Daniël aan het hof van Babel (Dan.1)

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Koninkrijk van God.  Amos 9:11 Te dien dage zal Ik de vervallen hut van David weder oprichten, Ik zal haar scheuren dichten en wat daarvan is ingestort,
Advertisements

De Heilige Geest in het Oude Testament
Jezus geneest Jezus genas iedere ziekte en elke kwaal. Toen hij de mensenmenigte zag, voelde hij medelijden met hen, omdat ze er uitgeput en hulpeloos.
Genesis (B-Rasjiet): het begin van alles
Jesaja Redder-zal-zijn:Jah Jesaja, de profeet.. De last van Babel (in-ontbinding)
Niet ontmoedigd zijn!. Corinthiërs: vleselijke levenswandel vleselijk: gericht op de zichtbare dingen.
1 Samuël 16:1-13 Samuël zalft David
LEVEN MET LEF!.
Pinksteren 2014 Feest van de Geest
[4] 1 Terwijl Petrus en Johannes de menigte nog toespraken, kwamen de priesters, het hoofd van de tempelwacht en de Sadduceeën op hen af,
Verander je wereld 1 Koningen 3:5-7
1 Zondag 1 september 2013 middagdienst. 2 Welkom in deze dienst Voorganger :J. Bonhof Ouderling:W.H. van Eeken Organist:Krijn van Veen.
VASTEN.
De Heilige Geest in Hebreeën Hebreeën 3: Daarom, zoals de Heilige Geest zegt: “Heden, indien u Zijn stem hoort, 8 “verhard dan uw hart niet,
20 december 2015 Urk De wijzen uit het oosten. 2 Korinthe 5 16 Zo kennen wij dan van nu aan niemand naar het vlees. Indien wij al Christus naar het vlees.
Welkom op 3 jan. Voorganger: Ds. S. v.d. Zee Ouderling: G. Lindenberg Organist: J. Tijssen Lezing: Matth. 2: 1-12.
God komt heel dichtbij En ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats in de herberg was (Luc. 2:7)
14 jan Rotterdam de 70-ste week van Daniël.
De tempel herbouwen. 500 jaar geboorte Abramuittocht uit Egypte
Wandelen (bewegen) in Gods genade.. Genade Identiteit Gevoel LIEFDE Verstand Heiliging Schuld.
Vasten in de protestantse traditie Maassluis, Aswoensdag 2013.
Er is gelegenheid tot het stellen van vragen na de preek.
10 maart 2016 Hendrik Ido Ambacht Paulus, apostel van de natiën.
26 juni 2016 Zoetermeer. de voorzegging in Jesaja 28 1 de voorzegging in Jesaja 8 2 Paulus' commentaar in Romeinen 9/10 3.
Les 10 voor 3 september “Wie Uw naam kennen, zullen op U vertrouwen, omdat U, HEERE, niet hebt verlaten wie u zoeken.” (Psalm 9:10) Jezus verlangde.
HET KRUIS EN ZIJN SCHADUW. De volmaaktheid van het offer van Christus Hebreeën 9:
Brief aan de Galaten -9- De twee evangeliën. Galaten 2: evangeliën 2 apostelschappen Paulus en Petrus.
Johannes 16:5-8 5 En nu ga Ik heen naar Hem Die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat U heen? 6 Maar omdat Ik deze dingen tot u.
20 februari 1965.
HET VISIOEN VAN DANIEL 8.
‘In voor- en tegenspoed…’
de doortocht door de Jordaan
Avondmaalsformulier 5 Christus gedenken
Blok I Jezus ontmoeten – toen
Toen men dit hoorde, voegde Hij er nog een gelijkenis aan toe, daar Hij dichtbij Jeruzalem was en men meende, dat het Rijk Gods onmiddellijk ging verschijnen. Hij.
de brief aan de Romeinen
Petrus op de Pinksterdag (1)
Daniël 1:3-16 Koning Nebukadnezar zei tegen zijn knecht:
Melk en vaste spijs 7 mei 2017 Hendrik Ido Ambacht.
Les 17 De Geest spreekt Wat doe ik hier vandaag?
DE UITVERKORENEN Les 11 voor 16 december 2017.
Parasha WaJetsee Genesis 28:10-32:2 Hosea 12:12-14:10.
Het Woord van onze God Ezechiël 37.
De geboorte van Jezus 17 december 2017 Hendrik Ido Ambacht.
Welkom Voorganger: Ds. H. Torenbeek Ouderling van dienst:
Les 3 Gedoopt leven.
de tijden van de herstelling van alle dingen
Lukas 22: 7-20   7De dag der ongezuurde broden kwam, waarop het Pascha moest geslacht worden. 8En Hij zond Petrus en Johannes uit, zeggende: Gaat heen,
Agenda aanstaande week 1/2
Steen de des aanstoots 26 juni 2016 Zoetermeer.
Jozef, gevangen in Egypte
De mens die thuiskomt bij God & God die thuiskomt bij de mens
het eerste jaar van Kores
Het Evangelie naar JOHANNES studie 34 1 februari 2018 Bodegraven.
de gelijkenissen in Mattheus 13 (2)
Exodus 1:8-21 Toen kwam er een nieuwe ​koning​ over ​Egypte, die Jozef niet gekend had. Deze nu zeide tot zijn volk: Zie, het volk der Israëlieten is groter.
Keuzes maken.
Welkom Voorganger: Ds. J.A. Berkheij Ouderling van dienst:
de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan
Het offer van Abraham 1 april 2018 Hendrik Ido Ambacht.
het beeld van Nebukadnezar (Dan.2)
Saulus 5 november 2017 Hendrik Ido Ambacht.
Roekeloos gehoorzamen
Mattheüs 6:32 (HSV) Want al deze dingen zoeken de heidenen
Nebukadnezars tweede droom over de hoge boom (Dan.4)
De bruiloft in Kana 3 maart 2019 Hendrik Ido Ambacht.
Genesis 44:18-47:27 Ezechiël 37:15-28 Lukas 24:30-48
Psalm 46.
Ichtus, Culemborg om nooit te stoppen met leren! 1. Kies ervoor om nooit te stoppen met leren!
Wijs worden zoals Daniel?
Transcript van de presentatie:

Daniël aan het hof van Babel (Dan.1) 18 november 2018 Hendrik Ido Ambacht

Daniël 1 1 In het derde jaar van de regering van Jojakim, de koning van Juda, kwam Nebukadnezar, de koning van Babel, naar Jeruzalem en belegerde het. 2 En de Heere gaf Jojakim, de koning van Juda, in zijn hand, en een deel van de voorwerpen van het huis van God. Hij bracht die naar het land Sinear, naar het huis van zijn god. Hij bracht de voorwerpen naar de schatkamer van zijn god. 3 Toen beval de koning aan Aspenaz, het hoofd van zijn hovelingen, dat hij enigen van de Israëlieten moest laten komen, namelijk uit het koninklijk geslacht en uit de edelen,

Daniël 1 4 jongemannen zonder enig gebrek, knap van uiterlijk, bedreven in alle wijsheid, ervaren in wetenschap, helder van verstand, en die in staat waren dienst te doen in het paleis van de koning, en dat men hen moest onderwijzen in de geschriften en de taal van de Chaldeeën. 5 De koning nu stelde een dagelijkse hoeveelheid van de gerechten van de koning voor hen vast, en van de wijn die hij dronk, om hen in drie jaar zo op te voeden dat zij aan het einde daarvan in dienst konden treden van de koning. 6 Onder hen waren uit de Judeeërs: Daniël, Hananja, Misaël en Azarja. 7 Het hoofd van de hovelingen gaf hun andere namen. Daniël noemde hij Beltsazar, Hananja Sadrach, Misaël Mesach en Azarja Abed-Nego.

Daniël 1 8 Daniël nu nam zich in zijn hart voor zich niet te besmetten met de gerechten van de koning of met de wijn die hij dronk. Daarom verzocht hij het hoofd van de hovelingen of hij zich niet zou hoeven te verontreinigen. 9 God gaf Daniël genade en barmhartigheid bij het hoofd van de hovelingen. 10 Want het hoofd van de hovelingen zei tegen Daniël: Ik ben bevreesd voor mijn heer de koning, die uw eten en uw drinken heeft vastgesteld. Want waarom zou hij zien dat uw gezichten er slechter uitzien dan die van de andere jongemannen van uw groep? U zou bij de koning mijn hoofd met schuld beladen.

Daniël 1 11 Toen zei Daniël tegen de kamerheer die het hoofd van de hovelingen had aangesteld over Daniël, Hananja, Misaël en Azarja: 12 Stel uw dienaren toch tien dagen op de proef, en laat men ons plantaardig voedsel geven, zodat wij dat eten, en water, zodat we dat drinken. 13 En laat dan in uw tegenwoordigheid ons uiterlijk en het uiterlijk van de andere jongemannen, die de gerechten van de koning eten, bezien worden, en doe dan met uw dienaren naar wat u ziet. 14 Hij luisterde naar hen in deze zaak. Tien dagen stelde hij hen op de proef.

Daniël 1 15 Aan het einde van die tien dagen zag men dat hun uiterlijk knapper was, en zagen zij er gezonder uit dan al de jongemannen die van de gerechten van de koning aten. 16 Toen gebeurde het dat de kamerheer hun gerechten, en de wijn die zij moesten drinken, wegnam en dat hij hun plantaardig voedsel gaf. 17 Aan deze vier jongemannen nu gaf God kennis en verstand van allerlei geschriften, en wijsheid, en Daniël gaf Hij inzicht in allerlei visioenen en dromen. 18 Aan het einde van de dagen waarvan de koning had gezegd dat men hen moest laten komen, liet het hoofd van de hovelingen hen bij koning Nebukadnezar komen.

Daniël 1 19 De koning sprak met hen. Maar onder hen allen werd niemand gevonden als Daniël, Hananja, Misaël en Azarja. Zij traden in dienst van de koning. 20 In alle zaken waar het aankomt op een wijs inzicht, waarover de koning hen ondervroeg, vond hij hen tienmaal beter dan alle magiërs en bezweerders die er in heel zijn koninkrijk waren. 21 En Daniël bleef tot het eerste jaar van koning Kores.

Daniël 1: Daniël aan het hof van Babel Daniël 2: de droom van het beeld van Nebukadnezar Daniël 3: het beeld van Nebukadnezar en de vurige oven Daniël 4: de tweede droom van Nebukadnezar: Nebukadnezar door God vernederd Daniël 5: Gods oordeel over Belsazar Daniël 6: Daniël in de leeuwenkuil Daniël 7: Daniëls visioen over de vier dieren Daniël 8: Daniëls visioen van de ram en de geitenbok

Daniël 9: het gebed van Daniël en de zeventig jaarweken Daniël 10: Profetie over het volk van Daniël en de andere volken Daniël 11: profetie over de koning van het Zuiden en de koning van het Noorden Daniël 12: de tijd van benauwdheid, de verzegelde woorden en het einde van de dagen

Daniël 1 1 In het derde jaar van de regering van Jojakim, de koning van Juda, kwam Nebukadnezar, de koning van Babel, naar Jeruzalem en belegerde het. Begin van ‘de tijden der heidenen’: Lukas 24 21 (…) En Jeruzalem zal door de natiën vertreden worden, totdat de tijden van de natiën vervuld zullen worden.

Daniël 1 1 In het derde jaar van de regering van Jojakim, de koning van Juda, kwam Nebukadnezar, de koning van Babel, naar Jeruzalem en belegerde het. Jojakim  Jahweh zal bevestigen/oprichten/stellen Nebukadnezar  prins van de god Nebo

Daniël 1 2 En de Heer gaf Jojakim, de koning van Juda, in zijn hand, en een deel van de voorwerpen van het huis van God. Hij bracht die naar het land Sinear, naar het huis van zijn god. Hij bracht de voorwerpen naar de schatkamer van zijn god.

Daniël 1 3 Toen beval de koning aan Aspenaz, het hoofd van zijn hovelingen, dat hij enigen van de zonen van Israël moest laten komen, namelijk uit het koninklijk geslacht en uit de edelen,

Daniël 1 3 Toen beval de koning aan Aspenaz, het hoofd van zijn hovelingen, dat hij enigen van de zonen van Israël moest laten komen, namelijk uit het koninklijk geslacht en uit de edelen, Tegenover ‘Juda’ in 1:1, 1:2, 1:6

Daniël 1 4 jongemannen zonder enig gebrek, knap van uiterlijk, bedreven in alle wijsheid, ervaren in wetenschap, helder van verstand, en die in staat waren dienst te doen in het paleis van de koning, en dat men hen moest onderwijzen in de geschriften en de taal van de Chaldeeën.

Daniël 1 4 jongemannen zonder enig gebrek, knap van uiterlijk, bedreven in alle wijsheid, ervaren in wetenschap, helder van verstand, en die in staat waren dienst te doen in het paleis van de koning, en dat men hen moest onderwijzen in de geschriften en de taal van de Chaldeeën.

Daniël 1 5 De koning nu stelde een dagelijkse hoeveelheid van de gerechten van de koning voor hen vast, en van de wijn die hij dronk, om hen in drie jaar zo op te voeden dat zij aan het einde daarvan zouden staan voor de koning.

Daniël 1 6 Onder hen waren uit de zonen van Juda: Daniël, Hananja, Misaël en Azarja. 7 Het hoofd van de hovelingen gaf hun andere namen. Daniël noemde hij Beltsazar, Hananja Sadrach, Misaël Mesach en Azarja Abed-Nego.

Daniël 1 8 Daniël nu nam zich in zijn hart voor zich niet te besmetten met de gerechten van de koning of met de wijn die hij dronk. Daarom verzocht hij het hoofd van de hovelingen of hij zich niet zou hoeven te verontreinigen.

Daniël 1 9 God gaf Daniël genade en barmhartigheid bij het hoofd van de hovelingen. 10 Want het hoofd van de hovelingen zei tegen Daniël: Ik ben bevreesd voor mijn heer de koning, die uw eten en uw drinken heeft vastgesteld. Want waarom zou hij zien dat uw gezichten er slechter uitzien dan die van de andere jongemannen van uw groep? U zou bij de koning mijn hoofd in gevaar brengen.

Daniël 1 11 Toen zei Daniël tegen de kamerheer die het hoofd van de hovelingen had aangesteld over Daniël, Hananja, Misaël en Azarja: 12 Stel uw dienaren toch tien dagen op de proef, en laat men ons plantaardig voedsel geven, zodat wij dat eten, en water, zodat we dat drinken.

Daniël 1 11 Toen zei Daniël tegen de kamerheer die het hoofd van de hovelingen had aangesteld over Daniël, Hananja, Misaël en Azarja: 12 Stel uw dienaren toch tien dagen op de proef, en laat men ons van het gezaaide geven, zodat wij dat eten, en water, zodat we dat drinken. 1 Petrus 1 23 als opnieuw verwekt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God.

Daniël 1 13 En laat dan in uw tegenwoordigheid ons uiterlijk en het uiterlijk van de andere jongemannen, die de gerechten van de koning eten, bezien worden, en doe dan met uw dienaren naar wat u ziet. 14 Hij luisterde naar hen in deze zaak. Tien dagen stelde hij hen op de proef.

Daniël 1 15 Aan het einde van die tien dagen zag men dat hun uiterlijk knapper was, en zagen zij er gezonder uit dan al de jongemannen die van de gerechten van de koning aten.

Daniël 1 16 Toen gebeurde het dat de kamerheer hun gerechten, en de wijn die zij moesten drinken, wegnam en dat hij hun het gezaaide gaf.

Daniël 1 17 Aan deze vier jongemannen nu gaf God kennis en verstand van allerlei geschriften, en wijsheid, en Daniël gaf Hij inzicht in allerlei visioenen en dromen.

Daniël 1 17 Aan deze vier jongemannen nu gaf God kennis en verstand van allerlei geschriften, en wijsheid, en Daniël gaf Hij inzicht in allerlei visioenen en dromen. Kolossenzen 2 3 Christus, in wie al de schatten van de wijsheid en kennis verborgen zijn.

Daniël 1 18 Aan het einde van de dagen waarvan de koning had gezegd dat men hen moest laten komen, liet het hoofd van de hovelingen hen bij koning Nebukadnezar komen.

Daniël 1 19 De koning sprak met hen. Maar onder hen allen werd niemand gevonden als Daniël, Hananja, Misaël en Azarja. En zij staan voor het aangezicht van de koning.

Daniël 1 20 In alle zaken waar het aankomt op een wijs inzicht, waarover de koning hen ondervroeg, vond hij hen tienmaal beter dan alle geleerden en magiërs die er in heel zijn koninkrijk waren. 21 En Daniël bleef tot het eerste jaar van koning Kores.