Aangeboden door Provincie Limburg Liedjeskast-dictee Aangeboden door Provincie Limburg De volgende informatie komt uit de handleiding 'Activiteiten met De Liedjeskast' - Inspiratie en handleiding voor Bibliotheken.  Duur 1 uur  Doel Op een vrolijke manier ontdekken welke taalregels je moeilijk vindt en weten met welke hoofdstukken van het programma De Liedjeskast op Oefenen.nl je daarmee kunt oefenen. Voor wie Voor iedereen die zijn taal wil verbeteren. Voorbereiding Reserveer een computerlokaal met beamer met groot scherm of digibord en wifi. Liefst een afgesloten ruimte i.v.m. eventuele geluidsoverlast. Laat deelnemers zich i.v.m. ruimte en koffie/thee vooraf aanmelden. Regel publiciteit: posters, flyers, kaartjes, website, social media, huis-aan-huisbladen, mondeling bij Taalhuis-begeleiders en -deelnemers. Kopieer het dictee voor de voorlezer. Leg pen en papier klaar voor de deelnemers. Zet www.oefenen.nl klaar. Zet de powerpoint met het dictee op het scherm klaar om na afloop na te kunnen kijken. Zorg een half uur van te voren voor inloop met koffie en thee. Tijdens de bijeenkomst Leg uit wat de bedoeling is. Lees het dictee zin voor zin voor en geef ruim de tijd de zinnen op te schrijven. Herhaal alle zinnen en laat deelnemers ze met elkaar verbeteren. Toon het dictee zin voor zin op het scherm/digibord en laat deelnemers zelf nakijken.  Kies een zin waar veel fouten in zijn gemaakt en kies dat hoofdstuk op www.oefenen.nl. Klik op het onderdeel ‘Oefenen’ en laat de eerste oefening zien: dat is de kastanimatie. Laat eventueel ook het bijbehorende kastje in het ‘Steun- en onthoudboekje’ zien. Is het lastig te bepalen welke zin het lastigst was, kies dan zelf een hoofdstuk, bijvoorbeeld hoofdstuk 8 De tegenwoordige tijd. Sluit af met de meezingvideo die bij het getoonde hoofdstuk hoort. Of kies weer hoofdstuk 8 en toon de meezingvideo De tegenwoordige tijd van Guus Meeuwis. Deze video is ook te vinden op het YouTube-kanaal van Oefenen.nl, zie de URL in de wegwijzer. [kopieerblad bij dictee] Liedjeskast-dictee  De nummers voor de zinnen verwijzen naar de hoofdstukken. Jan eet graag soep. Katten eten liever muizen.  Geef mij maar vis met friet. De slager stooft het zachte vlees. Ik koop twee kazen en een tros druiven. Ik zie een kreeft en een krab. Het meisje draagt een leuke jurk. Ik rijd heen en jij rijdt terug. De man brandde zijn vingers. Hij pakte zijn jas en rende weg. Ik ben hier en hij is daar. We hebben gefietst en gewandeld. Daar lopen paarden, lama’s en reeën. De oude man draagt een gebreide wollen muts. Vergeet de deelnemers niet te vertellen dat ze ook na de Week van de Alfabetisering met De Liedjeskast kunnen oefenen op oefenen.nl 

1. Jan eet graag soep.

2. Katten eten liever muizen.

3. Geef mij maar vis met friet.

4. De slager stooft het zachte vlees.

5. Ik koop twee kazen en een tros druiven.

6. Ik zie een kreeft en een krab.

7. Het meisje draagt een leuke jurk.

8. Ik rijd heen en jij rijdt terug.

9. De man brandde zijn vingers.

10. Hij pakte zijn jas en rende weg.

11. Ik ben hier en hij is daar.

12. We hebben gefietst en gewandeld.

13. Daar lopen paarden, lama’s en reeën.

14. De oude man draagt een gebreide wollen muts.