Bouwen aan regionale samenwerkingsafspraken Lien Neuckermans Liesl Vereecke CGG Suïcidepreventie INLEIDING Lien - We zouden om te beginnen VLESP willen bedanken om ons de kans te geven onze ervaringen te delen. Ik ben Lien en dit is mijn collega Liesl, wij werken binnen de CGG - Suïcidepreventiewerking (Onze belangrijke taken bestaan erin om ondersteuning te bieden aan organisaties en intermediairs die beroepsmatig in contact komen met suïcidale mensen. Bv. Zo geven wij advies en consult, vorming inzake suïcidepreventie en ook ondersteuning in de opvang van suïcidepogers in zorgnetwerken. Het is vanuit deze laatste doelstelling, dat wij intussen al heel wat ervaring hebben opgebouwd inzake zorgpaden. Wij maken deel uit van het team in Oost-Vlaanderen, maar weet dat er teams zijn in elke Vlaamse provincie. Op het einde van onze uiteenzetting zullen we dan ook de contactgegevens projecteren van de verschillende provincies. Onze uiteenzetting is opgebouwd uit 4 delen: Om te beginnen willen we het hebben over het proces dat we hebben afgelegd met onze werkgroep. En wat in onze ogen de sleutel is geweest binnen dit proces, namelijk gedragenheid creëren. Vervolgens gaan we het ook hebben over de: Faciliterende factoren, Resultaten, Aandachtspunten en knelpunten
Wij staan hier vandaag met ons twee, maar dit was enkel mogelijk door de inzet van alle leden van de stuurgroep (netwerkcoördinator ADS; partners van LMN) en de vele actieve leden binnen de werkgroep “Zorgpad suïcidepogers ADS”.
Begin 2016 werd ons gevraagd om in de regio Aalst-Sint-Niklaas en Dendermonde een zorgpad voor suïcidepogers te ontwikkelen. Men had horen waaien dat wij ook in andere regio’s zorgpaden hadden ontwikkeld, en een aantal partners voelden de nood om dit ook in regio ADS te ontwikkelen. Om te beginnen hebben we heel sterk ervaren dat er in een regio reeds een nood moet zijn alvorens er een zorgpad kan ontwikkeld worden. We vingen signalen op vanuit de werkvloer. Met de signalen die we opvingen, hebben we zaadjes gepland binnen andere organisaties. Vervolgens gingen via de netwerkcoördinator ADS via haar connecties op zoek naar gedragenheid bij directies. Als je vanuit de werkvloer een nood voelt, maar de directie ziet het nut niet. Dan begin je aan een bijna onmogelijke opdracht. Gelukkig kregen wij ook vanuit de directies groen licht dat ze achter ons project stonden. Vervolgens organiseerden we een eerste overleg en vroegen aan alle organisaties een afgevaardigde te sturen. In onze ogen kunnen een aantal partners niet ontbreken in een zorgpad: Psychiatrische en Algemene ziekenhuizen, CGG, Mobiele teams (en of PZT), beschut wonen, huisartsenvertegenwoordiging, Maar je kan nog breder gaan: Politie, Crisismeldpunt CAW, patiëntenvertegenwoordiging, mutualiteiten,...
ZIJ ZIJ ZIJ GEDRAGENHEID Nu wat is in onze ogen de sleutel geweest in heel het proces dat we hebben afgelegd. Gedragenheid (en betrokkenheid) creëren en blijven behouden bij onze werkgroep. Wanneer er een sfeer heerst op een overleg met de focus op: Die organisatie doet dat slecht, dat kan beter, dit loopt fout,... Dan wordt de sfeer heel snel grimmig en negatief. We kunnen tien vergadering stilstaan bij alles wat fout loopt. Hoe creeër je deze sfeer? Het is belangrijk dat de stuurgroep zeer sterk de touwtjes in handen houdt en de juiste vragen stelt.
STAP 1 START Doel In plaats van te beginnen bij alles wat fout loopt. Zijn wij begonnen met: Wat is er al? Want vaak zijn er al heel mooie initiatieven en samenwerkingsverbanden. Zelf bij de eerste vergadering is er al heel wat, dus heb hier oog voor. Wat is er al? Waar zijn we tevreden over? Wat willen we behouden?
Concreet hebben we in de eerste vergadering samen met de partners in kaart gebracht wat er reeds is, welke inspanningen elke organisatie reeds doet, wat we zeker wensen te behouden. Wij hebben alle informatie verzameld en voor elke organisatie een fiche gemaakt, zoals hier op de slide: Wie zijn de aanmelders, wat kun je verwachten van een CGG/SPOED, waar verwijzen zij opnieuw naar door? Zo brachten we de weg in kaart dat een suïcidepogers momenteel aflegd.
Opvallend: Alleen al door deze oefening te doen 1) Leren mensen elkaar beter kennen en ook elkaar organisaties 2) Zo zien zien mensen ook elkaars inspanningen en waar andere organisaties tegenaan botsen. 3) Zo ontstaat er ook meer begrip voor de grenzen van elke organisatie.
STAP 2 Vervolgens zijn we de eerste vergadering ook gezamenlijke doelstelling gaan formuleren. Waar willen we op lange termijn naartoe werken: Aantal suïcides doen dalen Komen tot meer gezamenlijk gedragen zorg Verbeteren van communicatie en zorgcontinuïteit Aanwerving ½ coördinator - procesfacilitator
STAP 3 Opdracht Lees onderstaande lijst van goede praktijken door. Noteer hieronder welke goede praktijken jouw organisatie nu reeds toepast Noteer hieronder welke goede praktijken je binnen jouw organisatie wenst te installeren EN wat hierin de eerste stap zal zijn om dit te installeren. STAP 3 In een volgende stap zijn we organisaties gaan uitdagen om nog extra te gaan inzetten op de opvang van suïcidepogers. Wat kunnen wij nog extra doen? Om de stap te verkleinen hebben wij eerst vanuit de MDR en goede praktijken uit andere regio’s: Voorstellen geformuleerd. BV. Bij het ontslag van een suïcidepoger op spoed wordt standaard de huisarts op de hoogte gebracht.
Wat kan mijn organisatie doen om de zorg voor suïcidepogers te verbeteren? STAP 3 Voordeel van deze aanpak is dat je niet in eindeloze wij-zij discussies blijft, maar mensen aanspreekt in hun eigen verantwoordelijkheid. We zien ook dat deze aanpak inspirerend werkt. Wanneer organisatie A zegt: wij gaan dit engagement aan. Wij gaan hier op inzetten. Geef dit ook een stimulans naar andere organisaties om zelf ook beter hun best gaan te doen.
En wat kan hier een EERSTE stap in zijn? Wat kan mijn organisatie doen om de zorg voor suïcidepogers te verbeteren? En wat kan hier een EERSTE stap in zijn? STAP 4 Vervolgens is het belangrijk om grote engagementen haalbaarder te maken. Dit hebben we gedaan door mensen te mensen motiveren om te kijken naar eerste kleine stappen.
Engagementen blijven opvolgen! STAP 5 Maar vooral belangrijk om niet enkel bij engagementen te blijven: Van deze plannen hebben we concrete acties gemaakt die we consequent zijn blijven opvolgen. Concreet werd bij elk overleg de stand van zaken bevraagd.
Het opvolgen van kleine to do’s zorg ook voor Quick Wins: Mensen gaan, naar ons gevoel, ook meer geëngageerd blijven als ze ook al op korte termijn voordeel zien voor hun organisatie van het zorgpad. We probeerden dus ook steeds ervoor te zorgen dat elke vergadering mensen naar buiten gingen met het gevoel dat ze weer een stapje verder waren in hun proces. Wij hebben dit bv gedaan door vaak nieuwtjes uit het preventielandschap te brengen. Feedback op huidige manier van risico-inschatting
LIESL FACILITERENDE FACTOREN MDR: wetenschappelijke onderbouwing: Maar om gedragenheid te krijgen ook belangrijk om mensen te laten nadenken: Hoe kan dit in de praktijk geïmplementeerd worden? (mensen in kleine groepjes laten nadenken. Tussentijdse enquête met als doel: te bevragen of we nog in de juiste richting bezig waren, elkeen zijn/haar stem te horen, prioriteiten te stellen en knopen door te hakken Samenwerking met netwerkcoördinator : bevorderd gedragenheid, bevorderd link met directies, verdeling werklast, contact op verschillende niveau’s, 1 contactpersoon voor alle contacten rond het zorgpad Leden van de werkgroep: Mensen met voldoende voeling met de praktijk, maar ook voldoende mandaat. Ook grote meerwaarde: vaste leden + back-up. Werken met deadlines en via zeer concrete acties naar een ‘groter’ doel toewerken.
Gezamenlijke visie op risicofomulering Concrete tool en afspraken
Flowchart = gewenste weg
Netwerkkaart
AFSPRAKEN OP PAPIER
En verder... Leren van elkaar / elkaar inspireren door het oppikken van elkaars goede praktijken + sociale druk… om het zelf beter aan te pakken Organisaties gaan onderling meer in overleg: tussentijdse overlegmomenten op eigen initiatief, meer tussentijdse telefonische contacten tussen leden van de werkgroep Organisaties leren elkaar beter kennen
Blijvende knelpunten: Veilige informatie overdracht tussen diensten in GGZ Hard maken van resultaten: daling aantal suïcidepogingen? → planning: bevraging hulpverleners binnen zorgpad
OPGELET!!! Opmaak zorgpad vraagt een engagement van elke deelnemer Opmaak zorgpad vraagt de nodige tijd (proces najaar 2016 -najaar 2018) - 3 vergaderingen per jaar Aantal aanwezigen op overleg = goede barometer Hoe de resultaten warmhouden? Evalueren - introductie bij nieuwe medewerkers
Contactgegevens provinciaal coördinatoren CGG-SP Provincie Antwerpen - Charlotte AERTSEN (charlotte.aertsen@andante.be, 03 620 10 20) Brussel - Egon VANERTVELDE (egon.vanertvelde@cgg-brussel.be, 02 478 90 90) Provincie Limburg - Marie VAN BROECKHOVEN (marie.vanbroeckhoven@dagg-cgg.be, 011 54 23 62) Provincie Oost-Vlaanderen - Ine VERMEERSCH (i.vermeersch@cggeclips.be, 09 331 51 98) Provincie Vlaams-Brabant - Laura JONVILLE (laura.jonville@passant.be, 02 361 21 28) Provincie West-Vlaanderen Jente VANDEBURIE (suicidepreventie@cgglargo.be, 051 25 99 30)