Experiment comparatieve kosten Specialisatie Experiment comparatieve kosten
opzet Land A 10 arbeiders (waarvan 1 president) Productie kaas kost 3 eenheden arbeid Productie wijn kost 2 eenheden arbeid Land B 20 arbeiders (waarvan 1 president) Productie kaas kost 4 eenheden arbeid Productie wijn kost 6 eenheden arbeid
autarkie Speelronde 1 Landen kennen geen onderlinge handel Gegeven productiekosten per land: Behoefte aan beide producten (alleen hele producten leveren eindproduct op) NU → Democratisch overleg over inzet productiefactoren (stakende stemmen = president beslist) NU → Productie Verslag resultaat per land Eenheden arbeid per product Land A Land B Kaas 3 4 Wijn 2 6
Specialisatie & vrijhandel Speelronde 2 Landen kunnen zich specialiseren en onderling goederen ruilen Gegeven dezelfde productiekosten per land: Behoefte aan beide producten (alleen hele producten leveren eindproduct op) NU → Democratisch overleg over inzet productiefactoren & ruil (stakende stemmen = president beslist) NU → Productie NU → Presidenten overleggen over ruilverhouding en ruilen goederen Verslag resultaat per land Eenheden arbeid per product Land A Land B Kaas 3 4 Wijn 2 6
Specialisatie & handel bij ongelijkheid Speelronde 3 (optioneel) Landen kunnen zich specialiseren en onderling goederen ruilen Gegeven dezelfde productiekosten per land: Behoefte aan beide producten (alleen hele producten leveren eindproduct op) NU → Democratisch overleg over inzet productiefactoren & ruil (stakende stemmen = president beslist) NU → Productie NU → Land A is machtig en dreigt met sancties. Presidenten overleggen over ruilverhouding en ruilen goederen Verslag resultaat per land Eenheden arbeid per product Land A Land B Kaas 3 4 Wijn 2 6
nabespreking Leidt specialisatie tot welvaartswinst? In alle gevallen?