verandering

11 Hoeveel procent korting krijg je?
Geef een schatting.

12 Manier 1: eerst absolute toe- of afname en dan in procenten

13 Manier 2: eerst deel-geheel in procent en dan kortingspercentage

14 Paragraaf 11.3 Terug naar 100%

15 Wat is de aanbevolen hoeveelheid kcal per dag?

16 Dagelijkse voedingsrichtlijn = 105 ÷ 0,05 = 2100 kcal per dag.
100% uitrekenen Dagelijkse voedingsrichtlijn = 105 ÷ 0,05 = 2100 kcal per dag. Controle: 5% van 2100 = × 2100 = 105

17 Zijn ‘tax free’ en 21% korting hetzelfde?

18 Tax free Bedrag zonder BTW: 48,40 ÷ 1,21 = € 40

19 21% korting Bedrag na 21% korting: 0,79 × 48,40 ≈ € 38,25

20

21 Hoofdstuk 11 opgaveN

22 Hoeveel kost de fiets met korting?
Vraag 1 Hoeveel kost de fiets met korting?

23 Hoeveel auto's telt de stad nu?
Vraag 2 Het aantal auto's in een stad telde Dit aantal is afgelopen jaar met 5% toegenomen. Hoeveel auto's telt de stad nu?

24 Hoeveel kost de fiets inclusief BTW?
Vraag 3 Een fiets kost € 850 exclusief 21% BTW. Hoeveel kost de fiets inclusief BTW?

25 Wat kost een combipakket voor de drie musea?
Vraag 4 Wat kost een combipakket voor de drie musea?

26 Hoeveel procent korting is dat?
Vraag 5 Een broek van € 55,- kost met korting nog € 46,75. Hoeveel procent korting is dat? %

27 Met hoeveel procent is de boom gegroeid?
Vraag 6 Een boom is gegroeid van 305 cm naar 366 cm. Met hoeveel procent is de boom gegroeid? %

28 Rond je antwoord af op hele procenten.
Vraag 7 In 2000 heeft een voetbalvereniging 340 leden. Door een wervingscampagne in 2001 zijn er in dat jaar 400 leden. Met hoeveel procent is het ledenaantal in toegenomen ten opzichte van 2000? Rond je antwoord af op hele procenten. %

29 Hoeveel procent korting krijgt zij op de adviesprijs?
Vraag 8 Chantal krijgt korting op deze tablet Hoeveel procent korting krijgt zij op de adviesprijs? Rond je antwoord af op hele procenten. %

30 Hoeveel kostte het t-shirt voor de prijsverhoging?
Vraag 9 De prijs van een t-shirt wordt met 10% verhoogd. Het t-shirt kost nu € 30,80. Hoeveel kostte het t-shirt voor de prijsverhoging?

31 Hoeveel mensen bezochten het pretpark in 2009?
Vraag 10 In 2010 bezochten mensen een bekend pretpark. Dat was 17% meer dan het jaar daarvoor. Hoeveel mensen bezochten het pretpark in 2009?

32 Vraag 11 65% is 78. Hoeveel is dan 100%?

33 Wat was de prijs van het LCD-scherm zonder korting?
Vraag 12 Wat was de prijs van het LCD-scherm zonder korting?

34


Download ppt "Hoofdstuk 11 Rekenen met procenten. Hoofdstuk 11 Rekenen met procenten."

Verwante presentaties


Ads door Google