Innovaties voorbereiden: de mogelijke rol van proeftuinen Mark Leys Vrije Universiteit Brussel Onderzoeksgroep OPIH
Achtergrond: begrip zorgeconomie alle maatschappelijke en economische activiteiten die direct of indirect een relatie hebben met zorg en organisatie van zorg: Niet alleen “enge activiteiten” in sector gezondheid- en welzijnszorg. Ook: andere sectoren die activiteiten ontwikkelen met invloed op de zorg en organiseren van zorg Toeleveranciers & industriële spelers (bv. (medische) technologie, voeding, bouw, farma,…) zakelijke dienstverlening (bv. ICT, verzekeringen, architectuur, onderhoud,…), kennisinstellingen en het onderwijs.
Achtergrond: ecosysteem en institutionele theorie. Institutioneel (of organisatorisch) veld (Powell & Di Maggio) "sets of organizations that, in the aggregate, constitute a recognized area of institutional life; key suppliers, resource and product consumers, regulatory agencies, and other organizations that produce similar services or products“ Institutionele theorie Organisaties- en netwerken komen tot stand en ontwikkelen zich binnen een set van “denkkaders”, normen, waarden, gedragsroutines, regelgevende kaders die in de loop van de tijd zijn ontstaan en daarom een regulerende werking hebben op de “kijk” op de dingen en op het “gedrag” (Scott, 2004). Institutionele isomorfie: organisaties passen zich aan het institutionele veld aan, tezelfdertijd (re)kreëren die actoren de logika’s van een veld
Zorgeconomie uitbouwen: De schijnbare “paradox” Innovaties en zorgeconomie moeten vorm krijgen binnen een “gevestigd veld” Innovatie en zorgeconomie gaat er vaak van uit dat er zich een nieuw “veld” ontwikkelt De “uitdaging” het ontwikkelen of herdefiniëren van een “nieuw veld” door het afstemmen/ integreren van verschillende bestaande “institutionele logica’s” Visies, handelingslogika’s en -ritmes , regels, taal, normen, waarden, economische principes… moeten op elkaar worden afgestemd
Het “zorgeconomisch veld” Publiek domein & maatschappelijke opdrachten en visies rond zorg en welzijn Beleidsvisie op verschillende bestuursniveau’s belangengroepen Domein van diverse types private spelers met verschillende “actielogica’s” & belangen Non-profit Profit (industrie, bedrijven,
Innovatie- en zorgeconomiebeleid Moet zich oriënteren op het creëren van condities die de uitbouw van “nieuw” institutioneel veld stimuleert Vanuit het begrijpen van “gevestigde velden” nieuwe institutionele logica’s ondersteunen. Innovaties die maatschappelijk uitrollen zijn zelden “toeval” Een “uitvinding” of “een revolutionaire visie” leiden “op zich” zelden tot innovatie Geslaagde “innovaties” bedden zich in het institutionele veld. (cfr mooie studie over “de fiets” van Bijker)
Proeftuinen: “een” methodologie Ontstaan vanuit een “technologische” visie op innovatie, als reactie op “technology push” Geleidelijk opgetrokken naar bredere visie op innovatie definitie uit http://vlaamsproeftuinplatform.be/nl/ zie ook European Network of Living Labs Experimenteren en co-creatie met echte gebruikers in hun eigen leefwereld. Gebruikers, onderzoekers, ondernemingen en overheid samen betrokken bij ontwikkeling van innovatieve oplossingen, producten, diensten en leefbare businessmodellen. Toegang tot testinfrastructuur, een test panel en ondersteunende diensten. Het ultieme doel: Waardecreatie! In principe : een verwetenschappelijkt proces van experimenteren Zie bijv proeftuinen zorginnovatie
Proeftuin (living lab): principes a living lab represents a user-centric research methodology for sensing, prototyping, validating and refining complex solutions in multiple and evolving real life contexts. Methodologisch proces voorgesteld als cyclus: “cocreatie-exploratie-experimenteer-evalueer” “Living lab handboeken” zijn online te vinden: Principes Geen “virtuele” wereld (labo) maar ingebed in reële wereld Experimenteren en uittesten van nieuwe diensten, producten, interventies, organisatiemodaliteiten,… User-centred benadering (co-creation) Gebruikers zijn “actieve” spelers, geen passieve end-users die wat gaan “testen” Ecosysteem-logica (vergelijkbaar met de theorieën van institutioneel veld) Territoriaal afgebakend (een huis, een wijk, een stad, een buurt,…) Vaak met expliciet oog voor publieke-private samenwerking Iteratieve cyclus t/m stadium van commercialiseren
Ook voor proeftuinen Begrijp de context! “begrijp” de randvoorwaarden voor (interorganisatorische) netwerken die sector-overstijgend zijn, en faciliteer de netwerken door in te spelen op deze randvoorwaarden Niet alleen samen “praten”, ook samen “denken” vanuit respect voor actielogica’s Inzicht krijgen in belangen en “denkkaders” van die sectoren Niet te naïef zijn: er is sprake van belangen, concurrentie en competitie Netwerkontwikkeling ontstaat rond de gemeenschappelijke belangen/opportuniteiten en wederzijdse afhankelijkheden Clusteren van middelen, toegang tot kennis en bronnen, risico-delen De regionale context in een globaliserende wereld Maatschappelijke vragen zoals toegankelijkheid & betaalbaarheid, sociale verschillen, sociale bescherming, kwaliteit, gebruik publieke middelen (evidence), etc…
Dank ! Mark.leys@vub.ac.be