Intro wedstrijdzeilen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Par. 2.6 Mondiale luchtstromen
Advertisements

Inhoud Wat kun je zien in de atmosfeer ?
WINDEN :PASSAAT EN MOESSON
Luchtdrukverschillen en wind
Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 7
We bekijken eerst gezamenlijk een introductiefilmpje
DE 8 WINDEN N NW NO W O ZW ZO Z
Door: Heleen ter Pelkwijk (KNMI)
Systeem aarde: windsystemen en orkanen
Weer of geen weer Leefwereld 7 les 8.
Door: Charlot Zwerink, Lisa Stensen en Veerle Schreuder
Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 6 en 7
Bij B wordt het aardoppervlak en dus ook de lucht erboven sterker verwarmd dan bij B. De luchtdeeltjes in kolom B gaan harder bewegen  de luchtkolom zet.
Klimaten in Indonesië.
2.2 – Het Middellandse Zeeklimaat
De wetten van Newton en hun toepassingen
Land van de moesson Paragraaf 1.
Windsystemen Paragraaf 1.
Windsystemen Paragraaf.
India als opkomend land
Temperatuurfactoren Basisboek nummers 33 t/m 39.
Hoe ontstaat neerslag ? 4-Wolk(druppeltjes) 3-Condensatie 2-Afkoeling
Paragraaf 1: Land van onbegrensde mogelijkheden
Start de presentatie en klik dan in deze ster !
Paragraaf 2: Natuurlijke en landschappelijke kenmerken.
Wet van Buys Ballot. 1-Lucht stroomt van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied. 2-Lucht krijgt op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts.
Weer en klimaat Paragraaf 6 en verder.
5.3 verschillen in klimaten
Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 6 en 7
Theorie Circulatie.
Bijeenkomst kader 1 december 2013 Zaalhockey.
Het grote windsysteem Moesson.
Wat is een tropische orkaan?
Klimaat herkennen.
Roeien Roeien Wrikken Boordroeien Whalebootroeien Sturen Uitrusting
Hard varen met een 31.7 Een optelsom van details Gewicht & helling Trim & sturen Handig Team.
Indeling les Uitleg §3: Temperatuurverschillen op aarde.
Wolkenfysica simulatie
Dynamica van luchtstromen
HC Houten Door: Bas Ophof
Hoofdstuk 7 Nederlands weer en klimaatverschillen.
1 VWO Hoofdstuk 2 Klimaat § 8-10
1 VWO Hoofdstuk 2 Klimaat § 2-5
ZEILTHEORIE 1. DE BOOT terminologie, begrippen werking van roer en zeilen koers en de wind knopen 2. ZEILTECHNIEK overstag.
Inleiding Atmosfeer College 11
Start Hans Loermans. Starten Strategie Ligging lijn Gunstige kant Hoeveel voordeel Regels bij de start Tactiek Strategie Ligging lijn Gunstige kant Hoeveel.
8 Het West-Europese weer. 8.1 Weerkaarten verschillende waarnemingsplatforms weerstation (op het aardoppervlak) weerballon (O tot 30 km) weersatelliet.
Intro wedstrijdzeilen. Agenda Wedstrijdzeilen Basis kennis –Lift –Schijnbare wind –Wind –Weer Techniek Tactiek Strategie.
Hoe ontstaat een wolk? Samenstelling van de atmosfeer.
Hoe ontstaat een wolk?. Samenstelling van de atmosfeer.
WINDEN :PASSAAT EN MOESSON
Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 6 en 7
Waarom ballonpeilingen aan het KMI?
Hoe en waarom zeilt een zeilboot
Paragraaf 3. Temperatuurverschillen op aarde Een deken over de aarde
C A D B # Datum : Teamfunctie : Aanvallen
BPR-Binnenvaart Politie Regelement voorrangsregels
# Training : 6 Teamfunctie : Aanvallen Doelstelling technisch
Krachten op de surfplank en hun gevolgen
# Datum : Teamfunctie : Aanvallen Doelstelling technisch
NATUUR – LES 8 Luchtdruk en het weer.
BRO 2017 Anja Habets Ernst Jacobi
Krachten KB-2 (+ 3).
Klein vaarbewijs 6e bijeenkomst.
Casus Natuurgeweld in de VS
PPT A5 086 Lucht als energietransporteur/3.3 hogedruk/lagedruk
HOOFDSTUK 4 HET WEER Nask leerjaar 1.
Hoe en waarom zeilt een zeilboot? Bert Stals, 2 februari 2018
Start Hans Loermans.
Hoofdstuk 2 Weer en klimaat
Transcript van de presentatie:

Intro wedstrijdzeilen

Agenda Wedstrijdzeilen Basis kennis Techniek Tactiek Strategie Lift Schijnbare wind Wind Weer Techniek Tactiek Strategie

Piramide Strategie Talent zeiler Basiskennis & Ervaring Tactiek Boot beheersing Boot snelheid Overstag, Gijpen, Roll tack Hangen, Pompen Afvallen, Oploeven Aanspringen, Stilliggen Boei ronden Trim Stroom Weer Tussen boten Regels Gedrag Talent zeiler Basiskennis & Ervaring

De stroming Stroming langs het zeil bouwt zich op !! Lij tell-tale onrustig Lij tell-tale rustig startwervel onrustig (achter het zeil) Tell-tale aan achterlijk strak naar achteren. Stroming langs het zeil bouwt zich op !! Nu pas bouwt de maximale kracht (voortstuwing zich op) Circulatie stroming geeft extra upwash (snelheid en hoogte)

Voordewind????

De voortstuwende kracht Weerstand (Drag) Fzijwaards Fvoorwaards Lift Fzeil WIND Fweerstand F voorwaarts = F weerstand Weerstand neemt toe, snelheid toename stop In planee neemt de weerstand weer af en de snelheid toe.

Schijnbare wind Schijnbare wind Wind Snelheid Schijnbare wind Wind Snelheid neemt af

Windgradiënt & -schering Turbulente stroming: Opstijgende lucht (warm water) Minder hard op lagere hoogte. Ruw oppervlak Windgradiënt: Verschil in windsterkte vanaf het wateroppervlak. Windschering: Hoekverschil tussen de windrichting op het wateroppervlak en daarboven. Bij turbulente stroming is schering minder (dus minder twist) Hoogte Laminaire stroming: Nauwelijks stijgende lucht (koud water) Harder op lagere hoogte. Snelheid Weinig rotatie Veel rotatie

Twist Ware wind Uitwaaien zeil in verticale richting. Top sectie heeft een grotere voorwaarts gerichte component Ware wind Uitwaaien zeil in verticale richting. Hoek schijnbare wind zeil gelijk houden van masttop tot mastvoet. Verdraaiing door: Windgradiënt; Windschering. Schijnbare wind      Schijnbare wind in de top valt gunstiger in

Werking tell-tals Geen separatie: Aansnijden wind in profiel goed Separatie aan lij: Aansnijden wind in profiel te ruim Separatie aan loef: Aansnijden wind in profiel te scherp

Telltales bewegen sterk meer twist Naar lij en loef Telltales bewegen sterk meer twist Afvallen als: Tell-tales loefzijde sterk bewegen. Oploeven als: Tell-tales aan lijzijde sterk bewegen. Tell-tale achterlijk grootzeil bewegen sterk of verdwijnen. Meer twist

Versnelling in de groef 1e Versnelling: Telltales aan loef strak naar achteren aan lij onrustig. Startwervel ontstaat Opgang komen Herstellen slechte golf Upwash ontstaat, je kunt hoger sturen. 2e Versnelling: Telltales aan loef & lij strak naar achteren Maximale snelheid maar laag Vuile wind vermijden Extra druk (snelheid) bij naderende golf

Versnelling Versnelling 3e Versnelling: Telltales aan loef 45° omhoog aan lij strak naar achteren De meest gebruikte koers (als het goed gaat) 4e Versnelling: Telltales aan loef 45° omhoog aan lij strak naar achteren Voorzijde zeil kilt. (super hoog) Druk kwijt raken (veel wind) Hoogte winnen als er minder golven zijn; Bij een boei ronding Tegenstander eruit knijpen. Voorbeelden

Gunstige lij positie Vuile wind Gunstige lij positie 10 Knots 11.8 11.3 - 4.5o 10.6 - 4.9o 11.0 +5.7o 13.7 +4.0o 11.4 -10.0o 10.8 +10.2o 10.2 - 6.2o 5.7 +16.2o Vuile wind 10 Knots 9.6 -13.3o 9.5 +10.6o 9.8 - 6.4o 8.4 +2.4o 8.8 -4.7o 9.5 -4.5o 9.1 +4.9o

Winddraaiingen Figuur 16 Oscillerende wind Figuur 8 Vlaag waaiert uit. Figuur 10 Vaar in de richting van de wind Figuur 15 Strategie

Wind en land Figuur 7 Aflandige wind oscilleert vaak Figuur 6 Wind komt loodrecht van het land. Figuur 6a Convergentie Figuur 7 Aflandige wind oscilleert vaak

Snelheid Figuur 13 Stroom Figuur 11 Meer wind meer snelheid Figuur 14 Golven

Coriolis effect & wrijving 1600 Km / uur 1000 Km / uur schijnbare windrichting is gedraaid! Werkelijke windsnelheid is niet veranderd rotatiesnelheid aarde is iets minder Op onze breedte Werkelijke windsnelheid schijnbare windsnelheid rotatiesnelheid aarde Op de evenaar

Effect van krimpen VLAAG: RUIMT 10 o 40% SNELLER over BB 16 verschil o over SB 7 verschil schijnbare wind o over BB 16 verschil

Resumé (op het noordelijk halfrond) Bovenstroom vertoont een afwijking naar rechts. Grondwind vertoont een afwijking naar links T.O.V. de bovenstroom. Meer wrijving betekent meer snelheidsafname en dus meer krimpende wind. Veel snelheidsverschil: 30 - 40 o Weinig snelheidsverschil: 5 - 15 o Hoofdregels: Als de wind draait: en je moet afvallen, ga direct overstag; Zeil altijd richting de wind of wind shift. In vlagen over bakboord varen naar de vlagen over stuurboord.

Wind rond lagedruk L Line of position Bewegingsrichting depressie (20-50 km/uur) Line of position Is de wind ZO front onderlangs. De wind krimpt. Is de wind Z-ZZO front bovenlangs. De wind ruimt. LOP L LOP

Effect wolken & buien Wolken zonder regen Onder de wolk minder wind (luwte). Naast de wolk de vlaag. Vlaag ruimt = over bakboord Luwte krimpt = over stuurboord. weinig wind veel wind weinig wind Bovenstroom Windshift onder De wolk

Windvlagen Koude bovenlucht Zakt in plukken (zwaarder) Koude lucht Vlaag weinig wind Warm water Koude bovenlucht Zakt in plukken (zwaarder) Echte vlaag (ruimend en sterker) Warme lucht stijgt (turbulent, minder wind)

verdampen regendruppels Effect wolken & buien Koude Lucht door verdampen regendruppels Wolken MET regen: De regen uit een bui is koud. Op het aardoppervlak lijkt het op het omkeren van een emmer. Koude lucht stroomt hierdoor naar alle kanten uit.

Vlaggen bij starten P: Voorbereidingssein (4 minuten voor de start.) I: Regel 30.1 (buiten om) Z: Regel 30.2 Zwarte vlag: regel 30.3 Algemene terugroep: Iedereen moet terug. Twee geluidsseinen. X: Individuele terug- roep. Één geluidssein. Geluidssein

Of vlag I, Z of de zwarte vlag Vlaggen bij starten Klassenvlag Klassenvlag Klassenvlag Klassenvlag Of vlag I, Z of de zwarte vlag Hijsen klassenvlag 5 min. voor start Waarschuwingssein: 1 geluidssein 4 min. voor start Voorbereidingssein: Hijsen vlag P 1 geluidssein 1 min. voor start Strijken vlag P 1 geluidssein Een minuut: Strijken klassenvlag 1 geluidssein Startsein: Individuele terugroep: Hijsen vag X 1 geluidssein Algemene terugroep: Hijsen vlag EV 2 geluidssein