Cursus 3.1 Wetten en Regels Klas 2 BK Lesweek 4

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Rechtspraak Paragraaf 10.
Advertisements

1.1: in de naam der wet Nakijken Intro HC Opdracht Opdracht bespreken
Hoe verloopt een proces?
Vrouwe justitia.
Rechtsstaat 22 april Rechtsstaat 22 april 2008.
Toets klaar, lezen maar! Lezen vergroot je woordenschat (bij een kwartier lezen per dag  in een jaar  meer dan 1000 nieuwe woorden! Lezen vergroot jouw.
DE RECHTZAAK Celine Braeken.. Ik heb gekozen voor het onderwerp de Rechtszaak omdat ik dit een heel interessant onderwerp vindt waar ik persoonlijk nog.
Inhoud  Indeling van de rechtszaak  Het verloop van de rechtszaak.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over het onderwerp: “Voor de rechter”. De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal schriftelijk.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over “Het strafrecht”.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over het onderwerp: “Voor de rechter”. De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal schriftelijk.
Cursus 1.2 Werken met een Atlas Klas 1 BK Lesweek 5
Cursus 1.3 Waarvoor zorgt de natuur? Klas 2 BK Lesweek 3
5.1 Uitgangspunten van het stafrecht 5.2 De rechten van een verdachte
Thema 2: De rechtsstaat.
Cursus 1.1 Wat zie je in een landschap Klas 2 KGT Lesweek 1
Cursus 1.2 Werken met een Atlas Klas 1 KGT Lesweek 5
Cursus 1.2 Landschappen in Nederland Klas 2 KGT Lesweek 2
Cursus 1.4 Tien Tijdvakken Klas 1 BK Lesweek 1
Cursus 1.4 Tien Tijdvakken Klas 1 KGT Lesweek 2
Cursus 1.1 Wat zie je in een landschap Klas 2 BB Lesweek 1
Cursus 1.3 Waarvoor zorgt de natuur? Klas 2 KGT Lesweek 3
Cursus 1.3 Reis door de tijd Klas 1 KGT Lesweek 3
Cursus 1.4 Hoe veranderen mensen Nederland? Klas 2 BB Lesweek 4
Cursus 1.2 Landschappen in Nederland Klas 2 BK Lesweek 2
Cursus 1.4 Hoe veranderen mensen Nederland? Klas 2 KGT Lesweek 5
Cursus 1.1 Werken met Kaarten Klas 1 KGT Lesweek 4
Cursus 1.1 Werken met Kaarten Klas 1 BK Lesweek 2
Paragraaf 4 en Halt.
Blok 2 Vrijheid in Nederland
Opening De rechter opent de rechtszaak, vraagt om de personalia van de verdachte, en geeft dan de officier van justitie het woord. Tenlastelegging De officier.
Cursus 2.2 Plantages en Slavenwerk Klas 2 BK Lesweek 2
Cursus 2.2 Het Leven van de Eerste Mensen Klas 1 KGT Lesweek 2
Cursus 2.1 Wat hebben mensen nodig? Klas 1 KGT Lesweek 1
Cursus 2.3 Het Leven van de Eerste Boeren Klas 1 BK Lesweek 4
Cursus 2.2 Plantages en Slavenwerk Klas 2 KGT Lesweek 2
Cursus 2.4 Ontwikkelingen gaan door Klas 2 KGT Lesweek 6
Cursus 2.1 Klimaten en Plantengroei Klas 2 KGT Lesweek 1
Cursus 2.1 Klimaten en Plantengroei Klas 2 BK Lesweek 1
Cursus 2.2 Het Leven van de Eerste Mensen Klas 2 BK Lesweek 2
Cursus 2.3 Een Wereldeconomie Klas 2 KGT Lesweek 3
Schuldig of onschuldig?
Cursus 2.4 Ontwikkelingen gaan door Klas 2 BB Lesweek 6
Cursus 2.1 Wat hebben mensen nodig? Klas 1 BK Lesweek 1
Cursus 2.3 Een Wereldeconomie Klas 2 BK Lesweek 3
Cursus 3.1 Wetten en Regels Klas 2 KGT Lesweek 3
Cursus 3.2 : Romeinse Samenleving 1 BK Lesweek 4
Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 BK Lesweek 3
Cursus 3.2 Hoe verloren vorsten hun macht Klas 2 BK Lesweek 4
Cursus 3.4 Rechten van de Mens Klas 2 KGT Lesweek 2
Hoofdstuk 3: De Grieken Klas 1 KGT Lesweek 6
Cursus 3.2 : Romeinse Samenleving 1 KGT Lesweek 1
Cursus 4.1 Elk doet zijn werk Klas 2 BK Lesweek 4
Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 KGT Lesweek 3
Cursus 6.3 : Europese Eenwording 2 KGT Lesweek 3
Cursus 4.3 Ander soort samenleving Klas 2 KGT Lesweek 2
Cursus 3.4 Rechten van de Mens Klas 2 KGT Lesweek 2
Cursus 6.2 : Koude Oorlog 2 KGT Lesweek 1
Cursus 6.2 : Koude Oorlog 2 KGT Lesweek 1
Cursus 6.3 : Europese Eenwording 2 KGT Lesweek 3
Cursus 3.2 Hoe verloren vorsten hun macht Klas 2 KGT Lesweek 6
Cursus 4.2 Hoe ontstond de industrie Klas 2 BK Lesweek 2
Cursus 4.2 Hoe ontstond de industrie Klas 2 KGT Lesweek 2
Cursus 4.1 Elk doet zijn werk Klas 2 KGT Lesweek 1
Hoofdstuk 5: Schuldig of onschuldig?
Cursus 4.3 Ander soort samenleving Klas 2 KGT Lesweek 2
Tekstboek: Interactieve opdrachten: Via SOM -> Leermiddelen Of
Cursus 6.1 : Europa in Delen 2 BK Lesweek 3
Cursus 6.1 : Europa in Delen 2 KGT Lesweek 3
Opgepakt.. en dan? Criminaliteit.
Transcript van de presentatie:

Cursus 3.1 Wetten en Regels Klas 2 BK Lesweek 4 Mens en Maatschappij Cursus 3.1 Wetten en Regels Klas 2 BK Lesweek 4 Blz. 84 in het handboek.

Wat ga ik vandaag leren : Ik kan in eigen woorden uitleggen wat rechten en plichten zijn. Ik kan het verschil tussen misdrijf en strafbaar feit uitleggen. Ik kan wat vertellen over hoe een proces in een rechtbank werkt. Je leert de volgende begrippen: rechten, plichten , strafbaar feit, misdaad, dader en misdadiger en kan deze ook in eigen woorden uitleggen. Cursus 3.1 Opgaven: 1 t/m 5, 7, 10 Klaar? Herhaling : 6, 9 Uitdaging : Leren voor de toets of maken Test Jezelf: blz. 74

Rechten en Plichten Weten wat je wel en niet mag: rechten en plichten 1950 - Nu Rechten en Plichten Weten wat je wel en niet mag: rechten en plichten Rechten = wat je mag, Plichten = wat je moet. Volgens de wet. Iedereen in Nederland moet zijn rechten en plichten kennen. Waarom is dat belangrijk? Per land zijn er andere rechten en plichten. Inwoners in een land met rechten en plichten noemen we burgers.

Rechten en Plichten Rechten Plichten Je mag pauze houden. 1950 - Nu Rechten en Plichten Rechten Plichten Je mag pauze houden. Op tijd op school komen. Je mag zelf kiezen wat voor kleding je naar school aandoet. Je moet je boeken in de les bij je hebben. Je mag je mening geven. Je moet je aan de verkeersregels houden.

Misdrijf of Misdadiger 1950 - Nu Misdrijf of Misdadiger Als je de wet overtreedt ben je een dader. Je pleegt dan een strafbaar feit. Een ernstige overtreding noem je een misdaad of misdrijf. De dader wordt dan een misdadiger In Nederland worden strafbaar feiten soms door de vingers gezien. Dit noemen we gedogen.

Misdrijf of Misdadiger 1950 - Nu Misdrijf of Misdadiger Als het niet zeker is of iemand een strafbaar feit gepleegd heeft, is diegene een verdachte. De rechter bepaald vervolgens of iemand schuldig of onschuldig is. Dit gebeurt in de rechtbank. De verdachte heeft een advocaat om zijn onschuld te bewijzen. De officier van justitie probeert juist te bewijzen dat de verdachte schuldig is.

1950 - Nu Rechtbank

Samengevat Ik weet hoe een rechtbank ongeveer werkt. 1950 - Nu Rechten Plichten Je mag iets. Je moet iets. Verdachte Dader/Misdadiger Je bent nog niet schuldig aan een misdrijf. Je bent schuldig aan een misdrijf. Strafbaar feit Misdrijf/Misdaad Je hebt de wet overtreden. Je hebt de wet ernstig overtreden. Ik weet hoe een rechtbank ongeveer werkt.