Ontvangt en verwerkt goederen Hoofdstuk 3 Goederenopslag
1 De weg van goederen naar de consument 2 Goederenontvangst 3 Goederenopslag 4 De winkelinrichting, vaste artikelpresentaties 5 Tijdelijke artikelpresentaties 6 Goederen verzamelen en verzendklaar maken
Intern magazijn Extern magazijn Magazijn binnen de winkelvestiging Hoofdstuk 3 Goederenopslag Intern magazijn Magazijn binnen de winkelvestiging Extern magazijn Magazijn dat niet direct aan de winkelvestiging is gebouwd Leg uit dat een winkelier altijd een goede verdeling moet maken tussen verkoopruimte en opslagruimte. Geef voorbeelden van externe magazijnen: centraal magazijn magazijn aan de rand van de stad gezamenlijk magazijn van twee of meer detaillisten magazijn van leveranciers.
Hoofdstuk 3 Goederenopslag Fulfilment Webwinkelier besteedt de verzorging van online bestellingen uit Ander bedrijf voert alle taken uit vanaf het moment dat klant op de knop ‘Bestellen’ klikt. Ook de goederen liggen opgeslagen in het magazijn van het bedrijf dat de taken uitvoert Bespreek de voordelen en de nadelen van fulfilment. Voordelen: - minder personeel - minder ruimte die je moet huren voor opslag. - als de winkelier uitvalt, bijvoorbeeld door ziekte, gaat de verkoop gewoon door de bedrijven die fulfilment aanbieden zijn experts op het gebied van logistiek snellere levering. Nadelen: - Mocht het fulfilmentbedrijf vaak fouten maken, dan word jij er als winkel op aangekeken. - Je bent afhankelijk van een andere partij.
Plaatsing Hoofdstuk 3 Goederenopslag Deze paragraaf sluit aan bij ESS examenterm 1.1 Bezit basiskennis van procedure goederenontvangst/-opslag, punt 4 (magazijnindeling). Leg het verschil tussen de verschillende opslagsystemen uit. Leg ook de voor- en nadelen van de opslagsystemen uit.
Symbolen op verpakkingen Hoofdstuk 3 Goederenopslag Symbolen op verpakkingen Deze paragraaf sluit aan bij ESS examenterm 1.1 Bezit basiskennis van procedure goederenontvangst/-opslag, punt 5 (symbolen op omverpakkingen). Leg uit dat je bij het opslaan van de goederen rekening moet houden met de eigenschappen van de goederen. Het is dus ook belangrijk om de symbolen op de verpakkingen goed te bestuderen.
Opslagmethoden Magazijnstellingen Vlonders of pallets Hoofdstuk 3 Goederenopslag Opslagmethoden Magazijnstellingen Vlonders of pallets Koel- of vriescel Vloer Buiten Deze paragraaf sluit aan bij ESS examenterm 1.1 Bezit basiskennis van procedure goederenontvangst/-opslag, punt 6 (opslagmethoden).
Hoofdstuk 3 Goederenopslag
Aandachtspunten bij goederenopslag Hoofdstuk 3 Goederenopslag Aandachtspunten bij goederenopslag Rekening houden met artikelkenmerken Deze paragraaf sluit aan bij ESS examenterm 1.1 Bezit basiskennis van procedure goederenontvangst/-opslag, punt 3 (werkwijze en aandachtspunten proces goederenopslag). Bespreek de verschillende artikelkenmerken. Geef daarbij voorbeelden. Geef ook aan hoe je tijdens de goederenopslag rekening kunt houden met de artikelkenmerken.
Hoofdstuk 3 Goederenopslag Deze paragraaf sluit aan bij ESS examenterm 1.1 Bezit basiskennis van procedure goederenontvangst/-opslag, punt 7 (fifo en lifo). Leg uit wat fifo inhoudt en bij wat voor soort artikelen je fifo toepast.
Hoofdstuk 3 Goederenopslag Deze paragraaf sluit aan bij ESS examenterm 1.1 Bezit basiskennis van procedure goederenontvangst/-opslag, punt 7 (fifo en lifo). Leg uit wat lifo inhoudt en bij wat voor soort artikelen je lifo toepast.
Externe transportmiddelen Hoofdstuk 3 Goederenopslag Externe transportmiddelen Hulpmiddelen die je buiten de winkel gebruikt. Bijvoorbeeld: kooiwagen, laadklep, vorkheftruck. Interne transportmiddelen Hulpmiddelen die je in de winkel en het magazijn gebruikt. Bijvoorbeeld: steekwagen, rolcontainer, laadkar. Deze paragraaf sluit aan bij ESS examenterm 1.4 Kan materialen en materieel t.b.v. de goederenstroom hanteren. Bespreek de relevante transportmiddelen. Vraag de leerlingen met welke van de transportmiddelen ze al eens gewerkt hebben en wat ze daarvan vonden.