De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Structurele effecten in het Heckscher-Ohlinmodel

Verwante presentaties


Presentatie over: "Structurele effecten in het Heckscher-Ohlinmodel"— Transcript van de presentatie:

1 Structurele effecten in het Heckscher-Ohlinmodel
HO-model : statisch  winsten uit handel zijn eenmalig; wijziging op lange termijn = wijzigingen in factorbeschikbaarheden & technologische vooruitgang  effect ?

2 Factorbeschikbaarheden : Rybczynski-theorema
Als beschikbaarheid productiefactor stijgt & goederenprijzen blijven constant: toename aanbod in absolute termen van product, intensief in de groeiende factor daling aanbod in absolute termen van product, intensief in de constante productiefactor

3 Rybczynski-theorema : effect op handel ?
positief bij comparatief voordeel in product intensief in de groeiende productiefactor negatief bij comparatief voordeel in product intensief in constante productiefactor

4 Rybczynski-theorema

5 Rybczynski-theorema

6 Rybczynski-theorema :effect op handel

7 Technologische vooruitgang: effect op factorbeloning & internationale handel
2 dimensies relevant (factor & sector) 2 productiefactoren  3 types t.v. : neutrale t.v.; arbeidsbesparende t.v. ( MPK >  MPL); kapitaalbesparende t.v. ( MPK <  MPL)

8 Technologische vooruitgang : effect op factorbeloningen (initiële situatie)

9 Technologische vooruitgang : effect op factorbeloningen (finale situatie)

10 Technologische vooruitgang : effect op factorbeloningen (finale situatie)

11 Technologische vooruitgang: effect op specialisatie & internationale handel
Waar productiepunt op nieuwe PMC ? bepaling kromming nieuwe PMC adhv. referentiepunt = productspecialisatie bij constante factorprijzen & wijzigende ruilvoet bepalen nieuw productiepunt bij constante ruilvoet langs nieuwe PMC

12 Technologische vooruitgang : effect op specialisatie & handel (neutrale t.v.)

13 Technologische vooruitgang : effect op specialisatie & handel (neutrale t.v.)

14 Technologische vooruitgang : effect op specialisatie & handel (algemeen)

15 Neo-technologiemodellen
HO-theorema  internationale handel tussen gelijke landen in vergelijkbare goederen  minder rigoureus uitgewerkt (“ hypothesen”)  houden het midden tussen : alternatieve verklaring CA verklaring internationale handel volgens ander motief dan CA  “overgangstheorieën”

16 Neo-technologiemodellen
Imitatie-gap theorie Productcyclustheorie Linderthypothese

17 Imitatie-gap hypothese
Internationale handel bepaald door innovaties en : “demand gap” : de vertraging waarmee nieuw product in het buitenland bekend wordt “ imitation gap” : de vertraging waarmee nieuw product door buitenland kan worden geproduceerd (catch-up) demand gap < imitation gap  internationale handel

18 Imitatie-gap hypothese

19 Imitatie-gap hypothese
Bezwaren : handelspatroon stochastisch ? Waarom technologisch leider in slechts beperkt aantal producten ?

20 Productcyclushypothese : factorbeschikbaarheden & technologie
Cyclus van elk product : innovatief  matuur  standaard dynamiek langs productie & consumptiezijde : consumptie : banalisering; productiezijde : leereffecten, standardisering, automatisering;

21 Productcyclushypothese : factorbeschikbaarheden & technologie
 evolutie optimale productiewijze & productielocatie (delocalisatie) Gesofisticeerd product, intensief in menselijk kapitaal, geproduceerd in technologisch leidend land  “massa”product, geautomatiseerd en intensief in ongeschoolde arbeid in lageloonland

22

23 Linderthypothese 1. het aanbod van een land is functie van de locale vraag 2. de vraag wordt bepaald door de rijkdom van het land ( BBP per capita)

24 Linderthypothese 3. landen exporteren naar landen waar er vraag is naar hun producten, d.i. landen met vergelijkbaar BBP/capita  in de eerste plaats handel tussen vergelijkbare landen

25 Lindert-hypothese

26 Schaalvoordelen & internationale handel
Hybried patroon internationale handel geïndustrialiseerde landen : handel met verschillende landen in verschillende goederen (CA); handel met vergelijkbare landen in vergelijkbare goederen

27 Schaalvoordelen & internationale handel
Principe : specialisatie  grotere schaal  lagere productiekosten  lagere prijs

28 Handel # goederen bij schaalvoordelen

29 Schaalvoordelen & internationale handel
schaalvoordelen bij handel in verschillende goederen (handel IL-OL) ? ruilvoeteffecten; ‘locked in ‘ specialisatie  wederzijds voordeel ?

30 Handel # goederen bij schaalvoordelen

31 Handel in vergelijkbare goederen bij schaalvoordelen
Schaalvoordelen & variëteitsvoorkeur bij monopolistische concurrentie : consumenten : zoveel mogelijk variëteit; producenten : produceren op zo groot mogelijke schaal;  internationale handel : meer variëteiten geproduceerd op een grotere schaal (goedkoper)

32 Handel in vergelijkbare goederen bij schaalvoordelen
Relevant voor handel vergelijkbare goederen door vergelijkbare landen : ruilvoeteffecten beperkt specialisatie (relatief) onbelangrijk  Handel IL- IL


Download ppt "Structurele effecten in het Heckscher-Ohlinmodel"

Verwante presentaties


Ads door Google