SCHILD EN VRIEND! Over taal, tests en integratie. “Kan je te gemakkelijk Belg worden?” Colloquium VZW Objectief, Brussel 4 juni 2010 SCHILD EN VRIEND! Over taal, tests en integratie. Piet Van Avermaet Universiteit Gent Sint-Pietersnieuwstraat 49 9000 Gent
Wat kan ik u bieden Integratie en burgerschap Tendenzen in Europees integratie/burgerschap beleid Impact van integratiebeleid in Vlaanderen Taal, integratie en ‘citizenship’ (Taal)tests en integratie/burgerschap
Opwarmer Wanneer is een persoon een goede burger? Wanneer is een persoon geïntegreerd? Geïntegreerd in wat? Hoeveel taal (niveau) moet hij daarvoor kennen? Welk repertoire van bvb. Het Nederlands moet hij kennen? Wat doen we met zijn plurilinguaal repertoire? Zijn autochtonen die het SN niet volledig machtig zijn of functioneel analfabeet zijn geen echte burgers, niet geïntegreerd? Wat is het verband tussen ‘sociale cohesie’ en kennis van de nationale taal (talen)? Kunnen we zeggen dat het concept ‘integratie’ eerder vaag is, moeilijk definieerbaar? En kunnen we zeggen dat betekenis/interpretatie van het begrip ‘burgerschap’ de laatste tijd wat is verschoven? 3
Deconstrueren van het integratie en ‘citizenship’ discours 4
1. De-individualiseren van de individualisering Integratie en burgerschap wordt geïndividualiseerd (‘Ali is geïntegreerd’). (een niet-wederkerige betekenis) Integratie/burgerschap = verantwoordelijkheid van het individu Maar ook: de-individualisering. Integratie- en burgerschapproblemen toegeschreven aan gemeenschap (‘De Marokkaanse gemeenschap moet de verdachte uitleveren’) 5
2 Eenzijdigheid De ‘autochtoon’ is het a priori ijkpunt van integratie. Bvb. Hoe kijken/meten we normen/waarden Worden ‘problematische normen’ van de autochtonen als zodanig in vraag gesteld? ‘immigranten willen niet integreren, ze hokken liever samen’ Studies tonen nochtans aan dat immigranten meer interetnische contacten hebben dan autochtonen. 6
3 Dispensatie van etniciteit en integratie Dispensatie van etniciteit voor autochtonen: we doen alsof het begrip etniciteit voor ons niet opgaat. We etniseren voor immigranten en de-etniseren voor onszelf Een man van Turkse afkomst heeft een juwelierszaak overvallen Een blanke man van Vlaamse herkomst heeft zijn vrouw en kinderen vermoord Dispensatie van integratie voor autochtonen: Zij moeten integreren in onze samenleving. 7
4 Genealogisering van integratie Ook kinderen van immigranten en hun kinderen moeten ‘integreren’: Constructie van de N-de generatie Constructie van ‘allochtoon’ (= “niet van deze grond”) Constructie van de ‘nieuwe Belg’ (= “wij waren hier eerst”) De eeuwigheid van de erfzonde 8
5 Virtualisering van burgerschap Integratie raakt uit de mode, krijgt negatieve bijklank. Dan zoeken we een ander begrip en herdefiniëren de betekenis. Burgerschap: had oorspronkelijk een andere, meer neutrale betekenis. Burgerschap = synoniem voor integratie: actief burgerschap, moreel burgerschap, ... 9
6 Culturisme Culturele verschillen als basis voor sociale problemen: de-etnisering van discours Ware probleem is sociale ongelijkheid Culturisme is problematisch: Negatie van culturele variatie; hybride identiteiten Onwetendheid (of onwil) om structurele en socio-economische factoren mee te nemen. Equivalent van racisme. Niet langer de ‘raciale’ achtergrond maar de (culturele) en (talige) achtergrond wordt als problematisch (oorzaak van problemen) gezien: cultuur en taal (linguicisme) als het nieuwe racisme? 10
TENDENZEN IN HET INTEGRATIEBELEID
Een omslag in beleid Wonen, werk en onderwijs Gelijke kansen en integratie Wonen, werk en onderwijs Wonen, werk en onderwijs Gelijke kansen en integratie TAAL
Kernbegrippen van nieuwe beleid Taalkennis als conditie voor integratie Waarden en normen kennis als tweede conditie Verplichting Integratiediscours is de facto assimilatie in publieke sfeer
Striktere taalvoorwaarden in Europa Op basis van verschillende diachrone surveys kunnen we niet ontkennen dat een toename van integratieprogramma’s en testen kan worden vastgesteld. Er zijn ook sterke aanwijzingen dat landen elkaars beleid overnemen (zie ook Foblets, Himmet, Wets & Yanasmayan, 2008) Op basis van een eerste survey in 2002 hadden 4 (29%) of 14 landen die in de survey waren betrokken een taaltest voor naturalisatie Volgens een tweede survey in 2007 hadden reeds 11 van 18 landen – i.e. 61% - een taalvereiste als deel van hun integratiebeleid Volgens een survey in 2008 blijkt dat in reeds 77% van de landen taalvaardigheid een onderdeel is van integratievereisten In 62% van de landen is taal een voorwaarde om een permanente verblijfsvergunning te verwerven, voor familiehereniging of voor naturalisatie.
Geobserveerde tendenzen: Taaltests Van de 21 landen die taalvereisten hebben: 12 landen hebben een taaltest In 9 van die 12 landen is het afleggen van de test verplicht In slechts 2 landen (Frankrijk & Denemarken) is een verplichte taalcursus gevolgd door een officiële test In België/Vlaanderen is de test die volgt op een verplichte taalcursus de verantwoordelijkheid van de docent Nederland heeft een taaltest maar biedt geen officiële taalprogramma’s aan Sommige landen hebben taalprogramma’s maar geen taaltesten of testen die niet verplicht moeten worden afgelegd (e.g. Noorwegen)
Geobserveerde tendenzen: kennis van de wereld (KOS) 11 landen hebben KOS vereisten (Austria, Belgium/Flanders, Denmark, Estonia, France, Germany, Greece, The Netherlands, Norway, Slovakia, UK) 9 bieden cursussen aan. Nederland via zelfstudie (materiaal is beschikbaar), Slovakia onduidelijk In 8 van de 9 verplicht In 7 van de 9 geïntegreerd in een taalprogramma In 6 landen is een KOS test verplicht voor naturalisatie: Slovakia, Estonia, UK, Denmark, Germany, The Netherlands In Frankrijk en Nederland wordt KOS aangeboden in het land van herkomst. Nederland: verplicht test
IMPACT
Kleinschalige impactstudie Wat vinden ‘stakeholders’ van integratiebeleid? Diepte-interviews: Leerkrachten Immigranten Leden van de meerderheidsgroep
Een paar voorlopige conclusies taal- en toetsideologie Taal en tests worden als kernaspecten in integratiebeleid gezien (common sense thinking, doxa) (Bourdieu, 1991) Taal en maatschappelijke kennis Disciplinerende/onderdrukkende basis voor het bewaren/bewaken van de nationale orde Deel van een dogma van homogenisering: de meest optimale samenleving is die met zo weinig mogelijk intergroep variatie
Een paar voorlopige conclusies Maar ook: Functionaliteit Verschillende repertoires en registers Maatwerk “Vaak wordt op de werkvloer een specifiek jargon gebruikt en een mix van SN en dialect. Als het dialect meer functioneel is en we het kunnen begrijpen is er geen probleem”
Een paar voorlopige conclusies Economie gaat boven taal “in de ‘cleaning industrie’ hebben werkgevers vaak geen taaleisen. Bovendien spreken de meeste gezinnen Frans of Engels” “Omdat er een grote nood aan elektriciens is, zeggen bedrijven vaak ‘ we geven het een kans, ook al beheersen ze de taal niet 100%” “Belangrijkste is een diploma en praktische vaardigheden. Er is een tekort aan lassers. Polen kunnen dit tekort invullen. Dan is taal geen enkel probleem”
Een paar voorlopige conclusies Discriminatie Taal en job interview om te weigeren “soms worden immigranten werknemers teruggestuurd omdat ze niet kunnen communiceren op de werkvloer. Ik heb de indruk dat dit vaak een vals argument is. Het is vaak verdoken discriminatie van immigranten”
TAAL, INTEGRATIE EN BURGERSCHAP
Taal Systeem om betekenis te geven; om te oordelen over bepaalde ervaringen Denotationele betekenis Affectieve betekenis Emotionele betekens Identificerende betekenis … Andere semiotische systemen Meervoudige geletterdheid Multimodaliteit
Taal Niet zomaar een vehikel, maar een sociaal geconstrueerd systeem Meerdere variëteiten Variëteiten zijn contextrelevant Meervoudige repertoires Verschillende codes Sociaal cultureel bepaald ‘Hybrid’ en ‘truncated’ meertaligheid MAAR, sommige codes hebben meer legitimiteit in de samenleving dan andere
Taal en integratie Aanname Echter Taal (= ST) is cruciale voorwaarde voor integratie en burgerschap = normatief Echter Taalvaardigheid is geen voorwaarde maar vaak een gevolg/resultaat van integratie Integratie is een proces van wederkerigheid en omvat meer dan alleen taal Talen, sociaal functioneren en integratie zijn verweven, vervlochten met elkaar Functionele communicatie in sociale domeinen: verschillende repertoires 26
(TAAL)TESTS EN INTEGRATIE/BURGERSCHAP
Taaltests Taaltests zijn machtige instrumenten Vaak instrumenten voor bewuste/onbewuste exclusie Focus op wat men NIET kan ipv van op wat men WEL kan CEFR als vertrekpunt met een ‘one level’ indicatie is niet onproblematisch Grote validiteitsproblemen 28
Taaltests en integratie Ik claim dat geen van de taaltests ontwikkeld voor integratiebeleid valide is: Men is niet in staat om de startvragen goed te beantwoorden; Men is niet in staat om het construct integratie eenduidig te definiëren (is voorwaarde voor toetsontwikkeling); Men heeft verzuimd om duidelijke doelen (taal en integratie gerelateerd) en daaruit voortvloeiende test specificaties te formuleren Men verzuimt om echt rekening te houden met grote variatie in (talige) behoeften (tailor made) en domeinspecifiteit ervan. Uitgezonderd voor één doel: exclusie of gecontroleerde migratie 29
Vragen blijven Waarom taal? Waarom normen en waarden? Waarom tests? Is een ‘mate van integratie’ of ‘de bereidheid tot’ überhaupt meetbaar? Hoe objectief is een test als men niet weet wat men meet; wat men moet meten; op welk niveau; ...? Waarom is het huidige beleid conditioneel ipv faciliterend? Wat is de waarde van een certificaat als het geen civiele waarde heeft? Hoe rechtvaardig, fair, kwaliteitsvol en functioneel is een integratiebeleid las het gebruikte instrumentarium dat niet is?
SCHILD EN VRIEND! Over taal, tests en integratie. DANK U “Kan je te gemakkelijk Belg worden?” Colloquium VZW Objectief, Brussel 4 juni 2010 SCHILD EN VRIEND! Over taal, tests en integratie. DANK U Piet Van Avermaet Universiteit Gent Sint-Pietersnieuwstraat 49 9000 Gent 31