1.1 Verlichting Stroming tegen de macht van de koning en kerk en wilde dat men zelf meer ging nadenken. Kennis moest gebaseerd worden op wetenschap.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Staatsinrichting 1 Veranderingen herkennen/ beschrijven die in 1848 werden doorgevoerd in het kiesrecht door de liberalen o.l.v. Thorbecke.
Advertisements

Hoofdstuk 6 Democratisering
Het socialisme Paragraaf 7..
Liberalen, socialisten confessionelen
IJzeren gordijn gaat open
De Bataafse Revolutie Paragraaf 2.5.
De staatsinrichting van Nederland.
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en taatsburgerschap Les 2: Verloop van.
de tijd van burgers en stoommachines
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap Les 31: De Franse,
1791 is de grondwet klaar Koning alleen nog maar uitvoerende macht Het bezit van adel en kerk wordt genationaliseerd 21 juni: Koning tracht te vluchten.
Franse revolutie( ).
Tijd van Pruiken en Revoluties
Historisch overzicht Nederland
Paragraaf 2.3 De Revolutie Begint!!.
Gevolgen van de revolutie
1.1 Verlichting Stroming tegen de macht van de koning en kerk en wilde dat men zelf meer ging nadenken. Kennis moest gebaseerd worden op wetenschap en.
De staatsinrichting van Nederland.
Liberalisme en socialisme
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Tijd van pruiken en revoluties,
De liberale revolutie in 1848
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Eén stem per afgevaardigde zul je bedoelen 600 burgers & boeren
Tijd van pruiken en revoluties,
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Welke groepen in Frankrijk waren ontevreden in de 18de eeuw
 Industriële revolutie Uitleg  Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door.
-Scheiding der machten -Gekozen parlement -Verlichte ideeën
Tijdvak 8: de negentiende eeuw - de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving - discussies over de.
30De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36De opkomst van de politiek-maatschappelijke.
30De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36De opkomst van de politiek-maatschappelijke.
Tijd van jagers en boeren
Context 2: Duitsland Les 1 –
Politiek – maatschappelijke stromingen:
Politieke situatie Europa rond 1800
Eind 18 e eeuw: Uitbraak van democratische revoluties Welk land heerste er over Amerika begin 18 e eeuw?
De sociale kwestie = het sociale probleem (dat ontstaat door de IR)
H2 Pruiken en revoluties§2.3 Revolutie in Frankrijk Welke groepen in Frankrijk waren ontevreden in de 18 de eeuw en waarom waren zij ontevreden? Waarom.
H10.2 Feminisme en socialisme
Burgers en Stoom- machines H10.1 CONSERVATISME EN LIBERALISME.
H8.3 Burgers aan de macht: Frankrijk
Revoluties in Europa.
5.3 Democratie in Nederland Tijd van burgers en stoommachines
De tijd van pruiken en revoluties 4.3 Revolutie in Frankrijk.
Waarom is de Franse revolutie eigenlijk belangrijk?
De tijd van burgers en stoommachines H10 Politieke strijd en emancipatie Vroegmoderne tijd 19 e eeuw Paragraaf 10.1 ‘Conservatisme en liberalisme’
Tijdvak 7 De tijd van pruiken en revoluties Paragraaf 8.3 Burgers aan de macht.
Koloniale verleden.
De tijd van de pruiken en de revoluties
Paragraaf 13.4 Noord en Zuid.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen
Democratie in Nederland
Pruiken en revoluties 3.2 Revolutie in Frankrijk
Revolutie in Frankrijk
de tijd van burgers en stoommachines
Tijd van pruiken en revoluties 1700 – 1800
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen - Ismen
Pruiken en revoluties 4.3 Revolutie in Frankrijk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 – 1800
de tijd van burgers en stoommachines
Pruiken en revoluties 4.4 Revolutie in Nederland
VROEG MODERNE TIJD De democratische revoluties is westerse landen, discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
2. De ondermijning van het Congres van Wenen
Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 BK Lesweek 3
Cursus 3.2 Hoe verloren vorsten hun macht Klas 2 BK Lesweek 4
Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 KGT Lesweek 3
Tijd van jagers en boeren Jagers-verzamelaars -Jagen / verzamelen -Taakverdeling -Nomaden -geloof Boeren -Akkerbouw / veeteelt -Ontstaan verschillen in.
Transcript van de presentatie:

1.1 Verlichting Stroming tegen de macht van de koning en kerk en wilde dat men zelf meer ging nadenken. Kennis moest gebaseerd worden op wetenschap en niet op katholieke ideeën.

Liberalisme industriële revolutie: kapitalisme. Vrijheid in de economie Liberalen willen vrijheid en gelijke rechten, kapitalisme.

Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap. Eind 18de eeuw--> Frankrijk bijna falliet Staten Generaal (parlement 1200) moest praten over meer belasting. 10 juni 1789 Nationale Vergadering (groep uit de derde stand) --> grondwet rechten en plichten van de mens (ook de koning)

14 juli 1789 Bestormen van de Bastille(wapens) Nationale vergadering --> nieuwe regering van Jacobijnen geleid door Robespierre. Volkssoevereiniteit -->het recht van een volk om over hun eigen lot te bepalen.

Veranderingen door de Jacobijnen. Afschaffen het koningschap(Republiek) Alle burgers gelijk. Nationaliseren de kerkelijke bezittingen. Recht op werk en eten. Afschaffen slavernij in de Franse koloniën.

Terreur Periode van schrikbewind: iedereen die tegen de Jacobijnen waren werden onthoofd. Robespierre in 1794 terechtgesteld

1.2 Napoleon Napoleon trok alle macht naar zich toe --> Dictatuur. Slavernij werd weer geïntroduceerd. Zichzelf tot keizer gekroond.

Conservatisme Ontstaan van Conservatisme: Tegen veranderingen; volgens conservatieven leiden revoluties alleen maar tot bloedvergieten en economische achteruitgang.

Congres van Wenen De landen zijn erg conservatief en plaatsen weer de adel, kerk en koning aan de macht.

Revolutie 1848 Veel mensen ontevreden met het Congres want ze vonden hen te conservatief. 1848 opstanden --gevolg--> Franse Republiek uitgeroepen. In andere landen ook revoluties die eisten democratisering; ze eisten inspraak in de regering, stemrecht en afschaffen censuur.

1.3 Klassenstrijd Door de komst van rijke groep mensen verdwijnt de Standen samenleving. Klassensamenleving: samenleving waarin niet je geboorte maar je opleiding of sociale klasse je positie in de samenleving bepaalt.

Socialisme Door de grote ongelijkheden in inkomen ontstaat het socialisme. Socialisten wilden gelijkheid. Socialisten willen: dat bezit eerlijk wordt verdeeld, alle mensen gelijk, staat controleert over productiemiddelen, vinden nationalisme niet goed omdat willen dat iedereen gelijke rechten had.

Communisme Sommige socialisten wilden niet alleen dat bezittingen eerlijk werden verdeeld maar wilden bezit afschaffen, dit noemen we communisme

Feminisme(emanicpatie) De strijd om gelijke rechten van vrouwen. Doel: Het krijgen van gelijke politieke, economische en sociale rechten voor vrouwen. Eerste feministische golf: vrouwenkiesrecht. Tweede feministische golf: financiële en seksuele vrijheid.

Abolitionisme Afschaffing van de slavernij.

H2 creoolse samenleving Mestiezen, mullatten, zambo, criollo Door toenemende welvaart wilden de criollo onafhankelijk worden. Libertador simon bolivar wilde een federatie. Maar was niet gelukt omdat.. Caudillos veel macht omdat ze militaire leiders waren.

Criollo wilde economische groei na de onafhankelijkheid Dmv; vernieuwing, alfabetisering, onderwijs etc. probleem was dat er verschillende bevolkingsgroepen waren in het land. Bij natievorming werden de zwarten en indianen uitgesloten. Neokolonialisme Non interventie politiek Na WOII ging de VS zich toch bemoeien met binnen lande

Afrika Imperialisme in Afrika. Europese landen "beloofden" goede dingen te doen voor de Afrikanen. Koning leopold II Wedloop om Afrika Koloniale conferentie van Berlijn. Eurocentrisme

Vanaf 1950 onafhankelijkheid van Afrikaanse staten Pan afrikanisme; samenwerking Terug gaan naar de 10.000 staten of koloniale grenzen aanhouden? Genocide Apartheid in Zuid Afrika

Afrika na de onafhankelijkheid 3.3 Afrika na de onafhankelijkheid

Waarom geen economische en politieke vooruitgang voor Afrika na dekolonisatie? Het falen van politieke leiders Buitenlandse bemoeienis Economische afhankelijkheid

Falende leiderschap en buitenlandse bemoeienis! Sommige landen kapitalisten en anderen communist. Staten leenden vaak geld van de voormalige kolonisator of de SU--> werden als verraders gezien. Leiders werden dictators om macht te houden.

Inspraak van anderen werd niet toegestaan. Oppositie vaak vermoord Veel corruptie Vriendjes politiek

Economische afhankelijkheid en modernisering! Afrikaanse staten afhankelijk van het Westen Probleem --> eenzijdige economie Door modernisering probeert men dit te veranderen --> probleem: veel geld lenen van het buitenland/ wereldbank.

Probleem met het lenen van geld? Wereldbank kreeg kritiek omdat ze geld leenden aan corrupte leiders die het geld misbruikten. Door industrialisatie verwaarloosden ze de agrarische sector. Om rente te betalen op leningen moesten ze grote delen van voedsel geven. Na dekolonisatie--> veel droogte--> oogsten mislukken--> hongersnood.

Ontwikkelingssamenwerking De naam Derde wereldlanden wordt niet meer gebruikt. Tegenwoordig --> ontwikkelingslanden Veranderd omdat klinkt als minderwaardige landen. Ontwikkelingssamenwerking: hulp geven voor de economie, sociale en politieke ontwikkeling.

Afrikaanse Unie Voorbeeld: samenwerking op de groene muur.