De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoofdstuk 2 Weer en klimaat

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoofdstuk 2 Weer en klimaat"— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 2 Weer en klimaat
Samenvatting Hoofdstuk 2 Weer en klimaat

2 Hoe komt het dat het in het noorden van Chili zoveel warmer is dan in het zuiden?

3 evenaar

4 Weer en klimaat. Weer: toestand van de lucht op een bepaald moment in een klein gebied. Klimaat: het gemiddelde weer over een periode van dertig jaar. Dit kun je weergeven in een klimaatgrafiek.

5 Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
De toestand van de lucht: temperatuur, zonneschijn, neerslag, wind. Het gemiddelde weer (neerslag en temperatuur). Verandert elke dag Verandert bijna niet of heel langzaam. Een bepaald moment (nu, straks of gisteren) Berekend over een lange periode (30 jaar) Een klein gebied (bv. in een provincie) Een groot gebied (bv een continent of een aantal landen)

6 Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
Het weerbericht Het KNMI (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut) geeft in Nederland informatie over het weer. Meteorologie = een ander woord voor weerkunde Meteoroloog = weerkundige (weerman/weervrouw)

7 Filmpjes Weer en klimaat Temperatuur Tijd over? Extra filmpje

8 Luchtstromen en zeestromen
De zon heeft invloed op het klimaat Daarnaast hebben de luchtstromen en zeestromen ook invloed op het klimaat

9 Van invloed op het klimaat zijn ook:
1 De zee. - Hoe verder van zee, hoe minder neerslag. - Hoe verder van zee, hoe minder invloed op de temperatuur. 2 De windrichting. - Zeewind: zomer koel, winter warm. - Landwind: droog. Zomer heet, winter koud.

10 3 Stijgende en dalende luchtstromen.
Lagedrukgebied Hogedrukgebied

11 Wie herkent dit?

12 Luchtdruk

13 Luchtdruk

14 Filmpje Het hogedrukgebied

15 A Hoge zonnestand = Zonnestralen komen loodrecht op de evenaar
A Hoge zonnestand = Zonnestralen komen loodrecht op de evenaar. Dan is er sprake van zomer. B Lage zonnestand = Zonnestralen vallen schuin richting de polen. Dan is er sprake van winter.

16 Hoe hoger, hoe kouder Gebergten hebben invloed op het klimaat:
2 Hoe hoger, hoe natter: wolken zorgen voor stuwingsregens.

17 De kringloop van het water:

18 De kringloop van het water

19 Filmpje De kringloop van het water

20 Temperatuur en neerslag hebben invloed op de plantengroei.

21 Verschillende vormen van water

22 Verschillende vormen van water

23 Verschillende vormen van water

24 Verdamping

25 Condensatie

26 Filmpjes De waterkringloop Verschillende soorten regen

27 Klimaatzones

28

29 Klimaten op aarde Toendraklimaat Landklimaat
De klimaten vanaf de polen naar de evenaar: Toendraklimaat Landklimaat

30 Zeeklimaat Middellandse Zeeklimaat

31 Woestijnklimaat Steppeklimaat

32 Savanneklimaat Tropisch regenklimaat

33 Bijzonder klimaat: hooggebergteklimaat.


Download ppt "Hoofdstuk 2 Weer en klimaat"

Verwante presentaties


Ads door Google