Voor of tegen Jezus Handelingen 4, 1-31
‘Ik daag u uit: er is niets waarmee u mij pijn kunt doen.’ Johannes Chrysostomus
Nadat ze Petrus en Johannes in het midden hadden doen plaatsnemen, begonnen ze het verhoor met de vraag: ‘Door welke kracht of in wiens naam hebt u die daad verricht?’ vers 7
Ze riepen hen terug en bevalen hun de naam van Jezus op geen enkele manier meer te gebruiken en het volk niet meer over hem te onderrichten. vers 18
‘… Jezus Christus uit Nazaret, die door u gekruisigd is, maar die door God uit de dood is opgewekt.’ vers 10
‘Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt.’ vers 12
‘Heer, (…) u hebt (…) gezegd: “Waarom snoeven de volken / en beramen de volksstammen zinloze plannen? / De koningen van de aarde zijn aangetreden / en de heersers spannen samen / tegen de Heer en zijn gezalfde.”’ vers 24-26
‘Heer, (…) stel ons, uw dienaren, in staat om vrijmoedig over uw boodschap te spreken.’ vers 29
Toen ze hun gebed beëindigd hadden, begon de plaats waar ze bijeen waren te beven, en allen werden vervuld van de heilige Geest en spraken vrijmoedig over de boodschap van God. vers 31
Voor of tegen Jezus Handelingen 4, 1-31