DEEL DRIE Evaluatie van de activiteiten uit het beroepsleven
Methode De algemene vragenlijst eerst aan de werkgever, dan aan de werknemer voorleggen. De beschrijvende schaal op basis van de resultaten opstellen. De schaal een week door de werknemer en (indien mogelijk) door de werkgever laten invullen. De resultaten van de schaal analyseren. Een hulp- of revalidatiesysteem (met aangepaste therapie) voorstellen.
Algemene vragenlijst Beschrijft de beroepsmatige omgeving (werkplek en relatie met de collega’s). Geeft de kwaliteiten van de werknemer aan volgens hemzelf en volgens de werkgever. Geeft voor elke uitgevoerde activiteit de verschillende acties aan en hoe deze optimaal moeten worden uitgevoerd.
Geeft aan welke van deze acties problemen geven en in welke omstandigheden de problemen het meest voorkomen. Bepaalt hoe erg de fouten volgens de werknemer en de werkgever zijn. Geeft aan hoe dikwijls de problemen zich gemiddeld voordoen.
Beschrijvende schaal Bepaalt de problematische activiteiten en geeft aan welke acties tot de moeilijkheden leiden die bij deze activiteiten zijn vastgesteld. Geeft aan of de moeilijkheden eerder s’ochtends of ‘s middags optreden. Stelt de werkgever en de werknemer in staat in te schatten hoe erg de problemen zijn en hoe dikwijls ze optreden.