Praktijktoets & mondelinge toets IBS 1.2 Grondbewerking Praktijktoets & mondelinge toets Niveau 2 Plan: Praktische vaardigheden toetsen van werken met een tractor, werktuig en onderzoeken van de bodem in een praktijktoets Wat ga je doen: Opdracht 1: Afstellen tractor en grondbewerkingswerktuig 1.1 Het werktuig is aangekoppeld aan de tractor, voer je controles uit, rekening houdend met de praktische, logische volgorde van handelingen, veiligheids- en gezondheidseisen. 1.3 Maak de combinatie tractor en werktuig klaar voor transport. 1.4 Maak de combinatie tractor en werktuig klaar voor het werk op het land. 1.5 Controleer het werktuig en tractor op instellingen voor aanvang werkzaamheden. 1.6 Stel het werktuig af rekening houden met teelt, weer, bodem en andere aspecten. Opdracht 2: Onderhoud werktuig 2.1 Van een werktuig wordt gevraagd om het onderhoud uit te voeren. 2.2 Controleer de machine volgens schema in de handleiding. Denk hierbij aan smeren, olieniveau controleren, afdichtingen en lagers controleren, borgingen, aandrijvingen controleren, bij een ploeg het uitlijnen controleren, 2.3 Vervang een (beperkt) aantal slijtdelen. 2.4 Werk veilig, doordacht en vlot. Opdracht 3: Beoordeel het perceel 3.1 Maak een profielkuil. 3.2 Beoordeel de profielkuil en beschrijf mondeling wat je waarnemingen zijn. 3.3 Overleg met de klant over verbetering van de bodem, denk hierbij aan variatie in gewassen die verbouwd worden, gebruik van werktuigen, intensiviteit, werkdiepte, rijsnelheid. Voorbereiding: Om je voor te bereiden op deze praktijktoets is het van belang dat je aanwezig bent tijdens de praktijk/ instructie lessen. In deze lessen krijg je de voorbereiding voor deze toets. Daarnaast kun je de informatie die je uit de theorielessen hebt gekregen gebruiken ter voorbereiding op deze toets. Wanneer behaald: Je hebt de praktijktoets behaald wanneer je alle onderdelen gemiddeld voldoende hebt uitgevoerd. Voorbeeld praktijksituatie: In opdracht van de loonwerker moet je bij de klant een grondbewerking uit. Tijdens de werkzaamheden merk je dat de bodem op het perceel niet overal gelijk is en je de machine anders moet instellen om toch met goed resultaat je opdracht uit te kunnen voeren. Tijdens het uitvoeren van de opdracht bezoekt de klant je op het perceel en je raakt in gesprek over de oorzaak van de wisselende omstandigheden in het perceel. Samen heb je het over mogelijke oplossingen voor het voorkomende probleem, andere gewassen verbouwen, rekening houden met weersomstandigheden, keuze van machines. De opgedane inzichten ga je daarna meenemen in het aanpakken van de opdracht.