Algemene Muziekleer Hoofdstuk 7 Samenklank
Grote drieklank (majeur) Een akkoord dat bestaat uit: Een grondtoon Een grote terts op die grondtoon Een reine kwint op die grondtoon Vb. C, E, G
Kleine drieklank (mineur) Een akkoord dat bestaat uit: Een grondtoon Een kleine terts op die grondtoon Een reine kwint op die grondtoon Vb. A, C, E
Homofoon (gelijkstemmig; Grieks: homos = gelijk; fone = stem) hebben we het wanneer bij meerstemmige muziek één van de stemmen de melodie voert, terwijl de anderen een begeleidende, opvullende functie hebben. Je ziet meteen aan geschreven muziek dat het homofoon is: de stemmen staan keurig recht onder elkaar. Bijvoorbeeld: in 1543 schreef Claude Goudimel een vierstemmige zetting van psalm 143. Hieronder zie je daarvan het begin: duidelijk homofoon, alleen in maat twee kan Goudimel zich in de derde stem even niet in houden http://www.youtube.com/watch?v=Ki0glERC31o
Polyfoon Polyfonie (veelstemmig; Grieks: polys = veel; fone = stem) betekent dat er meer melodieën tegelijk bezig zijn. Alle stemmen die meedoen zijn gelijkwaardig. We noemen deze polyfone muziek ook wel contrapuntisch. Bijvoorbeeld: in 1568 schreef Claude Goudimel opnieuw een vierstemmige zetting van psalm 143. Maar nu deed hij het anders: hij zorgde voor polyfonie:
Unisono Eenstemmig: alle desbetreffende instrumenten spelen tegelijk dezelfde melodie Voorbeeld: Bach - Matthaus Passion Zie afbeelding) (Finale: Presto) 2e pianosonate in bes klein Frédéric Chopin https://www.youtube.com/watch?v=JJEQqcw-830
Akkoordsymbolen: majeur/ mineur/ dominant septiem Vanuit C geredeneerd: C: C-majeur grondtoon + grote terts + reine kwint Cm: C-mineur grondtoon + kleine terts + reine kwint C7: C-majeur (dominant) septiem grondtoon + grote terts + reine kwint +kleine septiem
Hoofdstuk 6: Samenklank Luistervaardigheid en voorstellingsvermogen: Herkennen en benoemen van: - eenstemmigheid, tweestemmigheid / Herkennen van meerstemmigheid Herkennen, benoemen en onderscheiden van: Vormen van eenstemmigheid/meerstemmigheid Spanning en ontspanning Volgen van een eenvoudig akkoordenschema; Interpreteren van veranderingen en contrasten
Hoofdstuk 6: Samenklank begrippen die bij dit item van de stofomschrijving horen Akkoord: grote (majeur) en kleine (mineur) drieklank. Akkoordenschema Homofonie, polyfonie en unisono. Tweeklank